O. V. w. - ers (OORLOGSVRIJWILLIGERS) Voor Gerberi, Ben, Ton en Kees. GAAT BETALEN Toen liet leger ze nodig had, heb ben ze zich opgegeven voor de tro pische dienst. Hij honderdtallen zijn ze uitgezwermd over het zonnige land, waar zij welgemoed hun mili taire plichten vervulden. Jongens uit de polders van Noord- Holland, van de eenzame boerde rijtjes uit 't Zand, Breezand, Cal- lantsoog, uit de Friese dorpen, van de Drentse hei, uit Groningen zowel als rasechte Mokummers en olijke Brabanders met hun sappig taaltje en jongens uit het „Suden, Limburg, mien Land". Stoere knapen, bonkige boeren zoons en tengere intelligente zoons van dure pa's reden, alsof de dood hen op de hielen zat, met hun moordkarren door Toendjoengau en grinnikten vergenoegd als de meisjes op straat met een gil opzij sprongen, wanneer ze hen rakelings passeerden. Jongens met verbeten, strakke ge zichten had men er onder; jongens die pas de Duitse versperringen en concentratiekampen hadden ont vlucht. Die in het afgebakende leven- tje-van-alledag in de ouderlijke ver trouwde omgeving hun onrust niet kwijt konden raken en daarom op nieuw zich meldden voor een dienst in de tropen. Vreemd is toch de menselijke ziel. In het Duitse kamp hebben de meesten alles geriskeerd om te kunnen vluchten, naar de be sloten veiligheid van liet eigen huis, dat zij zich als een haven, een rust punt droomden. Eii nauwelijks thuis, werd de onrust hen te machtig, voel den zij zich innerlijk opgejaagd en stortten zij zich in een nieuw avon tuur, dal misschien nog gevaarlijker, nog riskanter was. Zo is de mens. Hoè waren deze Indische jaren voor hen? De kankeraars hebben er een uitdrukking voor: rót. En toeli willen diezelfde kankeraars ze best nog 'ns overdoen!! Evenals al die anderen de niét-kankeraars die er eerlijk voor uitkwamen dat ze „het er nog zo beroerd niet hadden". Wat een andere uitdruk king is voor „mieters!" Velen hebben 11a de nutteloze op twee gedachten hinkende politio nele acties de dienst verlaten en in hel particuliere bedrijfsleven een joh gevonden die hen lag. Doch velen hebben volkomen nodeloos liet offer moeten brengen van hun jonge leven. Want militaire acties die in hide it-in als een onvoltooide taak moesten ophouden, hadden heter niet ondernomen kunnen wor den. Voor deze slachtoffers van een onverantwoordelijke zwevende be- leidspolitiek past een eerbiedig zwij gen en een stille groet naar het eenvoudige houten kruis, op een ere- veld in liet verre land. Doch zij, die terug zijn gekomen in hel vaderland hebben zij het 11 u veel heter? Of hebben ook zij hun tol betaald aan de tropen? Door hun innerlijke onvoldaanheid, hun onrust, hun terug-verlangen naar dat leven op een bredere basis (al is het dan geen kabinet Drees), naar een carrière zonder de remmende, be grenzende reglementering die maakt dat iedere aspiratie direct de kop w o r dt ingedrukt omdat men nu toe vallig niet in dat hokje, met dat diploma-papiertje past. Een knul met een heldere kop en niet te lui om 10 uur of langer per dag te werken in de overbezette perioden van het bedrijf zoals een suiker-campagne die er niet vies van is uren ach ter mestkoelies of tappers te sjou wen, en 's-avonds zijn rapporten of administratie hij te werken zó'n knul van het Hollandse boerenland, kómt er in Indië, al had hij van huisuit geen enkel papiertje in z'n zak. De praktijk doet het hem. En je eigen handigheid, je initiatief, je weten hoe op te treden en vooral je zelf-studie 's-avonds, na je werk. Desnoods met de vierkante pot op je wankele talel goed tegen de mala ria desnoods niet een pin-up girl tegen de gedèk wand van je em ployé-woning geprikt, en een knar send doorkomend geluid van je derderangs Philips-radio, waarvoor je toch nog zo'n goeie duizend roepiahs plus de nodige sloffen Eng. sigaretten hij die slimme Chinese radio-handelaar hebt moeien neer leggen. Maar léren zul je. En je léért. Je Engels, je grammatica van je moedertaal, die je verwaarloosd hebt. Jawel, je slaat je er wel door heen als er lui komen van die Engelse onderneming in de huurt, die je kebons 'ns willen zien. Je bent dan wel zo goochem om je visite aan liet woord te laten, zelf gooi je er dan wel wat technische planters uitdrukkingen door en wat je zo in je omgang niet de „Allies" hebt op gevangen. Och voor zo iets draait een goeie Hollandse jongen z'n hand niet om! Maar het wordt verdraaid moeilijk, wanneer je baas je opdraagt om zo maar 'ns hij hem op de hesaran (administrateurswoiiing) een olficicle Engelse brief op te stellen en hem die ter tekening voor te leg gen. Zie je, dat verandert de zaak. maakt ze veel ingewikkelder. Je kunt niet zeggen dat zo iets hoven je pet gaat, want hij je sollicitatie heb je zitten opscheppen dat je het wèl kon. Och, in de tropen is zo iets „perkara ketjil", men telt zulke din gen niet, neemt daar alles veel lich ter op, op de méns komt het aan. I rouwens de haas die niet van gister is had het wel door dat je hebt zitten opscheppen, al liet hij niets merken, doch hij dacht bij zich zelf: „Das voor mij niet het voornaamste. Hij lijkt mij een han dige knul die van aanpakken weet en dat heeft in de praktijk voor mij zijn waarde. En wat z'n verlakkerij met z'n kundigheden betreft, ik zal hem bloed laten zweten, dan zal hij zichzelf wel aanpakken. Per slot van rekening: „Hoe hen ikzelf en met mij al die anderen er gekomen?" grinnikt hij in zichzelf. Dat is im mers de harde leerschool van het leven. In de tropen is het óf je op werken tot ver hoven je eigen mi lieu uit of degenereren. Een tus senweg is er niet. Of je wordt '11 toewan - of je gaat naar de bliksem. Nu zijn ze dan teruggekomen, al thans het overgrote deel. Al die wilde knapen die de oud-vaderlandse aard niet verloochend hebben. Want zat het wegtrekken naar vreemde landen onze voorouders niet in het bloed? Bij tientallen zijn ze in het begin teruggekomen, toen de dienst er op zat. Druppelsgewijs volgde de rest. die in het goeie, zonnige land zich reeds in enkele jaren tijds een po sitie hadden gecreëerd: in de handel, in de import, de export, de ijzer handel of de textiel, radio-branche of motorhandel, als boekhouder of administratieve kracht vanaf klerk tot accountant, als secretaris, expe diteur, monteur, ziekenverpleger en journalist, loffe kerels die van aan pakken wisten. In een korte spanne tijds hebben ze zich opgewerkt, dik wijls van gewoon soldaat 11a de ver plichte avond-cursussen van het Le ger tot een „vent met vooruitzich ten", dikwijls reeds met een 2de hands twoseatertje, een modern vrouwtje en twee anakkies. Maar de „Repoebliek Indonesia" hield niet erg van jongelui die het khaki hadden gedragen, dus was liet heter te repatriëren. Als een kortstondig opwindend avontuur zijn die jaren van snelle opgang alweer teruggeebd in hun herinnering. Goeie, beste jaren. Met lieve, temperamentvolle meisjes en herinneringen aan stille nachten. Hier terug in het vaderland klungelen ze wat onwennig rond. Op het kleine hoerenhedrijf voelen ze zich niet meer thuis. Ze zijn dat leven van kleine zorgen ontwend. I rouweris goedbeschouwd is er voor een derde geen plaats meer, als er reeds twee volwassen krach ten zijn. Door het gemechaniseerde bedrijf de tractor die ploegt, zaait, hooit en opstapelt wordt de mens gauw overbodig. De stad vangt ze op. Velen laten zich opnieuw herscholen, wrant hun oude beroep van brievenbesteller in het oude dorp, bezorger of glazenwas ser, trekt hen niet langer. Je ziet ze in het middag-uur vaak hun boter hammen opeten hij een kop koffie in een snackhar, waar ze hun order hoekjes raadplegen en de oogst van de dag optellen. Want de meesten van deze O.V.W.ers werken enkel op provisie-basis. Zoveel provisie viel niet mee ver beneden je taxatie. En ze vloeken binnensmonds dat er nu een wet tegen liet afbe- talingssysteem wordt afgekondigd. Ze moesten zelf eens met wasma chines, stofzuigers, naaimachines leuren, die ministers. Ach vooruit, geen gezanik. Een plaatje maar eerst. Een dubbeltje glijdt in de automaat en monter klinkt het: „Over 25 jaar Ov er 25 jaar zijn er geen O.V.W.ers meer. Met wilde dromen en onvervulde wensen. Over 25 jaar... zijn ze gezeten burgers. Pa's niet een taille-maat van 110 die te gen hun dochters zeggen: „Laat die knaap in z'n khaki-pakje lopen trouw liever met een burger met een eigen zakie. Al die wilde dro men daar koop je niks voor..." En toch ergons in 'n verborgen hoekje liggen nat vergeelde foto's, zuinig benaard als iets dat waarde heeft. Jeugddromen en ver wachtingen. F. Japan gaat betalen! Het lijkt meer dan het is. n Druppel op een gloeien de steen, vooral als men naast de •j.iateriële schade, de morele, physieke schade in aanmerking neemt, welke het volkomen nodeloos aan duizen den geïnterneerden heeft berokkend. Om van de doden niet te spreken. Naar verwacht wordt zal de 800 miljoen dollar die Japan aan de Phi- lippijnen aan oorlogsschade zal beta len, als richtlijnen dienen voor de on derhandelingen tussen Japan en In donesië, waarbij Nederlandse belangen gemoeid zijn. Zoals bekend heeft Japan zich be reid verklaard aan Indonesië 200 mil joen dollar als herstelbetaling uit te keren, welk bedrag door Indonesië niet geaccepteerd kon worden. Haar taxatie liep in de miljarden. In deze eis was ook de vergoeding voor de geïnterneerde Nederlanders, die in de bezettingsjaren in Indonesië vertoef den. inbegrepen. Dc 10 miljoen dollar, door Japan aan Nederland toegezegd als smarte- geld, betreft een vergoeding aan de Nederlanders in de Japanse kampen en die bij de aanleg van de Birma spoorweg hebben gewerkt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 6