1957
„<zE)odenlijn
een voorspoedig en gelukkig
Redactie en Administratie
van „ONZE BRUG"
wensen de lezers
Qov\ episode uit de iameeó - <7Ë>urmeóe
door ^j-uleó eócjuiltier^
(Vervolg III)
Een geblindeerd passagiersrijtuig
derde klasse van de Staatsspoorwe
gen in Nederlands Indië is beslist als
verblijfplaats niet het summum van
comfort. Vooral niet als de thermo
meter 90 graden Fahrenheit in de
schaduw wijst en het spoorrij uig,
met ten hoogste 60 zit- en staan
plaatsen, wordt volgestouwd met het
dubbele aantal mannen en daaren
boven elk van hen een éénmans-
vracht aan bagage meedroeg.
In deze eerste maanden van krijgs
gevangenschap zat men nog vrij goed
in de spullen en ieder had tenmin
ste: een slaapmat, déken, klamboe,
een extra stel boven- en onderkle-
ding, een paar klompen, etensblik en
veldfles, alsook diverse z.g. toege
stane privé-eigendommen zoals Bij
bels, studieboeken, naaigerei en der
gelijke.
Al naar gelang de gehaaidheid van
de persoon werd nevens deze arti
kelen nog velerlei soort z.g. black-
market-goederen meegezeuld.
Ik had diep onder in mijn plunje-
zak ettelijke kilo's tabak geborgen,
en mijn adellijke kongsiegenoot
zuchtte tijdens de mars onder een
vracht blikconserven en stangen was-
zeep. Peter Simon, de derde firmant
in onze kongsie, voelde zich verplicht
ook het zijne bij te dragen, en op
zijn aandringen belastten wij hem
met de zorg en het risico over een
zakje met vuursteentjes en enige
kilo's koffiepoeder en suiker. Deze
laatste provisiën betekenden puur
winst. Zij werden door ons geor
ganiseerd" tijdens een nachtelijke
fourage-corvee ten behoeve van een
vertrekkende Japanse gevechtseen
heid.
Opzettelijk heb ik hierbij terloops
gewag gemaakt dat het op Peter Si
mon's eigen aandringen was, dat wij
hem een deel van het risico lieten
dragen.
AANVANKELIJK waren wij,
Sjaak van Dijck en ik, daartoe niet
geneigd. Noem het een rudimentair
beetje overgebleven ridderlijkheid
dat ons deed verzetten tegen de idee
dat hij door de Jap met de smokkel
waar zou worden gesnapt. Nog altijd
hadden wij het beeld voor ogen van
een mede-krijgsgevangene die werd
betrapt op het smokkelen van een
slof sigaretten. De Nipponse wach
ten sloegen en beukten de ongelukki
ge tot hij het bewustzijn verloor, en
toen hij op de grond lag, trapten en
schopten plompe soldatenlaarzen
hem tegen het hoofd.
Na een maand zagen wij het
slachtoffer uit de ziekenbarak weer-
omkomen. Hij miste zijn voortanden,
gehoor en één oog.
En zon behandeling vonden wij,
vrijgezellen, een achtenswaardige
echtgenoot en vader niet passen. Wij
voelden ons in die dagen min of
meer moreel verplicht hem te zijner
tijd weer gaaf en ongeschonden in
de schoot van zijn gezin af te leve
ren.
Wij zagen en waardeerden in hem
de betere mens die toch niet op ons
neerkeek om ons verleden, ons
rücksichtlos omspringen met de eer
en gevoelens van menige vrouw, on
ze uitspattingen in besloten nacht
clubs, kortom de gebruikelijke ge
neugten des bachelors. Natuurlijk
onder voorbehoud van uitzonderin-
gen
In de voortdenderende trein zaten
en lagen wij in allerlei kronkels op
onze bagage. Op nauwelijks een vier
kante meter oppervlak kun je ge
woonweg niet makkelijk zitten, lig
gen of staan. En de spullen moest
je wel heel dicht bij je houden, wilde
je de kans niet lopen ze kwijt te
raken.
Hef morele en zedelijke peil was
in dtc enkele maanden gevangen
schap bij menigeen reeds zeer s;erk
gedaald.
DIEFSTAL, beroving van zieken
en nog andere minder oirbare prak
tijken behoorden in deze onnatuur
lijke gemeenschap niet meer tot de
uitzonderlijke delicten.
Gedurende de nacht had de trein
eenmaal gestopt, kennelijk om van
locomotief te verwisselen. Tijdens
het oponthoud en zwijgen van wiel-
gera.el hoorden wij achter de geslo
ten balcondeuren de Japanse wach
ten praten. Wij werden dus goed
bewaakt.
Met het ochtendgloren hield de
trein nogmaals stil, en een Japanse
korporaal verscheen in de deurope
ning.
Blijkbaar was de stinkende walm
in deze geblindeerde wagens voor
een buitenstaander „om er tegen aan
te leunen", want schielijk kneep de
mongool zijn neus dicht en met ge
smoorde stem commandeerde hij:
Omèn go out and bèndjo speedo-
speedo! (Alle mannen uitstappen en
snel je behoefte doen!)
Strompelend en struikelend met
kramp in alle leden verlieten wij de
onwelriekende duisternis van ons rij
dend nachthok, en oogknipperend
tegen het hèl-rose morgenlicht namen
wij het omliggende landschap op.
In de verlatenheid van uitge
strekte sawahlerrassen glooiend naar
een heuvelketen op verre achter
grond had de trein stilgehouden.
Behalve een kudde dromerig-
voortsukkelende karbouwen en een
koppel verschrikt-opvliegende rei
gers vertoonde zich geen ander le
vend wezen. In wijde omtrek was
geen kampong of mens te bespeuren.
De Japanse bewakers combineer
den het nuttige met het hoognodige,
d.w z. terwijl wij op onze hurken de
naaste omgeving tot latrines trans
formeerden, hielden zij appèl. Na
een klein uur waren zij tenslotte
overtuigd dat er niemand van de
gevangenen mankeerde en werden wij
met de nodige ,,gurrah's en specdo's"
wederom in de wagons gedreven.
(wordt vervolgd).
Vervolg pagina 7
volstaan met per ontwikkelingsproject
één of twee trekkertjes met de beno-
d'gde grondjewerkingswerktuigen als
p.oegen, schijfeggen, eggen, enz. ter
beschikk ng te stellen, zodat althans
het zwaarste handwerk daarmee zou
worden ondervangen. Uitbreiding zou
geleidelijk kunnen worden verwezen
lijkt en o k meer gespecialiseerde ma
chines, nodig voor b.v. oogst van so
jabonen, aardnoten, rijst enz. zouden
langzamerhand ingang kunnen vin
den, afhankelijk van het verder voort
schrijden van het project en de te
verwachten ontwikkeling van de ar-
be dskrachten. Gelijke tred zou hier
mede moeten houden de ontwikke
ling van de smederij tot reparatie
werkplaats voor de machines, waar
toe tevens een onderdelen magazijn-
tje zou mo.ten worden aangelegd.
Deze werkplaats ware zo mogelijk te
combineren met de voordien reeds
op te richten nijverheidsschool.
Voor de eigen wegenaanleg zou men
naast de schop ook de beschikking
moeten krijgen over een wieltrekker,
voorzien van laadschop, molbord,
bulldozer, wegschaaf en rol. Enkele
wagens geschikt voor trekkergebruik
zouden dan evenmin mogen ontbre
ken. S.