^-[etZ<~Qoer om/ Üu 1 e JAARGANG, SEPTEMBER 1956 ONDER-ONTWIKKELD GEBIED CULTUUR EN WELVAART UITGAVE VAN DE STICHTING „ONZE BRUG" - ONDER REDACTIE VAN /R. A. G. de GRAVE Discriminatie Voor een goed gevulde zaal en voor een geboeid luisterend gehoor heeft de bekende Hollandiase advokaat/procureur Mr. J. O. DE RIJKE, begin augustus op twee vergaderingen van het Nieuw Guinea Verbond, zowel in Hollandia (Haven) als in Hollandia-Binnen, een wel zeer be langwekkende redevoering gehouden. Beoordeeld naar het langdurige en warme applaus, dat' de populaire spreker na afloop daarvan heeft mogen ontvangen, schijnt zijn, van geest en humor sprankelend, doch desniettemin zakelijk goed gedocumenteerd betoog, bij de luisterenden in goede aarde gevallen en met instemming ontvangen te zijn. Dit stemt tot nadenken, want de grondgedachte van 't betoog „Het roer om", betekende niets meer of minder dan een pleidooi voor een om schakeling in geestelijke gesteldheid, zowel bij de overheid die het be stuur over dit gebied uitoefent en het (dagelijks) beleid er van uitmaakt, als bij de ..Westerse immigranten", die zich in de loop dei jaren in Nieuw Guinea gevestigd .hebben om dit land'te helpen opbouwen en er voor zich en hun nakomelingen een nieuw bestaan te scheppen. Zijn op talrijke zaken diep ingaande beschouwing had als uitgangs punt de sterk toegenomen belangstelling, die zowel in het moederland als in de internationale wereld voor dit Nederlandse Rijksdeel is gewekt, in de eerste plaats door de activiteiten van onze vriend ..Mister Bung' uitgesproken op z'n Amerikaans!) en in de 2e plaats door de alom verwarring gesticht hebbende Synodale Oproep tot bezinning der Neder lands Hervormde Kerk. A. d. G. Ingeleid door de voorzitter van het Nieuw Guinea Verbond, de heer Brandenburg van den Gronde, be gon mr. de Rijke zijn redevoering met een bijtend-ironische opmerking aan de aanwezige politie-inspecteurs dat hij, gedachtig aan art. 154 van het Wetboek van Strafrecht, geen „gevoelens van haat, vijandschap etc. etc. koestert jegens de Staat noch van zins is „onrust te ver spreiden", waarop 7 jaar staat. In een knap opgebouwd spranke lend betoog, waaruit de volkomen beheersing van de stof sprak, gaf de spreker zijn ongezouten critiek op de veelzijdige ^aspecten van het Nieuw-Guinea probleem. De reis van Boeng Karno naar Amerika waar men hem „Bung" noemde en de oproep van de Generale Synode heeft Ned. Nieuw Guinea in de scherpe schijn van de belangstelling geplaatst. „Nu kan dat voor ons gunstig zijn", zo stelde hij badinerend vast, „wanneer we zorgen niet voor de dag te komen met modderspatjes op ons pakje, maar in een keurig net jasje voor de schijnwerpers van het buitenland tredenOns doel is: de opheffing van de Papoea. Maar dit doel is een ver verwijderd doel, en we zijn er nog niet als wij de Pa poea's op school geleerd hebben 1 plus 1 is twee. Zij zullen eerst dit schoolbrevet, deze kennis tot gelding moeten weten te brengen. Zij moeten die kennis kunnen aanwenden in de praktijk. OOK IN ander opzicht is er voor- uilgang. Nieuw Guinea is een land waar orde en rust heersen in het door ons Bestuur beheerde gebied. De criminaliteit is er gering. Maar daarmee zijn we er nog niet. Hoe lang zal het duren dat de Papoea in staat zal zijn op eigen benen te staan? Twintig 30 jaar? Op het ogenblik investeert de Nederlandse Regering 40 tot 60 mil joen gulden in Ned. Nieuw Guinea. Hoe lang is de Nederlandse belas tingbetaler van plan dit te doen? 1954'55'56 gaven nog te weinig opbrengst te zien. Gerechtvaardigd is alzo de vraag: wat doen jullie zelf in Nieuw Guinea? Waarmee vult de Papoea inmiddels zijn buik? Wie zorgt er voor hem? KEUZE MIDDELEN TOT EXPORT-VERHOGING. Met het scherpzinnig inzicht van de realist toont Mr. de Rijke aan dat de keuze tot verhoging der cxport-cijfers waarbij min of meer de Papoea kan worden ingeschakeld, meer papier heeft gekost dan dat hiermede een exportstijging werd bereikt. Het cacao-plan heeft meer papier gekost dan de cacao-productie later zal opbrengen. „Ik wilde dat ik di recteur van een papierfabriek was", zo sneerde hij, „dan was ik nu een vermogend man Het Koembé-plan (rijstbouw proef polder) waarover hoog werd opgegeven gaf net zoveel dat een „mug" er net genoeg aan kon hebben. (Toekomstige opbrengst ge schat op 8.000 ton, bereikte produk- tie 150 ton. Invoer jaarlijks nog altijd 6.500 ton. F.) Inplaats de „onmiddellijke politiek in het econ. beleid toe te passen en de natuurlijke producten van het land als copra, kopal, rotan, etc., etc. te stimuleren en te verbeteren, begeeft men zich op het terrein van experi menteren. Men heeft verzuimd con structief te werk te gaan, waardoor dit uitgestrekte gebied op eigen benen zal kunnen staan. Wanneer men een exportpremie op bevolkingsproducten zou geven, zouden de resultaten aan merkelijk gunstiger zijn geweest. Scherp hekelde de spreker hierop de ambtenaren-instelling, zoals deze zowel in Engeland als in Nederland toepassing vindt, het systeem van afschuiving naar assistenten, die het weer doorgeven aan anderen etc. etc. Nog scherper stelt hij de onbillik- heid in de discriminatie van de locaal aangestelde krachten bij de uitgezon den krachten. Met voorbeelden toont de spreker aan hoe bij de politie de uitgezonden inspecteurs in vakkennis ver ten achter staan bij de agenten en hoofdagenten ter plaatse; dat zij in de hun toegekende rang van in specteur volkomen misplaatst zijn, en dat hun totale onkunde bij de op nieuw voor hen gecreëerde school-op- leiding aan de dag is getreden. Zij zijn in Nederland zelfs nog nimmer zelf standig opgetreden. Ditzelfde feit doet zich voor bij de monteurs 1ste kasse. De meesten missen de vereiste vakkennis en de praktische kennis. HET NADEEL VAN DIT ALLES IS DAT ZIJ DE FUNCTIE OP ,ZE WIJZE BLOKKEREN vGOR DEGENEN DIE ER WEL DE GESCHIKTE CAPACI TEIT VOOR BEZITTEN. Hierdoor wordt de animo en werk lust van de locale werkkrachten niet weinig gestremd. Gerechtvaardigd is de gedachte: wat doen we hier lan ger? Op deze wijze brokkelt het aan tal geroutineerde krachten hoe langer hoe meer af. Het bovenstaande is slechts een deel van de causerie, die helaas niet al te duidelijk doorkwam hier in Hol land. We achten het daarom niet juist om de minder duidelijke gedeel ten hier weer te geven. Deze zullen in het volgend nummer, wanneer er meer gegevens voor ons beschikbaar zijn, worden opgenomen. Het bovenstaande is dan ook vrij weergeven en meer naar de geest dan naar de letter. De critische opmerkingen van mr. de Rijke waren scherp, doch gebaseerd op een ge zonde kijk op reële problemen ter plaatse. Wie de begroting van Ned. N. G. in ernstige beschouwing neemt, zal met verwondering zien hoeveel er voor gouvernementele uitgaven is uitgetrokken en hoe weinig voor dé stimulering van de praktische ont ginning en ontwikkeling. En helemaal niets voor de stimulering van de ini tiatiefnemers, de pioniers in dit ruige gebied. Wanneer deze laatste groep de ruggesteun van het Bestuur zou hebben, zou het particuliere bedrijf floreren, want morele steun alleen reeds, moedigt de ondernemers aan. Ook het sluitstuk van dit gave bouwstuk kunnen we voor de volle 100 °/o onderschrijven. Hiermede gooi de de spreker een steen in het hoen derhok, toen hij met élan het stand punt verdedigde: dat de taak van de Ned. pioniers moet zijn om de Papoea op hetzelfde niveau te brengen. Wil len zij zichzelf in Ned. Nieuw Guinea handhaven, dan zullen zij hebben te zorgen dat zij samen met de Papoea's de economische en verdere ontwik keling van dit land op zich zullen nemen. Ons land is gebonden aan de voor de V.N. afgelegde belofte dat Nederland zijn taak opvat in de zin van het tot ontwikkeling brengen van land en volk van Ned. Nieuw Guinea. Slechts op deze basis kunnen de Nederlanders in Nieuw Guinea blij ven. En hierin geldt voor zekere groepen het „roer om". Voor een vrije weergave, F.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 1