7 THE STORY OF A PENNY Ones ther® was a penny. His nam® was Copper, and his sister*s name was Sunshine. Copper and Sunshine lived together for years and years. They belonged to a girl named Mary. Mary took very good care of both of the pennies. When Mary went on vacation, she had to go with the bus and she used Copper for a tip. Poor Copper. Even though he was fa very nice, warm cozy pocket, was scared. First of all he was seared because he was separated from his sister Sunshine, and also because he knew he could never see Mary again. Hey I Where were all the coins go ing? They all seemed to be going to one corner of the pocket. And one by one they all slipped out. Why! Of course There was a hole in the pocket! He quickly rolled to the corner and slipped out of the hole. He rolled out the back door of the bus. He saw Mary walk- king. He rolled and rolled. When he finally reached two feet before her step, he stopped. Mary saw him and said: "Why! It*s copper!" She j^^ked him up and stuck him in her purse with Sunshine. "Good heavens, I'm back again!" said Copper. Then they both giggled so loud, that Mary could almost hear them. Vivian Boon Evenals het verhaaltje van Mar- celle in het vorige nummer is dit verhaaltje "zelf verzonnen", dus 100 creatief. En hoort dus op het terrein van de kunst, de li teratuur, thuis. Dit soort werk verdient dus ons aller appreciatie en aanmoediging want op het terrein van de kunst zijn Indo*s ver ten achter. De creatieveim van Marcelle en Vivian is de vorm van het Sprook je. Hier hebben de meeste mensen geen juist oordeel over. Men kijkt er op neer. In literaire kringen betreurt men het echter ten zeer ste, dat deze geweldige moderne tijd geen sprookjes meer kan voort brengen. Sprookjesvertellers als de Gebroeders Grimm, Perrault (de sprookjes van Moeder de Gans) en Hans Andersen schijnen tot een voorgoed voorbij verleden te be horen. De moderne mens leeft voor geld alleen, en het moderne kind wordt uitsluitend geschoold voor goed geldverdienen later. De enige uitzonderingen worden gevorod door Walt Disney en een klein aantal cartoonisten. Sprookjes nu zijn niet "zo maar raak verzinsels". Ze hebben altijd een verborgen symboliek. En je staat vaak verbaasd hoe het kind intuïtief juiste namen en karak ters ontdekt, en een logische gang van het verhaal kan opbouwen. Ook zijn sprookjes altijd diep reli gieus en/of nystiek. Kinderen ge loven niet in een dode, materia listische wereld. Voor hen is al les bezield - en in de lotgeval len van een penny vindt men mense lijke lotgevallen terug. In dit verhaal heet de "mannelij ke" penny Copper en de vrouwelij ke "Sunshine"! Knap bedacht niet waar? Voor ons is een gat in een beurs een vervelend ding, waar door waarden weg raken. Voor het

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

American Tong Tong | 1964 | | pagina 7