Frans van Leeuwen
FORUMAVOND CENTRUM
INDISCHE NEDERLANDERS
Heeft U moeilijkheden
of wensen op
fotografisch gebied?
Stelt u zich dan in
verbinding met
FOTO en CINÊHANDEL
Laan van Meerdervoort 267 a
Den Haag
Voor een goed gevulde zaal in de
„Gouden Kroon" hield op 18 sep
tember j.l. het Voorlopig Forum
comité van het „Centrum Indische
Nederlanders" zijn eerste forum
avond.
Achter de groene tafel waren ge
zeten: de heren P. A. Dessauvagie,
voorzitter van het Centrum Ind. Ne
derlanders. Mr. van Beem, juridisch
adviseur en de heer Dessauvagie jr.,
secretaris.
IN een korte pittige toespraak
lichtte de voorzitter het doel en de
betekenis van deze Forum-avond toe.
Het ligt in de bedoeling geregeld zul
ke forum-avonden te organiseren,
wanneer de behoefte daartoe wordt
gevoeld.
Immers is gebleken aldus de
voorzitter dat reeds bij het zetten
van zijn voet op de vaste wal voor
de Indische Nederlanders die nimmer
in Nederland zijn geweest, de moei
lijkheden beginnen. Daar zijn zoveel
voorschriften en reglementen, pro
blemen van contract-pensions of an
dere huisvestingsmoeilijkheden, waar
voor de „Baroe" direct bij zijn aan
komst zich gesteld ziet, dat deskun
dige voorlichting in al deze vele en
veefsoortigb moeilijkheden niet ge
mist kan worden.
Zonder afbreuk te doen aan de
hulp die de Dienst van Maatschappe
lijke Zorg aan de gcrepatricerden ver
strekt, zijn er zoveel zaken welke hier
buiten vallen.
De heer Dessauvagie deed een
greep uit de veelsoortige problemen
en noemde als het kernprobleem o.a.
„de dubbele belasting" zoals deze po
pulair wordt genoemd. Immers heeft
de Indische Nederlander door zijn
dubbele belastingaanslag, in Indone
sië zowel als in Nederland belasting
te betalen over: zijn wachtgeld of In
disch pensioen in Indon. roepiahs, en
over zijn salaris hier in Nederland in
Nederlandse guldens.
In een heldere uiteenzetting waarin
de spreker de overeenkomsten dien
aangaande tussen Nederland en Indo
nesië (in de jaren 1951-'52-'53 en de
verandering daarna in, 1954) besprak,
besloot hij met het advies dat men
hierbij in normale gevallen het beste
deed, rustig af te wachten tob de be
lastingdienst de zaak heeft behandeld.
De restitutie heeft in vele gevallen
reeds plaats gehad.
Voor bijzondere gevallen echter is
fiscaal-juridische bijstand bepaald on
ontbeerlijk.
Ook op studie-gebied of voorlich
ting voor het verkrijgen van genees
kundige hulp etc. etc. zal het Forum
zo niet op deze avond, dan toch bin
nen enkele dagen gaarne adviseren.
Daarop werd gelegenheid geboden
tot het stellen van vragen.
Deze werden in het begin slechts
aarzelend gesteld, doch in de loop van
de avond kwamen ze los. De kern
problemen vormden wel: de rechte
loosheid bij de overname van emi
granten-meubilair, waarbij de koper
geen verhaal heeft op de emi
grant, wanneer deze de goede meu
bels onderhands aan derden heeft ver
kocht en hiervoor in de plaats oude
rommel heeft geplaatst. De man zit
doorgaans reeds op de boot, wan
neer de nieuwe huurder bezit neemt
van de woning en van de oude rom
mel, welke hij duur heeft betaald.
Immers doet zich hier het feit voor,
dat wil men de woonruimte ter be
schikking krijgen, men de kwitantie
te tonen heeft, want een urgentie-ver-
klaring alléén is niet voldoende voor
de huisvestingsorganisatie.
De slachtoffers van deze infame
manipulaties vallen steeds onder de
groep gerepatrieerden, die hun zuur
verdiende spaarpenningen aanspreken
om maar in een eigen huisje te kun
nen trekken.
HET andere knelpunt is de storting
van zijn Ind. roepiah's bij de Ned.
Commissariaten, die hiervan later
alles in Ned. gld. ineens aftrekken
aan gemaakte kosten, zodat het be
drag voor weder-inrichting hierdoor
zodanig wordt besnoeid dat de ge-
repatrieerden in een diepe schuld bij
de overheid komen te verkeren, wan
neer ze uiteindelijk een woning krij
gen toegewezen.
Mr. van Beem antwoordde hierop,
dat deze kwestie inmiddels onder de
aandacht van het Min. van Maat
schappelijk Werk is gebracht.
Mevrouw Van der Weyden-Van
Heutz, de dochter van Generaal van
Heutz vroeg hierop het woord en hield
een pleidooi voor de samenbundeling
van alle Indische Nederlanders in de
Stichting „Hulp voor Ind. Neder
landers". Deze Stichting verzorgt
voeding en onderwijs, doch door in
wijdingsceremoniën op het leven
voorbereid; de levenswijze is vooral
gebaseerd op traditie en bijgeloof.
Met behulp van een gecompliceerd
ritueel onderhoudt men de band met
de voorouders, welke de behoeders
zijn van deze traditie.
In de mysterieuze wereldjes van de
Papoea's waarin het verleden dik
wijls belangrijker is voor het heden
dan de toekomst, waarin magie en
mythisch denken een belangrijke rol
spelen, is van arbeidsverdeling weinig
sprake, met uitzondering van die
tussen man en vrouw. De man ver
zorgt het zware veldwerk als het
vellen van bomen, voorziet in de
dierlijke eiwitvoorziening door de
jacht en verzorgt de verdediging naar
buiten, de vrouw ziet zich de dage
lijkse landarbeid toebedeeld voor het
huishouden.
In deze geheel op zelfvoorziening
ingestelde samenlevingen is het be
staansminimum laag, het leven hard
en wisselvallig, de sterftecijfers zijn
als regel hoog, met gevolg dat van
bevolkingstoename waarschijnlijk wei
nig of in het geheel geen sprake is.
Het totaal aantal zielen (op een ge
bied 12 maal Nederland) wordt ge
schat op 700.000, met de hoop dat
het er één millioen zullen zijn. Ten
o.m. de verzending van pakketten
waarin kleding, etc. etc. voor de
noodlijdende Ind. Nederlanders over
zee, doch heeft bovendien een emi
nent Bestuur onder voorzitterschap
van Dr. H. A. Colijn, zodat men
hier voor zijn voorgelegde problemen
deskundig advies kan krijgen.
De Voorzitter, de heer Dessauvagie
dankte de spreekster voor haar sug
gestie en zegde toe contact te zullen
opnemen met deze heren.
Nadat ook de heer Van Ligten als
propagandist het zijne had gezegd,
werd 10 minuten gepauzeerd, waar
na Mevr. A. G. de Grave-Terwogt
haar voordracht hield over Nederl.
Nieuw Guinea.
IN EEN warme, boeiende voor
dracht belichtte Mevrouw de Grave
de verschillende facetten van het
Nieuw-Guinea-probleem. Op overtui
gende wijze toonde zij aan dat hier
inderdaad nog een ruim arbeidsveld
lag voor de Ned. Ind. en Nederlandse
immigranten, wanneer deze zich ern
stig instelden op het in volledige sa
menwerking met de autochtone be
volking tot ontwikkeling brengen van
dit gebied op economisch, agrarisch
terrein.
Wat de politieke instelling betreft,
zeide zij:
„Ik ben na een jarenlang verblijf
in dit land van oordeel, dat het niet
alleen onze plicht is, maar dat het
ook alleszins de moeite waard is,
onze soevereiniteit over Westelijk
Nieuw-Guinea te handhaven.
Van de rechten die door deze soe
vereiniteit aan Nederland en het
Nederlandse Volk zijn toebedeeld,
dienen wij volledig gebruik te ma
ken om onze plichten t.a.v. land en
bevolking van Ned. Nieuw Guinea
op vruchtdragende en voor alle be-
tijde van de Commissie zijn er een
kleine 400.000 daarvan onder recht
streeks bestuur gebracht: Vast staat
dat malaria een endemische volksziek
te is en dat de eiwitvoorziening te
wensen overlaat.
De commissie is van oordeel dat het
ontwikkelen van het land in feite
neerkomt op het ontwikkelen van
haar volk, wat inhoudt, dat voor dit
volk een acceptabele hogere levens
standaard bereikt zal moeten worden.
Hierbij moet het begrip levensstand
aard opgevat worden als de door de
betrokken samenleving verlangde
consumptie, waarbij met consumptie
zowel het verbruik van materiële
goederen als het genot van culturele
goederen bedoeld is, dus van goede
ren en diensten welke het geestelijk
welzijn van de mens bevorderen.
En dit alles komt in concreto neer
op verhoging van de arbeidsproducti
viteit, aangezien verhoging van de
levensstandaard en handhaving daar
van slechts door meerproductie kan
worden bereikt.
Wanneer we hier te doen hadden
met een meer ontwikkeld land, dan
zou de oplossing van dit vraagstuk
neerkomen op een betere voorziening
van de factor arbeid met kapitaals
goederen. Uiteindelijk zal ook voor
N. Guinea hierin de oplossing ge-
langhebbenden bevredigende wijze
te vervullen".
Dat Mevr. de Grave de moeilijke
omstandigheden waaronder de Ne
derlandse nederzetting te leven heeft,
niet vergat scherp te belichten, lag
geheel in de lijn van deze voordracht,
die geen enkel facet van het N.G.-
probleem oversloeg. Haar bezielende
voordracht oogstte dan ook veel bij
val.
Deze causerie zal nog in andere
plaatsen in Nederland worden gehou
den, waarom wij slechts met een sum
mier uittreksel hiervan, dit verslag
besluiten.
Deze eerste Forum-avond belooft
veel voor de toekomst. Hier worden
problemen op zakelijke wijze aange
sneden. En dat is méér dan wij van
de meeste van dergelijke samenkom
sten kunnen zeggen. F.
zocht moeten worden, doch in eerste
instantie is dit niet het geval. Het
kapitaal hij de man is niet het directe
antwoord op Nieuw-Guinea's uitda
ging tot ontwikkeling.
De man zal hier eerst door maat
schappelijke differentiatie, geestelijke
omvorming, opvoeding, scholing, ge
zondmaking, tot het nuttig hanteren
van kapitaal bekwaam moeten wor
den gemaakt, en eerst dan zal van
een verhoging van arbeidsproducti
viteit sprake kunnen zijn.
Dit alles vereist omvorming, ombui
ging, vernieuwing en groei van de
structurele verhoudingen van de sa
menleving en aanpassing, ook in cul
tureel en geestelijk opzicht, aan nieu
we waarden.
Zolang de primitieve samenlevin
gen niet van structuur veranderen, zal
de opvoering van de arbeidsproduc
tiviteit en ook de arbeidsvoorziening
zelve een précaire aangelegenheid
blijven.
Tot zover dit belangwekkend ont
wikkelingsplan van de Commissie
van Advies, wij vervolgen in het
volgende nummer van „Onze Brug"
met de belichting van de hierop aan
sluitende onderwerpen als: gemeen
schapsontwikkeling, overheidszorg,
vakscholen en vestigingsprojecten en
ten slotte de mechanisatie. S.
Vervolg Ontwikkeling van de Autochtone Bevolking van Nieuw-Guinea