Keii «electie uit de Wereld economie Hiermede openen wij een economische rubriek, welke uiteraard niet volledig kan zyn, gezien het formaat en het karakter van dit maandblad. Toch lijkt het ons gewenst vooral voor onze ge- isoleerde lezers in het verre Nieuw Guinea dat zij, hoe summier overigens, op de hoogte blijven van de wereldeconomie. Op deze wijze kunnen zij in grote lijnen de verschuivingen volgen op het weinig stabiele vlak van de wereldmarkt. NEDERLAND Heroriëntering economische structuur. Na de souvereiniteitsoverdracht in December 1949, werd Nederland in de positie gedrongen zijn economi sche politiek grondig te herzien, In de 6 jaren die inmiddels verlopen zijn, kan met voldoening worden gecon stateerd dat de export ofschoon nog kwetsbaar zich bevredigend ontwikkelt. Zo is de export van rijwielen naar Indonesië, eens een der belangrijkste afzetmarkten voor de Nederlandse rijwiel-industrie vervangen door een toenemende uitvoer naar de Verenig de Staten. Dank zij de onverminderde activiteiten van de Ned. rijwielin dustrie ontwikkelt deze export naar de V.S. zich in gunstige lijn. Zo was ze van 1953 op 1954 meer dan een verdubbeling, in 1954 ging reeds ca. de helft van de totale uitvoer naar Amerika. Deze compenserende ont- wikkeling is echter nog onvoldoende om het Indon. afzetgebied volledig te dekken, zodat naar een ruimere spreiding van de uitvoer moet wor den gezocht, zoals Dr. Van der Kwast direcceur-generaaji voor Handel en Nijverheid op het Rijwielcongres te Amsterdam vaststelde. Hoe zeer het de moeite loont om de rijwiel-industrie te stimuleren blijkt wel uit de belangrijke plaats die zij in het arbeidsproces in Nederland inneemt. Het aantal werknemers dat in de rijwielbranche een bestaan vindt, bedraagt ongeveer 33.000. Hiervan zijn 6.000 in de industrie, 1000 in de groothandel, 21.000 in de detailhandel en 4500 in de verschil lende toeleveringsbedrijven. In dit ver band gezien loont het bepaald de moeite de betekenis van onze ..fiets" (als handelsobject) niet te laag aan te slaan. Order van 12 Fokker Friendships. Verheugend in meer dan één op zicht is de order uit de V.S. voor 12 Fokker Friendships, het passagiers toestel dat aangepast aan de eisen van veiligheid en modern comfort het eindresultaat is van de intensieve arbeid van de Fokkerfabrieken. Zij hadden de opdracht om van oorlogs industrie over te schakelen op ge stroomlijnde passagiersvliegtuigen. In- plaats van de dood en verderf spu wende pijlvleugeiige Hawker Hunters, worden thans aan de lopende band in onafgebroken rhythme de onderdelen van de F. 27 geleverd, het vliegtuig van de vrede. Deze order van 12 Friendships wordt in licentie met de Fairchild- fabrieken in de V.S. uitgevoerd, doch brengt een bedrag van 8 miljoen dol lar of 32 miljoen guldens in het laatje. Want er is een optie voor nog eens 12 toestellen. Economisch bezien zal hieraan de Fairchildfabriek, naar vei lig mag worden aangenomen, beslist een belangrijk deel van het verkoop bedrag incasseren, doch het feit, dat in betrekkelijk korte tijd Fokker zijn oorlogsindustrie heeft omgeschakeld tot een vredes-bedrijf waar duizenden mannen in overall hun brood verdie nen, is een achtergrond, welke niet mag worden verwaarloosd. Als arbeids-centrum voor tech nisch geschoolde krachten uit In donesië neemt Fokkers vliegtuig industrie een unieke plaats in. Wie in Indonesië in de luchtvaart technische dienst (jarenlang) werkzaam is geweest en over praktische technische ervaring beschikt, maakt goede kans voor een goed-gesalarieerde job. Vele technische krachten zijn van de rijksdiensten overgegaan naar Fokker, omdat de promotie-kan sen in het particuliere bedrijf meer mogelijkheden bieden. Na een herscholing in Rijks werk plaatsen kunnen ook jonge krachten hier in de lagere functies geplaatst worden. AUSTRALIË. Wolverschepingen, productie en export van eieren. De goud- en deviezenreserves van Australië zijn enigszins gestegen. Deze gunsdge ontwikkeling is te danken aan een verbetering van de handels balans. Deze vertoonde in april voor het eerst sinds december 1954 een export-overschot. (Uitvoer A 78.1 miljoen, waartegenover een import van A 68.1 miljoen stond). Dit gunstige resultaat van april moet deels worden toegeschreven aan de grote omvang der wolverschepin gen, die door de havenstakingen in februari waren vertraagd, deels ook aan een vermindering van de invoer. De daling van de invoer zal zich in de toekomst nog voortzetten, zo dat verwacht mag worden dat een verdere verbetering van de goud- en deviezenpositie tot aan het begin van het jaar 1957 zich zal voortzet ten. Australië werkt hard aan de op voering van zijn export. Het zijn niet enkel de wolverschepingen, doch de eierproductie is de laatste jaren aan zienlijk groter geweest dan in de vooroorlogse jaren. De produktie in de voor-oorlogse jaren bedroeg gemiddeld 65 miljoen dozijn. De produktie in 1954-1955 112 mhjoen dozijn, bijna het dubbele van de voór-oorlogse. Ze is verge leken bij 1953 reeds met 3 pet. ge stegen. Engeland is de belangrijkste afne mer. Typisch is hierbij dat 19.6 mil joen dozijn in de schaal werd ge ëxporteerd, de rest ad 21 miljoen do zijn werd als pulp verscheept. Dene marken dat oorspronkelijk de groot ste leverancier van Brittannië is ge weest, heeft zijn uitvoer naar West- Duitsland verplaatst, wat Australië ten goede kwam. INDONESIË: INTERNATIONALE JAARBEURS SOERABAIA. De met zo grootse allure aange kondigde „Vierde Internationale Jaar beurs 1956 welke te Soerabaia van 29 augustus tot 7 oktober a.s. zou worden gehouden, is volgens besluit van het organiserend comité de „DEXIP' uitgesteld tot 1957. De oorzaak van dit uitstel is ons niet bekend. Wel hebben wij enige tijd geleden gelezen dat exposanten- in-spé hebben geïnformeerd, welke instantie de enorme risico's en on kosten aan zo n jaarbeurs verbonden, zo niet geheel, dan wel gedeeltelijk reduceert tot een redelijk bedrag. Volgens de voorlopige plannen zal de jaarbeurs in de periode van april tot oktober gehouden worden. INDONESIË. Rubber, olie en tin naar communis tisch China en Rusland. Indonesië heeft begin juni officieel het door de V.N. opgelegde embargo op rubber-uitvoer naar Comm. China opgeheven. Zij motiveerde zulks dat het rubberverbruik van Comm. China, dat ongeveer 600.000 ton per jaar bedraagt, door de Indon. invoer met de helft, de verminderde Indon, ex port naar de Ver. Staten met 70.000 ton per jaar, enigszins zou opheffen. Aldus de min. van Econ. Zaken te Djakarta. Internationale handelskringen be twijfelen of China zulke enorme hoe veelheden zou afnemen, aangezien het zijn rubber-aankopen tot het uiterste heeft beperkt. Volgens niet- officiële berichten heeft het in de zui delijke provincies (Hainan) belang rijke rubberplantages gevestigd. (Er zou nóg een reden zijn aan te voeren. De smokkelhandel in natuurrubber uit Borneo is ondanks het embargo lustig doorgegaan). De nieuwste berichten spreken van een uitvoer naar Comm. China van 110.000 ton rubber voor de nieuwe Chin, automobiel-industrie te betalen in ponden sterling tegen wereldmarkt- koersen. De Sovjet wenst niet achter te blijven en heeft alweer volgens Indon. bron een order geplaatst van 7.000 ton rubber van verschil lende kwaliteiten. Een Russisch schip zal de lading ophalen. Er is ook interesse voor olie en tin. GUERILLA (vervolg van pagina 7) Weken nadien stiet een Japanse patrouille aan de bosrand op twee menselijke wezens. Slechts aan de koppelriem van canvas waren zij te herkennen als leden van de Nip pon Imperial Army. Het lichaam overdekt met vuil en infectiewonden was vel over been en met een zwar te gezwollen tong mummelden zij onsamenhangende woorden als hen wat werd gevraagd. Alleen bij de vragen die nauw verband hielden met „guerrilla was heftige reactie te bespeuren. Dan sidderden zij over het ganse lijf en de ogen sprongen bijkans uit de kassen. De patrouille-commandant han delde als een goed zoon van Daï Nippon. Ter plaatse en eigenhandig werden de twee ongelukkige wezens afgemaakt. Het was beslist niet no dig, dat de angstpsychose, die nu reeds zo intens onder zijn manschap pen leefde, nog meer werd qevoed Slot. De strijd die militie-sergeant Maurits Kokkelink tot een „hap py end én ter meerdere glorie van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger uitvocht, verdient met recht te worden geboek staafd in de Vaderlandse hel denhistorie. Het Keizerlijk Ja panse leger had op zijn hoofd, dood of levend, een prijs gesteld van 10.000 gulden in baar geld en daarnevens goederen in fa belachtige hoeveelheden. Zelfs toen uiteindelijk Ameri kaanse hulp kwam opdagen, aanvaardde Kokkelink die hulp slechts om gezamenlijk de vijand de genadeslag te kunnen toe brengen. Hij en zijn guerrilla's rustten pas toen het onomstote lijk vaststond, dat het hen toe vertrouwde gebied Neder lands Nieuw Guinea zich inderdaad weer kon koesteren in het Oranje-zonnetje onder het vertrouwde Rood-Wit-en-Blauw. Een exemplaar van deze ver trouwde driekleur hadden zij sinds 1942 uit Manokwari met zich meegevoerd, en dit gerafel de. met bloed bevlekte dundoek boden zij als blijk van eerbied en toewijding hun geliefde en geëerde Vorstin, Koningin Wil- helmina aan. Op de witte baan van deze vlag hadden de overlevenden van dit epos hun naam getekend. Het heeft Hare Majesteit be haagd om de militie-sergeant Maurits Kokkelink tot Ridder M.W.O. te slaan en alle over levende guerilla's ontvingen van Haar een persoonlijk schrijven: „Uwe gedachte om mij de vlag toe te zenden, die Gij gedurende Uwen langen en onverschrokken guerillastrijd hebt hoog gehou den, heeft mij diep getroffen. Ik betuig U daarvoor mijne grote erkentelijkheid. Gij kunt er van verzekerd zijn, dat Uw geschenk mijne gedachten dikwijls zal te rugvoeren naar U en ook naar degenen, die hun naam niet meer op de vlag hebben kunnen plaat sen". EINDE.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 8