titoclie «CI1DOES ONDERWIJS EN FINANCIËN Financiën gaarne qaasnm Administratie „ONZE BRUG" Nassau Dillenburgstraat 3 Den Haag WelEd. Heer, Beleefd verzoek ik U mij te willen noteren voor een abonnement op „ONZE BRUG". f 2.— per kwartaal werd reeds zal worden Het abonnement ad- f 7.50 per jaar gestort op Giro no. 6685 HET WAS een verbeten, verbit terde groep van duizenden onderwij zers uit alle delen van het land die naar Den Haag waren gekomen om in de zalen van K. 6 W. en van de Dierentuin hun eis voor een aan vaardbare salarisregeling kenbaar te maken. De minister van onderwijs, Mr. M, L. Th. Cals, die in de K. 6 W. loge rustig de vergadering bijwoon de, werd een uur lang geconfron teerd met de ontevredenheid in de onderwijzers-sectie die de sprekers aanmoedigde telkens als zij hun kri tiek op het regeringsbeleid ten beste gaven. De kern van de resolutie die met applaus werd begroet luidde: De Ne derlandse onderwijzers protesteren met klem tegen de wijze waarop de regering tot dusver de onderhande lingen over de onderwijzerssalarissen heeft gevoerd en eisen onvoorwaar delijk een aanvaardbare salarisrege ling(Zoals men weet werd in de op 10 december tussen de delegaties van de regering en van de onderwij zers gehouden vergadering het rege ringsvoorstel als „onaanvaardbaar'' verworpen. Men hoopte tot een nieuw overleg te kunnen komen. Doch dit liep vast. De definitieve afwijzing van de regering heeft in de onderwijskringen tot spanningen geleid, welke zich thans een uitweg zochten in deze vergadering. Men achtte ,,de sterk gemotiveerde eisen" een zaak die een tegemoetkomende oplossing rechtvaardigde. Deze spectaculaire betogingen van de onderwijzers hebben in de Tweede Kamer tot een scherpe kritiek geleid tegen het salarisbe- leid van Minister Cals ten aanzien van het onderwijzend personeel en de leraren. Bij vele kamerfracties blijken de scherpe protesten uit die kringen weerklank te hebben gevonden. Zelfs de dit jaar zeer gematigde spreker der P.v.d.A. fractie de heer van Sleen gewaagde van een op dit punt geschokt vertrouwen in minister Cals, waarbij hij de hoop uitsprak dat deze met belangrijke nieuwe salarisvoorstellen voor het onderwijzend personeel zal komen. Al deze factoren, gevoegd bij de omstandigheid dat zoals het thans gesteld is, de geschoolde onderwijzer vaak minder verdient dan de ongeschoolde arbeider, hebben er zeker niet weinig toe bijgedragen dat zélfs minister Cals de onredelijke salaris-verhoudin gen van deze groep ten opzichte van de overige groeperingen ten slotte inzag en erkende. Enige dagen na de scherpe dis cussies in de Tweede Kamer, kwam de Minister van O. K. W. met nieuwe salarisvoorstellen, welke wei is waar beneden de door de Alg. Ned. Onderwijzers Eederatie voorgestelde lagen, doch beslist hoger waren dan het tegenwoordi ge salarispeil. Het is typerend dat ook thans de weg toe nader overleg met de A.N.O.F. door minister Cals kort kort en bondig werd afgesneden door de volgende verklaring: „Als de Algemene Nederlandse Onderwijzers Eederatie de nieuwe salaris-voorstellen der regering niet aanvaardt in het georganiseerd overleg, dan zal ik genoodzaakt zijn te bevorderen dat deze zon der overeenstemming bij Kon. Be sluit worden vastgesteld. Anders duurt het overleg nog een jaar langer en krijg ik bij de volgende begroting dit verwijt '.veer te horen". Het is dus: take 't or lave it HET is niet de eerste maal dat minister Cals' onderwijsbeleid scher pe kriiiek ontmoet. Wie zich de de batten van het vorige kabinet her innert, zal het in grote lijnen eens zijn met de lang niet malse commenta ren op het onderwijsbeleid. Wanneer men de salariskwestie terzijde stelt, is daar nog de taal kwestie, welke thans nog veel kri tiek ontmoet. De veranderingen, welke in vele gevallen tot verwar ring en het verwaarlozen van een correcte schrijfwijze van de Neder landse taal hebben geleid, hebben daarenboven niet het beoogde resul taat gebracht. In de praktijk zijn zij gebleken niet altijd te voldoen aan de gangbare methode van het taal onderwijs aan de lagere scholen. Het valt te betreuren dat in de re- geringspolitiek nog altijd te weinig contact met de praktische uitvoer ders van de te nemen maatregelen wordt onderhouden. In de financiële sector heeft men hetzelfde te constateren. Ook hier laat de zakenwereld een scherp pro test horen voor de gevolgde taktiek inzake het bankenkrediet. Volgens de N.H.M. „moeten de monetaire autoriteiten het zich niet tot hun taak rekenen de van overheidswege ge fiatteerde bestedingsinflatie recht te trekken door deflatoire monetaire maatregelen". Uitgaande van het standpunt dat elke doelmatige orga nisatie de verantwoordelijkheid ver deelt, zou het in strijd zijn met dit beginsel als nu de monetaire autori teiten die verantwoordelijk zijn voor een doelmatige geldvoorziening, op zich zouden nemen de „nadelige ge volgen van het beleid van de auto riteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de loon- en prijsvorming, uit de weg te ruimen door middel van een kwantitatieve krediet-controle." Met andere woorden: steek de hand in eigen boezem en schuif niet de te hoge kostenrekening in onze schoenen. De kredietverlening van de banken is naar het oordeel van de N.H.M. niet excessief geweest zo dat de theorie die de inflatoire span ningen aan de toeneming van het feitelijke kredietvolume toeschrijft, de werkelijke oorzaken miskent. Nu tracht weliswaar minister Hof- stra door een handige politieke ma noeuvre waarbij hij eerst de ge wenste „sfeer" schiep door een af schildering van de financiële situatie die hij als „niet alarmerend" toch „uitermate bedenkelijk" typeert een belastingverhoging van de directe belastingen met f 50 miljoen en van de indirecte met f 60 miljoen onaf hankelijk van het reeds ingediende wetsontwerp tot belastingverhoging op suiker, benzine en gedistilleerd door te drukken. Als zalf op de wond zal echter de vrijstelling van belas ting op textiel worden doorgevoerd. In de overheidssector zullen be zuinigingen worden ingevoerd van f75 miljoen in de uitgaven en f125 miljoen in de investeringen, doch welke departementen in deze bezui nigingen zullen bijdragen, weten de belastingbetalers en minister Hofstra eerst tegen 1 januari, want zijn ambtgenoten hebben hun opgave nog niet ingediend! F. FRANCO LEVERING OOOR HET GEHEELE LAND WIJ RUILEN NADERE INLICHTINGEN VERSCHAFT CQBXQ9 tUJ'.HiH.Hti.lO DEN HAAG l.HOUTSTR.9 TELEF 113689 Naam Adres

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 4