Av Nieuw Guinea 3e maal op V.N.-agenda Wat biedt Indonesië nan Yed. Yienw biainea Oorlogsbegroting in Tweede Kamer 1 e JAARGANG, NOVEMBER 1956 No. 5 CULTUUR EN WELVAART ONDER-ONTWIKKELD GEBIED ONDER REDACTIE VAN MEVR. A. G. de GRAVE De agendacommissie van de algeme ne vergadering der Ver. Naties heeft besloten de kwestie-Nieuw-Guinea op de agenda van de algemene vergade ring te plaatsen. Zowel Menon van India als Sobolef van de S.U. betoogden dat „de res ten van het kolonialisme moeten ver dwijnen". Zij ondersteunden de Indo nesische afgevaardigde Sudjarwo, die betoogde, dat „de Nederlanders de vrede in gevaar brengen door ver sterking van hun koloniale greep en het legeren van militaire eenheden op Nieuw-Guinea". De Britse ge delegeerde ontkende Hen stelligste dat de toestand op Nieuw Guinea de vrede in dat gebied in gevaar brengt. Luns „Onrecht" Namens Nederland sprak minister Luns. Hij onderstreepte, dat wat de Indonesische regering thans vraagt, slechts een verzoek is aan de alge mene vergadering om haar behulp zaam te zijn bij het verkrijgen van een deel van Nederland en zulks niet op juridische gronden, maar „alleen omdat Indonesië het wil hebben". In dien wordt toegelaten, dat een der gelijke eis wordt behandeld, is er sprake van schending van het Hand vest van de Ver. Naties en een ern stig onrecht jegens de bewoners van Nederlands Nieuw-Guinea", aldus mi nister Luns. „Verdere debatten in de V.N. betekenen slechts onrecht te genover de inheemsen op Nieuw- Guinea, aan wie Nederland heeft be loofd dat zij hun eigen lot mogen be palen zodra zij daartoe in staat zijn. Nederland is niet bereid met Indone sië te onderhandelen op basis van een volledige en onvoorwaardelijke over dracht van Nieuw-Guinea aan Indo nesië, zoals Djakarta thans eist." aldus „Het Vaderland" Aan de glasheldere uiteenzetting van de motieven van Indonesië door Mi nister Luns. hebben wij niets toe te voegen. Want ze slaat de spijker precies op de kop. Het gaat er bij Indonesië inderdaad ^uitsluitend om de toevoeging van Ne- derlands Nieuw Guinea aan haar ge bied. „De resten van het kolonialis me moeten verdwijnen", zegt Sobo lef van de S.U., maar blijkbaar niet in Hongarije, waar men nu op struik roversmanier Imre Nagy heeft ont voerd. Ook de motivering van Indo nesië dat „de Nederlanders de vrede in gevaar brengen door versterking van hun koloniale greep en het lege ren van militaire eenheden op Neder lands Nieuw Guinea", snijdt geen hout, omdat nergens ter wereld meer rust en orde heersen dan juist in deze uithoek. Als Indonesië nu meer de hand in eigen boezem stak en zich afvroeg of het niet tégen deze door haar zo fel verdedigde anti-koloniale tendens is, dat zij het zeibeschikkings recht van een zelfbewust, goed ont wikkelingsniveau staand volk als de Ambonezen, moedwillig en doelbewust met voeten treedt, moet het ant woord dan niet luiden dat Indonesië zélf koloniseert? En wat wenst het thans met Ned. Nieuw Guinea? De Papoea-bevolking is in doorsnee nog een onder-ontwikkeld volk. Het verkeert nog in vele opzichten in het stenen tijdperk. Ook zijn grondgebied is nog onontgonnen, en agrarisch, eco nomisch en industrieel volkomen on bewerkt. Wat biedt Indonesië dc Papoea Zal het in staat zijn dc bevolking lang zaam maar zeker op te voeren naar de ontwikkeUngstrap van beschaving als de westerse volken? Bezit Indo nesië hiertoe de mentale experts zowel als de economische, de agrarische krachten? Kan zij ervaren experts le veren, die hier projecten uitwerken zoals het op pagina 3 van dit blad uitgewerkte werkprogram van de com missie van Advies voor Agrarische ontwikkeling van Ned. Nieuw Guinea waarbij de ontwikkeling van de be volking en de gezondheidszorg een zeer voorname plaats innemen Kan zij op deze ernstige vragen een beves tigend antwoord geven, of moet zij hierbij denken aan de uitspraak van haar eigen oud-vice-presidentMoham med Hatta dat in alle lagen van de be volking, zowel onder de hoge function- narissen als bij het gewone volkontevre denheid en corruptie heersen? Wat heeft Indonesië gemaakt van haar zo vurig begeerde en nu sedert 6 jaren verkregen gouden onafhankelijkheid Ziet dat zijn ernstige vragen. Wij kennen het land, en zijn moeilijkhe den. Wij kennen echter ook zijn meerwaard igheidscomplex, dat het nu doet grijpen naar projecten die het niet aankan. Want nóg zijn hele stuk ken van Borneo en het prachtige Su matra onontgonnen, en liggen op de grenzen van Bandoeng en omstreken op de berghellingen de Daroel-Islam- organisaties, die nog altijd brandschat ten en de arbeidsvrede verstoren. En nog maar een week geleden zijn er Hoofd- en opperofficieren ontslagen of op „lang verlof" gezonden, omdat men een coup verwachtte in Djakar ta. Geeft zulks niet te denken? Moet zo n staat, die zelf nog in een min of meer revolutie-roes verkeert, nu dat rustige, half-dommelende Nieuw Gui nea tot ontwikkeling brengen? Dan zou er eerst recht sprake van zijn dat hier „de vrede in gevaar werd gebracht", maar niet door de Nederlanders! INDONESIë, we begrijpen volko men uw aspiraties, want we zijn op uw grond geboren en opgegroeid; maar Indonesi: blijf reëel in uw eisen. Grijp niet te hoog, want het is niet leuk, om steeds op je tenen ie moeten staan, zelfs in Timturlaar- zen. Stel liever eerst wat orde op uw huishoudelijke zaken, zodat de de- viezenpositie wat beter wordt; ver hoogt ook de export van uw agra rische produkten, en temper de strijd lust van de „bapaks" die de onder wijzers voor de klasse een pak ram mel verkopen als hun anakkies straf krijgen, zoals een onderwijzer van de „sekolah rakjat Lumatang" op Tji- deng Barat (Djakarta) te beurt viel. Dit zal de Papoea zéker weten te ap preciëren, want zon knokpartijtje breekt de sleur van het 2 plus 2 is vier, maar in gemoede: riekt dit niet erg naar het gehate „kolonialisme"? en het eigen rechter spelen? Misschien dat het praatcollege der Volkerengemeenschap u in het gelijk stelt, maar gezond gedacht, zoals de man in de straat denkt: „Wat biedt u. Indonesië, aan de Papoea's en aan Nieuw Guinea?" A. H. Führi-Mierop. Bij de behandeling van de Oor logsbegroting in de Tweede Ka mer, verklaarde Minister Ir. Slul na de mededeling dat op Marine niet zal worden bezui nigd: Nederlands Nieuw Guinea is vast in onze handen en de ver dediging heeft onze blijvende aandacht.'' Wanneer minister Stal dat zegt, dan zal het wel zo zijn, doch is het de minister ook bekend dat er geregeld inliltraties vanuit Indonesië plaats hebben? Geen onrustbarende geen groepen met stengun bewapen de infiltranten, doch rustige In donesische burgers die zich on der de Papoease bevolking men gen en met ze samenwerken en een strootje rollen. En zo onder cle hand met ze praten, een dóódsimpel gesprekje over dóódsimpele onderwerpen. Over de binie's en de anakkie's, over de rijpende gewassen en over de „bazen", de Blanda's. En zo ongemerkt worden er vergelij kingen gemaakt tussen de Indo nesische bazen op Java die al lemaal de ,,kangs" zijn, de oude re broeder van de werklui, op basis van sama bersama. Kent de hoge autoriteit van de Marine de machtige uitwerking van zulke op aangename con versatie-toon gevoerde zachtzin nige gesprekk'en? Kent men hier in Holland de kracht van de subtiele geestelijke infiltratie De ondermijnende uitwerking hiervan door fijn uitgezaaid wantrouwen? Zie, dat is nu maar zo'n leke- praatje van een doodgewoon Vervolg op pagina 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 1