„0nze <^Brug" Doelstelling en werkterrein van „^limrodó ókoiaroom Een half jaar geleden werd in alle stilte de Stichting „Onze Brug" ge boren, die het aanzijn gaf aan een nieuw orgaan van dezelfde naam. Er is weinig publiciteit gegeven aan de Stichting, die op christelijke beginselen gebaseerd, niet anders beoogde dan een mentale brug te vormen tussen de Nederlandse pio niers in Nederlands Nieuw-Guinea en de Nederlandse gemeenschap in patria door de uitwisseling en belichting van de problemen en le vensmogelijkheden van beide groepe ringen. Wat houdt deze mentale brug fei telijk in? Wat is haar doel? Waar op rusten haar peilers? En wat zijn haar bruggehoofden? Op deze vragen is ruimschoots antwoord gegeven in de engere kring van haar leden. De richting en de artikelen van het orgaan „Onze Brug" geven hier volledig antwoord op. Toch willen wij voor hen die buiten onze lezerskring vallen nog even uitvoerig terugkomen op de doelstellingen van Onze Brug. Op het gebied der voorlichting zijn reeds andere, beter geoutilleerde organisaties ons blad voorgegaan. Daar is de goedverzorgde uitgave van „Oost en West", voorts het orgaan van het Nieuw-Guinea In stituut, Coolsingel 58 Rotterdam, en nog enige andere periodieken. Doch al deze uitgaven geven een onpersoonlijke weergave van de ontwikkelingsmogelijkheden van Land en Volk van Nederlands Nieuw Guinea, en kunnen als se- mi-officiële (gesubsidieerde) bla den nimmer de persoonlijke belan gen van de kleine dappere groep Nederlandse pioniers behartigen op de krachtige, onafhankelijke wijze als het vrije stichtingsorgaan „Onze Brug" in al haar afleverin gen heeft gedaan. Onze Brug strijdt met open vizier voor de rechten van een kleine ge meenschap, zij stelt zich op de bres voor de rechten-van-de-mens, never mind of deze klein-landbouwer, vee boer, radiohandelaar of botenbou wer is. Zij komt op tegen het machts-apparaat dat in zo'n veraf gelegen uithoek soms wordt gevormd door het monopolie-systeem van ge vestigde maatschappijen, of door een minder elegante hantering van het gezags-apparaat. Zij signaleert misstanden en maakt de zaak der zwakken tot de hare. Doch ze doet zulks slechts na diep en grondig on derzoek, waarbij zij zich niet laat verleiden tot een emotionele ont wrichting van de kwestie. Zij blijft op het niveau van goe de, Vrije journalistiek, waarbij zij zich bedient van het enig juiste in strument: een gefundeerd betoog. DOCH AL spoedig deed zich de noodzaak van een uitbreiding van haar arbeidsterrein gevoelen. Lezers in Nederland, vooral gerepatrieerde Nederlanders en Indische Nederlan ders zouden ook wel een speciale ru briek aan hun belangen gewijd wil len zien. Ook zij hebben problemen, welke zij gaarne naar voren ge bracht wilden zien, belicht, bespro ken in het kort behartigd. In Den Haag alleen wonen 70.000 gerepatrieerden. Zeventig duizend mensen waarvan een belangrijk deel geestelijk of fysiek is geacclimati seerd doch waarvan een ander deel nimmer zal kunnen acclimatise ren, omdat zij mentaal en physiek anders zijn ingesteld. (Wat helemaal niet zeggen wil, dat zij daarom min der zouden zijn dan het West-Euro- pese ras, of in dit geval de Neder- landers-in-engeren-zin, om met Dr. Drees te spreken.) Nederland heeft zijn zonen en dochters van overzee opgevangen. Nederland heeft ze een dak boven het hoofd geboden, het heeft hun veiligheid, een nieuwe living en een ouderdomspensioen geoffreerd. En het gelooft dat hiermede alles is ge daan om een volkomen assimilatie tot stand te kunnen brengen. Maar is hiermee de kous inderdaad afge breid? Is materiële verzorging het eni ge dat deze groep van het leven ver wacht? OF LIGT HIER JUIST HET KNELPUNT VAN HET PROBLEEM? Zeventig duizend gerepatrieerden wonen tussen ons in Den Haag, doch wat weten wij van deze mensen? Wat weten wij van hun gedachten- leven, hun strevingen en hun gees telijke index? Zij zijn teruggekomen noodgedwongen precies als de Engelse en Franse en Israëlische burgers uit Egypte „gerepatrieerd" zijn geworden tengevolge van de po litiek. Doch kunnen deze op de tro pen ingestelde naturen het in de oude wereld vinden? Wat wordt er geestelijk gedaan voor de groep teruggekomen Neder landers die door een tien tot twin tigjarig verblijf in tropengebied zich bekneld voelt in het knusse Holland, waar men zijn levenshorizon om sloten ziet door 4 muren van een flatkamer van 5 bij 4J/J of van een slaap- tevens werkkabinet van 4 bij 23-2 meter. Planters die gewend zijn organisatorische pioniersarbeid te verrichten, die oerbos en moerassige grond tot cultuurgronden hebben omgevormd, die miljoenen in de Ne derlandse schatkist hebben gebracht worden „opgeborgen" in een ad ministratief baantje dat een geeste lijke dood voor hen betekent. Waar zij afstompen en versuffen pmdat hun improvisatie-vermogen, hun ini tiatief ineenschrompelt tot een im potent onding. Geeft deze mensen de ruimte zij zijn gewend risico's te aanvaarden, hun leven te wagen als hen een doel voor ogen gesteld wordt, doch laat ze niet vegeteren op een kantoorkruk waar ze slechts eelt fokken op plaatsen, waar men doorgaans zijn kleren slijt. Schakel ze opnieuw in in het produktie-ap- paraat, en de gemeenschap is er bij gebaat. Figuren uit de zakenwereld, uit de handelswereld, die de Nederlandse deviezenpositie aanmerkelijk hebben versterkt, die in het buitenland de Nederlandse naam hebben gevestigd, die internationale import- en export branches hebben opgebouwd in alle belangrijke delen van de wereld, zien zich hier genesteld op één of ander administratief kantoortje dat f 5, betaalt voor ieder boeken-onderzoek (wij zijn goed geinformeerd!zo dat hun enorme en rijke handelser varing ligt te beschimmelen totdat ook zij als beschimmelde resten van machtig organisatie-talent de weg van alle schimmel opgaan. HIER LIGT het geestelijk werk kapitaal van tropisch-Nederland waarvan men hier geen nuttig ge bruik maakt, ongebruikt. Terwijl er een overzees tropengebied is dat 12 maal zo groot is als Nederland met slechts een bevolkfng van nauwelijks 1 miljoen zielen, dat deze ervaren tropen-krachten zo voortreffelijk zou kunnen gebruiken. Al de miljoe nen guldens die uitgegeven worden voor de opvanging, huisvesting en verzorging van deze Nederlanders met het pioniersbloed, hadden zo ge makkelijk gebruikt kunnen worden voor wat prefabricated woningen als voorlopige bewoning van de tropen mensen, die niet anders vragen dan opnieuw de arbeid op te vatten die zij tientallen jaren hebben verricht. En goéd verricht! Want hiervan ge tuigde de gunstige handelsbalans van Nederland in de vooroorlogse jaren. Wij kunnen daadwerkelijk niet veel voor deze groep doen. Doch wat wèl in onze macht is en waartoe wij ons voor de volle hon derd procent willen inzetten, is hun problemen in ons blad te bespreken en hun belangen te behartigen. En hiervoor is het nodig dat ,,Onze Brug'' een Indische avond organiseert, waarvan de baten ten gunste zullen vallen: ten dele voor de uitbreiding van ons orgaan met rubrieken van het Centrum Ne derlanders uit Indonesië en anderdeels voor de Hongaarse vluchtelingen, omdat ook zij als po litieke slachtoffers van de vrijheids strijd lotgenoten zijn van duizenden gerepatrieerden. Dat ons streven de medewerking moge ontvangen van alle goedwil lende Nederlanders, die begrip heb ben voor een ontwortelde groep van dezelfde Nederlandse stam. A. H. Führi-Microp. biedt u ^Qadio-toeóteUen^ die het wereldgebeuren bij u in de rimboe brengen -upö met de nieuwste songhits 3Coelkaóten^ onontbeerlijk voor het conserveren van de schaarse levensmiddelen lectriócke apparaten en }anó die het leven comfortabel maken

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 3