Ontwikkeling van de Autochtone Bevolking van Ned. Nieuw-Guinea Richtlijnen van de „Commissie van Advies voor de Agrarische ontwikkeling", waarbij gemeenschapsontwikkeling, vakscholing en gezondheidszorg, alsmede de zelfwerkzaamheid van de bevolking zijn opgenomen. ^emeenschaps ontwikkeling De Commissie nu ziet als weg die in geslagen moet worden de „gemeen schapsontwikkeling". Zij meent dat slechts hierdoor de maatschappelijke klankbodem voor verdere ontwikke ling, ook ten aanzien van het Wes ters bedrijfsleven, zal kunnen wor den verbreed en versterkt. Met de ontwikkeling van plaatselijke gemeenschappen wordt dan beoogd het tot standbrengen van structurele veranderingen in heel de gemeen schap; zij vereist omvorming van de volle persoon van de Papoea in al zijn geledingen van sociaal-econo- misch-cultureel en religieus subject, zij zal zich tot alle sectoren van het gemeenschapsleven moeten uitstrek ken en zij zal zich vooral ook in de actieve deelneming van de bevolking zelve moeten kunnen verheugen. Gezien de grote verscheidenheid der bevolkingsgroepen en groepjes in N. Guinea zullen de ontwikkelingspro jecten plaatselijk georiënteerd moe ten zijn. In het hoofdstuk over de voorgestelde projecten zien wij dat de commissie voorstelt, in het komende 10 jarige tijdvak te komen tot 25 van deze projecten van community- development. Deze projecten zullen in de eerste plaats gericht dienen te zijn op het ontwikkelen van de auto-activiteit van de bevolking, waarbij lager on wijs aan alle kinderen van het be trokken ontwikkelingsproject de mi nimum eis zal zijn, terwijl ook het geven van projectonderwijs overwo gen moet worden. Daarnaast zal een programma van activiteiten ten uit voer moeten worden gebracht, dat enerzijds beoogt het verbeteren van het algemeen welzijn (interne assai- neringswerken, aanleg van intern we- gennnet, oprichting publieke gebou wen, recreatie-aangelegenheden enz.), anderzijds op beroepsdifferentiatie is gericht (timmeren, metselen, huizen bouw, meubelmaken, kleermaken, dienstverlening enz.). De landbouw zal uiteraard een rui me plaats als tak van volksvlijt in de samenleving moeten blijven innemen en tot de landbouwactiviteiten be hoort een althans gedeeltelijk geme chaniseerd bedrijfje. Er zal gestreefd moeten worden naar een beroepsdifferentiatie in deze ge meenschappen van ca 65 agrari- sche en 35 andere beroepen. Aan coöperatie, recreatie, sport en spel dient verder veel aandacht te worden besteed, evenals aan hygiëne, babyverzorging en gezondheidsver zorging van andere aard. Het religieu ze leven blijve een ruime plaats in geruimd, het gemeenschapsleven zal dienen te zijn geconcentreerd om de kerk, de school, de recreatie en de coöperatie. Zelfwerkzaamheid In deze reeks van activiteiten zal de bevolking zelve hebben te doen en te dragen, wat maar enigszins moge lijk is. Zij zal zelve haar school, haar kerk, haar recreatie, haar gebouwen en huizen, haar markt en al dergelijke zaken meer hebben te bouwen en te verzorgen en haar interne wegennet en zonodig landingsterreinen voor be perkt vliegverkeer ten behoeve van haar verbindingen met de buitenwe reld hebben aan te leggen. Dit alles is werk van de gemeenschap. Overheidszorg Aan de Overheid komt dan de zorg voor het onderwijs, de hygiëne, de gezondheidszorg in het algemeen, de opleiding van per soneel, de voorlichting en propagan da en tevens de taak die middelen en kapitaalsgoederen te verstrekken, welke niet ter plaatse kunnen worden gewonnen of met eigen middelen en uit eigen kracht kunnen worden op gebracht. Zo kan men zich voorstel len dat een gemeenschap een klein wegwalsje, een klein machinepark voor landbouwmechanisatie, een klei ne deugdelijke uitgeruste werkplaats c.d. nodig heeft. Dit alles dient het Gouvernement voorhands a fonds perdu, doch wellicht - - indien de mo gelijkheden zich daartoe voordoen op voorschol te verstrekken. In het bovenstaande is in het kort de organ:satie van een community de velopment-project uiteengezet. Kernstichting Het ligt nu niet in de bedoeling ge hele bevolkingsgroepen ineens blijvend te vestigen in een daartoe uitgezocht territoir, doch veeleer zal men moe ten beginnen met kernstichting bij groepen, waaromheen men de op nieu we leest geschoeide gemeenschappen laat groeien tot samenlevingen van 2000 a 5000 zielen en waarvoor men al naar behoefte vestigingsprojecten gereed maakt. Het is ook niet zo dat de bevolking voor de deelneming aan een dergelijk schema haar bestaans basis direct geheel heeft los te laten. Integendeel, het project gaat van deze basis uit, buigt deze om en elimineert haar tenslotte, zodra de nieuw ge vormde samenleving voldoende hou vast aan nieuwe waarden heeft ge kregen. Deelnemende clans zullen dus aan vankelijk hun traditionele bestaans middelen en produktiemethoden kun nen inbrengen om in hun behoefte van alle dag te kunnen voorzien, ter wijl zij zouden kunnen besluiten, daar naast een paar dagen per week aan het werk ten behoeve van de ontwik keling van de gemeenschap te be steden. Naarmate het gemeenschaps- werk vordert en een nieuwe bestaans basis oplevert, wordt de oude losge laten. De Commissie is van oordeel, dat zij met de gemeenschapsontwikkeiings- projeccen een moeilijke taak laadt op de schouders van het Gouvernement van N. Guinea, doch zij heeft ver trouwen in het welslagen en put dit vertrouwen uit hetgeen zij mocht er varen uit het reeds enige jaren gele den ingezette Nimboran-gemeen- schapsontwikkelingsproject, waarin reeds veel bereikt werd en waarin door verschillende bevolkingsgroepen op enthousiaste wijze aan verschil lende activiteiten wordt deelgenomen, ook door ouderen van dagen. In zeer korten tijd heeft zich daar b.v, een coöperatie in de samenle ving weten in te burgeren, die zich daarin dienend een plaats wist te ver overen op een wijze die tot samen bundeling van krachten leidt. Tien jaren plan Daar N. Guinea voor wat zijn ont wikkeling betreft, gehandicapt is door zijn geringe bevolkingsdichtheid, ziet de Commissie m gemeenschapsont wikkeling ook de oplossing van dit punt, aangezien eerst hierbij de ge zondheidszorg goed tot zijn recht zal komen. Zij meent dat hierdoor de kin dersterfte tot redelijke proporties kan worden teruggebracht (b.v. tot een daaruit resulterend bevolkingsover schot van gemiddeld 2 's jaars. Langs deze weg zal na een periode van 25 jaar het zielental gestegen kunnen zijn tot zegge 150 met een niet te berekenen verhoging van de arbcidsproduktiviteit, waardoor men er reeds geheel anders is komen voor te staan en kapitaalsinvesteringen tot hun recht zullen kunnen komen. Zonder gemeenschapsontwikkeling als bovenbedoeld blijft men naar het oor deel van de Commissie zitten met een ongeveer stationnaire bevolking met germge arbeidsproduktiviteit, welke onder deze omstandigheden bo ven hetgeen zij aan arbeidskracht voor eigen onderhoud nodig heeft, slechts over een gering surplus aan arbeid zal kunnen beschikken. Zoals reeds gezegd, dient er naar het oordeel van de Commissie naar te worden gestreefd, dat in eerste aanleg gedurende het komende 10 ja rige tijdvak 25 van dergelijke projec ten kunnen worden geëffecteerd. De Commissie meent, dat het minstens 10 jaren zal duren voor deze pro jecten alle zijn ingezet en dat zij dan nog 10 jaren zullen moeten function- neren voor en aleer het doel, het vor men van een maatschappelijke klank bodem voor het verder ontwikkelen der Papoea-samenlevingen zal zijn bereikt. Zij acht het niet wel doenlijk reeds thans met exactheid aan te ge ven hoeveel gemeenschapsprojecten op langen termijn kunnen worden ge ëffectueerd, daar het hier een materie betreft van lange adem en van zeer veelzijdige structuur. Vakscholing en Vestigingsprojecien Gemeenschapsontwikkeling is naar de mening der Commissie het begin der te ontplooien welvaartsactivitei ten, echter niet het einde. Het laatste stadium der welvaartsactiviteiten zal bereikt moeten worden na vakscho ling en inrichting van vestig.ngspro- jecten. Slechts een gedeelte der bevolking zal voor vakscholing in aanmerking moeten worden gebracht. Uit het res terende gedeelte zullen de arbeiders bestemd voor ongeschoold werk op ondernemingen, in bedrijven en dien sten en in eigen samenleving gevon den kunnen worden. In dc vakscholing zal beroepsdiffe rentiatie moeten plaatsvinden naar een verhouding van ca 65 agra risch en 35 niet agrarisch. De Commissie meent dat in dit ver band gedurende de eerste 10-jarige periode 20 landbouwopleidingen met 2 a 3 jarige cursus en 10 ambacht scholen opgericht moeten worden, welke van internaten dienen te zijn voorzien. Voor.s zullen 10 scholen voor huishoudonderwijs het program ma voor vakopleiding moeten beslui ten. De landbouwopleidingen kunnen wor den ingericht naar het model van de bestaande in Seroei, de ambachtscho len kunnen van type en gehalte zijn als die der N.N.G.P.M. te Sorong. Bij dit a.les is gerekend, dat per ge meenschap 160 jongens per jaar de landbouwvakopleiding 2ullen hebben te ontvangen en 80 het ambachtson- derwijs zullen volgen, terwijl 80 meis jes per gemeenschap per jaar naar een huishoudschool zullen gaan. Op deze vakscholing zullen als sluit- s'uk de vestigingsprojecten hebben te volgen. Voor wat de landbouw betreft, zal op bas s van de gedachte welvaartspoli- tiek, met een areaal van ca 2000 ha per jaar kunnen worden volstaan, zo dra het gehele ontwikkelingsproject in volle gang is. De ongeschoold geble- venen (van vakonderwijs) zullen zich tot ondernemingen en tot particuliere bedrijven moeten richten en ook de ambach slieden zullen dit, althans voor een groot deel. moeten doen. De vestigingsprojecten zijn gedacht als gez.nsbedrijven die ten volle in het levensonderhoud moeten voorzien en tevens overschotten voor de markt produceren. Het zullen naar alle waarschijnlijkheid gemengde be drijven met zowel landbouw als vee teelt moeten worden. Voor het vinden van een juiste grond slag zal nog veel onderzoek moeten worden verricht. S.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 3