Nieuw Guinea raakt op drift
W erkgelegenheid
STICHTING „ONZE BRUG"
gevestigd te 's-Gravenhage.
A!g. Voorzitter: A. G. de Grave-
Terwogt.
Secretaris: W. E. Samson.
Penningmeester: Mr. A. de Grave.
Redactie: A. G. de Grave-Terwogt,
Franklinstraat 106, Den Haag.
Administratie: W. E. Samson, Nas
sau Diilenburgstraai 3, Den Haag.
Pos giro No. 6685.
Juridisch adviseur:
Mr. L. R. A. vanBeem.
Commissarissen van de Stichting
„Onze Brug" in Nieuw Guinea:
H. Brandenburg v. d. Gronden,
Noordwijk - HOLLANDIA
G. L. E. Godijn,
Noordwijk - HOLLANDIA
Voor copie, abonnementen en ad
vertenties in Nieuw Guinea wende
men zich tot bovengenoemde perso
nen en adressen.
cTYloderne ócheept>wer\ op c~YÏ\anokwari in april gereed
'^Dobgelegenlxeid voor alle óchepen
Het staat er zo simpel: dokgelegen
heid voor alle schepen. Maar wie de
moeilijkheden kent die aan deze in
drukwekkende pioniers-arbeid voor
af zijn gegaan, die beseft wat hier
tot stand is gebracht. Niet alleen
technisch dat is voor de deskun
dige ervaren ingenieur Konijnenburg,
directeur van de Scheepswerf Ma-
nokwari slechts een uitdaging aan
zijn scherp intellect maar op poli
tiek, financieel en economisch terrein.
De achtergronden welke iedere aanpak
tot een interessant probleem maken,
zijn in Nederlands Nieuw Guinea al
tijd nog ingewikkelder dan in een
geciviliseerd gebied, welks status niet
omstreden is, en waar geroutineerde
geschoolde arbeidskrachten gemakke
lijk zijn aan te trekken.
Wie hiermede rekening houdt, zal
eerst ten volle kunnen begrijpen met
wat voor achtergronden de onderne
mers te kampen hebben gehad al
vorens tot een vlotte uitvoering van
het object te kunnen overgaan.
DE aanleiding tot het bouwen van
deze goed geoutilleerde scheepswerf
moet gezocht worden in de omstan
digheid dat tot heden alle schepen
van de K.P.M., van de Gouverne-
ments- en Koninklijke Marine voor
reparaties naar Singapore of Hong
kong moesten opstomen, wat niet al
leen kostbaar en tijdrovend was,
doch ook het vaarschema in gevaar
bracht. Zoals het thans is, kunnen
hier de schepen een grondige revisie
ondergaan. Onderwater-reparaties zo
als in Den Helder geregeld plaats
hebben, het opnieuw schilderen yan
kiel en wanden, het in de menie zet
ten, in het kort, alle normale repa
raties van de koopvaardij en de
„muskietenvloot" die Ned. Nieuw
Guinea bezit, en van de jagers van de
Kon. Marine die hier liggen.
Op het terrein dat ongeveer 6 hec
tare groot is, staan de enorme lood
sen: de machinehal, de bankwerkerij,
de scheepsbouwloods, de magazijnen,
de timmerloods, de zeilmakerij, de
electrische werkplaatsen, kortom een
fascinerend scheepsbedrijf dat door
zijn moderne outillage het contrast
met dit primitieve land en zijn be-
De hefinrichting voor hel lichten van schepen tot 50 ton gewicht op de
scheepshelling in Manokwari is een unicum in het Verre Oosten.
Een 40 meter hoge hijskraan op het terrein van de scheepshelling van
Manokwari.
volking des te scherper doet uitko
men. Het wekt bewondering op door
de enorme arbeidsprestatie die hier
geleverd is geworden, een arbeids
prestatie die het durvend initiatief van
het hierin gestoken kapitaal 'ten volle
honoreert.
Dit is pioniers-arbeid evengoed als
het reeds eerder door ons besproken
individueel uitgevoerde werk van
Albert Koch.
Driehonderd werkkrachten zijn in
dit bedrijf ingeschakeld, waarvan vol
gens de R.V.D. 20 Papoea's. Er kun
nen nog heel wat Papoea's uit het
Arfakbergland worden te werk ge
steld voor het verrichten van de ge
wone werkzaamheden als het af
krabben van de wanden van de te
terwijl later ook het schilderen suc
cessievelijk aan deze meest nog on
geschoolde arbeidskrachten kan wor
den overgelaten.
Op deze wijze worden zij door de
praktische opleiding die zij onge
merkt krijgen, bekwame werkkrach
ten.
Een van de grote werkloodsen voor de scheepshelling Manokwari.
man gekozen zal kunnen worden. Er
werken ook Indische Nederlanders in
het scheepsbedrijf, meest plaatselijk
aangetrokken krachten, waarover Ir.
Konijnenburg zeer te spreken is. De
mentaliteit onder deze groep is vol
gens hem zeer goed te noemen, trou
wens in Priok heeft Ir. Konijnenburg
ook met Indische Nederlanders ge
werkt en hij was over hun prestaties
over het algemeen zeer tevreden ge
weest. F.
De ambachtsscholieren die van de
Lagere Technische School in Hol—
landia afkomstig zijn, voldoen vol
gens Ir. Van Konijnenburg zeer
goed. Hij is uiterst tevreden over
hun prestaties en het ligt in de be
doeling hieruit drie hulpbankwerkers
te requireren. In de avonduren wordt
middels voortgezet theoretisch onder
wijs nog meer kennis bijgebracht, zo
dat er goede hoop bestaat dat in de
toekomst uit deze groep een voor-