Tom? Toih? 3Hhc itmerican DE WAARDE VAN EEN EERLIJKE IDENTITEIT Uitkering aan nazi-vervolgden Wie wil naar Florida? 2 Vijf jaar geleden begon de grote "trek" van de Indo naar de U.S.A. In die vijf jaren, dat wij hier ons domicilie hebben gemaakt zijn veel misverstanden gerezen wat betreft de representatie van de Dutch? Hom come you don't look Dutch? So, you came from Indonesia then you are Indonesian! Oh no! en dan een heel protest, dat in veel gevallen onbegrijpelijk was voor de Amerikaan. Gemakshalve is toen ontstaaan de naam: Dutch Indonesian. Een naam, die nu ook gebezigd wordt door officiële Amerikaanse instellingen. Deze naam zou enigszins verantwoord zijn indien we haar gaan baseren op de dubbele historie, die we met ons meedragen. De Indo heeft echter (vrijwel) nooit beseft dat hij zelf ook een historie heeft die minstens even vol waardig is als die van de Amerikaan. Dit is te witjen aan de Nederlandse houding die deze geschiendenis heeft doodgezwegen (en het nog doet) met het gevolg, dat de Indo het bewustzijn van een eigenwaarde nooit heeft kunnen ontwikkelen. Échter, dit gemis wordt door de Indo zelf niet als een tekort aangevoeld en dat op zichzelf is al een tragedie. In officiële Amerikaanse kringen schijnt men zich over dit verschijnsel meer zorgen te maken dan de Indo zelf doet. Deze onge rustheid is zeer begrijpelijk, wanneer we de rapporten van de Amerikaanse emigratie- dienst over de Indo emigrant lezen. DE INDO INTEGREERT NIET! En met inte greren bedoelt men hier dat deze nieuwe emigrant weinig of in het geheel niet deel neemt aan activiteiten in zijn community met eigen creaties. Deze immers hebben het doel de Amerikaanse maatschappij te verrijken. De naam "Indo" heeft voor velen onder ons een denigrerende klank. Dit is veel Amerikanen opgevallen en door even zovele niet begrepen. Immers, what is in a name? Het gaat er inters alleen om wat voor waarde en welke betekenis die naam heeft en dat is des dragers verantwoordelijkheid. Als voor beeld stellen we de "Geuzen" uit de 80- jarige oorlog en onze eigen "Andjing Nika." Bedelaars en Nika-honden door hun respec tievelijke vijanden gedoopt. Zij hebben de scheldnaam tot hun erenaam gemaakt en aan de "rotklank" ervan respect en trots toegevoegd omdat zij zelf zo waren. Trots en respectful. En ze waren zich bewust van dit feit. Wel dan, als de Indo zijn eigen naam minderwaardig in de oren klinkt en hij die liever niet bezigen wil, dan mist hij een zeer essentiële factor om als volwaardig citizen in de Amerikaanse maatschappij te integreren. De Amerikaan verlangt van ons een oprechte representatie en hij verlangt dit niet als een recht of en voorrecht maar als een plicht. Wat is het dat de Indo zo trot maakt wanneer hij zich Amerikaan kan noemen? Ook de Amerikaan moet dagelijks de slecht zijde van de medaille rechtvaar digen (met de uiterste krachtsinspannig uit eraard) ten nutte van de goede kant. En kan de Indo hier wel aan meedoen, wanneer hij zichzelf verloochent? Helaas gebeurt het nu dagelijks nog, dat een Indo met rollende ogen beweert abso luut niets met Indonesia (het land dat ons onze background gaf) te maken te hebben en dat hij, ondanks (of dankzij?) zijn bruine huid en idoeng pesek, geen drup peltje Indonesisch bloed door d'aadren heeft vloeien! Zulk een uiteenzetting wordt door de Amerikaan slechts met een veelbeteken end lachje beantwoord: "Really?" (vrij vertaald: zielig!) En daarom, indien we nog tijdig als een volwaardige groep in de Amerikaanse maatschappij wensen te integreren dan kunnen we het ons niet langer veroorloven "verstoppertje te spelen." We kunnen het duidelijk lezen in: "The meaning of American Citizenship" "YOU ARE AN INTEGRAL PAR I OF THIS GOVERNMENT A FREEMAN." Dus niet als voordien: een subject van het gouvernement. We lezen verder onder het hoofdstuk: "The good citizen" het volgende he has respect for the dignity and worth of Human PERSONALITY Willen we dus aan het Amerikaanse Citi zenship waarde geven met oprechte per soonlijkheid dan moet ons antwoord, op de vraag naar onze ware identiteitluiden: "I AM AN INDO!" ROY STEEVENSZ Officiële Publicatie In de Regeling inzake uitkeringen aan nazi-vervolgden wordt als voorwaarde voor het verkrijgen van een uitkering gesteld, dat vervolgden en aanvragers Nederlander of Nederlands onderdaan waren bij de aanvang van de vergolging. In de tweede officiële publikatie inzake bovengenoemde regeling, die op 1 augustus jl. is gepubliceerd in alle Nederlandse dagbladen, werd er reeds op gewezen dat door de Minister van Financiën nader zal worden bepaald welke groepen van gevallen, waarin de staat van Nederlander op een later tijdstip is verkregen, eveneens onder de regeling worden gebracht. Dit is inmiddels geschied bij beschikking van de Minister van Financiën (Staatscourant 1 augustus 1963). Als resultant van deze aan vullende beschikking kan thans het volgende overzicht gegeven worden van de gevallen waarvoor, gelet op de nationaliteiten van vervolgden en aanvragers, de regeling inzake uitkeringen aan nazi-vervolgden van toe passing is: A. Nog levende vervolgden die zelf een aan vrage wegens de eigen vervolging op formulier A wensen in te dienen mits zij 1bij de aanvang van de vervolging Nederlander of Nederlands onder daan waren; 2. dan wel (indien zij bij de aanvang van de vervolging niet Nederlander of Nederlands onderdaan waren) op 10 mei 1940 of bij de aanvang van de vervolging ingezetenen waren van het Koninkrijk der Nederlanden en bovendien ten tijde van de indiening van de aanvrage de staat van Neder lander wel bezitten. B. Nabestaanden die wegens het overlijden van de echtgenoot of echtgenote, ouder of kind als gevolg van de vervolging een aanvrage op formulier B wensen in te dienen mits: 1zowel de vervolgde als de aanvrager ten tijde van de aanvang van de vervolging Nederlander of Nederlands onderdaan waren 2. dan wel de vervolgde bij de aanvang van de vervolging Nederlander was en tevens de aanvrager ten tijde van de indiening van de aanvrage de staat van Nederlander bezit; 3. dan wel de vervolgde bij de aanvang van de vervolging vreemdeling of staatloos was, doch wel op 10 mei 1940 of bij de aanvang van de ver volging ingezetene van het Koninkrijk der Nederlanden was en de aanvrager ten tijde van de indiening, van de aanvrage de staat van Nederlander bezit. Deze maand vertrekt een Indische meisje van Miami naar California. Ze heeft daar een paar jaar als kinderverzorgster en hulp in de huishouding gewerkt bij een Ameri kaanse doktersfamilie. De dokter spreekt zelf vloeiend Nederlands vanwege zijn studie in Amsterdam Josephine heeft er erg prettig gewerkt en verdiende een ruim salaris buiten kost en in woning. En een dag in de week vrij om te genieten van Miami Beach! Maar Josephine wil meer zien van Ameri ka en heeft haar zinnen gezet op California dus zit de familie binnenkort zonder hulp. Wie wil eens een kijkje komen nemen in Florida? Mrs. Groff heeft na de prettige ervaring met Josephine, graag weer een Indisch meisje, en riep daarvoor de hulp in van the American Tong-Tong. Dit is dus eigenlijk een advertentie die er zakelijk opgezet zo uit zou zien: Doktersgezin zoekt kinderverzorgster (5- 3-1/2 jr) en hulp in de huishouding. 30.p.wk, kost/inwoning, vrije dag. Schrift, soil, aan Mrs. J. H. Groff, 1955 N.E. Terrace, Miami, Florida 33162. Geen aanspraak op een uitkering bestaat in deze gevallen als een aanvrager of de vervolgde in het verleden het Nederlander schap heeft vorloren door zich zonder verlof van de Kroon in vreemde krijgs- of staats dienst te begeven, tenzij de desbetreffende persoon zulks deed ter bestrijding van een nationaal-socialistisch, fascistisch of daaraan verwant regime. Ia de gevallen, hierboven vermeld onder A2, B2 en B3, bestaat geen aanspraak op een uitkering, voor zover de vervolging vóór 10 mei 1940 heeft plaatsgevonden. Zij die blijkens het vorenstaande onder de regeling vallen en nog geen aanvraag heb ben ingediend kunnen dit alsnog doen tot 1 oktober 1963, indien zij in Nederland hun domicilie of vaste verblijfplaats heb ben, en tot 1 december 1963, indien zij in buitenland hun domicilie of vast verblijf plaats hebben. Consulaat-Generaal der Nederlanden 615 So. Flower str. Suite 612 L.A. 17-Cal. MA 4-2803 The Only Independent Dutch-Indonesian Magazine in America Zc Jaargang No. 2 Verschijnt: de 15e en 30ste elke maand Samen met Tong-Tong (zeepost) Prijs: per nummer.50 per half jr5.00 per jaar $10.00 fAOvgk'TFMTIEj EDA C 77 Lilian Ducelle Tjalie Robinson telf. 699-6837 Roy J. Steevensz Marijke Steevensz telf. 693-5659 P. O. Box 137, Whittier, Cal., 90608 ^^Cable Address: Tong-Tong Whittier^^

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

American Tong Tong | 1963 | | pagina 2