(Mcconiplicccni probleem: tie EuromtMvltl
itoliiïil
DE NATIONALE EXPORT BEDREIGD!!
X
De abonné's van Onze Brug
worden beleefd verzocht de
kwartaal abonnem. gelden te
willen voldoen op giro-rek.
no. 6685. Hiermede voorkomt
men incasso-kosten.
De Administrateur van
„Onze Brug
W. E. Samson
„Want wij dienen terdege te beseffen, dat de
uitvoer de grondslag is voor de Nederlandse
welvaart en voor onze werkgelegenheid.
biet kritieke punt in onze nationale economie
is en blijft de uitvoer", aldus minister prof. dr.
J. Zijlstra.
DE onderhandelingen tussen de Benelux-minis
ter Spaak en de ministers der zes Europese lan
den hebben duidelijk aangetoond welke gecompli
ceerde problemen een economische samenwerking
in een gemeenschappelijke markt opwerpt.
Het is niet juist van minister Spaak om het
Nederlandse perfectionisme als de enige hinder
paal voor te stellen op de weg naar een Europese
gemeenschappelijke markt. Want er bestaan bij de
overige confererende ministers eveneens enorme
meningsverschillen op het terrein der investeringen
in de overzeese gebiedsdelen en over het douane
tarief tegenover derden, welke alzo niet uitsluitend
Nederlandse bezwaren zijn.
Het knelpunt moet alzo niet bij Nederland ge
zocht worden, doch in de onbescheiden eis van
Frankrijk dat van zijn partners op een miljard
dollar per jaar wil kunnen rekenen in ruil voor
de openstelling van de Franse overzeese gebieds
delen voor Europese produkten. Kernachtig for
muleerde minister Luns Frankrijks verlangen als
volgt: ,,Als de inboorlingen in een of andere
Franse kolonie trek krijgen in een Hollands biertje,
betekent dit dan dat Nederland ook maar een
stuwdam moet betalen?
Terecht herinnerde de Nederlandse minister van
buitenlandse zaken aan het feit dat Nederland
nimmer bijdragen heeft gevraagd van landen
die profiteerden! van de opendeur-politiek van
Ned. Indië. (Had het zulks maar gedaan, dan zou
Engeland zeker niet zo gemakkelijk voor een
soev. overdracht van Ned. Indië zijn geweest! F.)
YYj inister Luns staat niet alleen in zijn verweer.
Ook van Italiaanse en West-Duitse zijde zijn
bezwaren geopperd tegen deze investeringen en
is het project verwezen naar een studie-commissie.
Nederland zou er eventueel geen bezwaar tegen
hebben ziekenhuizen te helpen financieren, maar
het acht het beslist onjuist ook nog bij te dragen
voor de totstandkoming van wegen, elektrische
centrales, scholen etc. etc. :n ruil voor het mogen
leveren van Nederlandse produkten. Nu is het
natuurlijk wél zo, dat wil een onder-ontwikkeld
gebied een goede afname van Europese goederen
mogelijk maken, dit gebied op een niveau wordt
gebracht dat de behoefte aan Europese pro
dukten aanwezig is. Dit dient niet alleen te wor
den gecreërd, maar ook gestimuleerd. En de nor
male middelen hiertoe zijn: ontwikkeling van de
bevolking en openlegging van het binnenland. Met
andere woorden, er moet een economisch klimaat
worden gecreëerd. Maar is dit nu de taak van
de importerende landen? Of moet Frankrijk dit
zelf doen? Het antwoord hierop ligt voor de hand.
Van socialistische zijde worden deze investerin
gen dan ook beschouwd als een versterking van
de positie van het huidige Franse kolonialisme.
Op grond hiervan heeft Minister Luns te ver
staan gekregen dat de PvdA geen bijstand zal
verlenen aan pogingen om via de Euromarkt
belangrijke bedragen te investeren in de Franse
koloniën.
DIT is niet de enige groep die bezwaar maakt
tegen de nu bekend geworden beginselen van de
Europese samenwerking tot een gemeenschappe
lijke markt. In de Eerste Kamer bestaat eveneens
ernstige bezorgdheid over de loop der onderhan
delingen. Men is over het algemeen bezorgd voor
de pos tie van de Nederlandse landbouw en voor
de tegemoetkomingen welke van Nederland wor
den verwacht. M lar ook het bedrijfsleven in Ne
derland is gealarmeerd. Men begint zich hier te
realiseren dat gehele bedrijfstakken met onder
gang worden bedreigd bij het sluiten van het ver
drag in zijn huidige vorm.
Onder de bedrijfstakken die volgens deze krin
gen het zwaarst getroffen zullen worden, beho
ren: de textiel-, de papier-industrie, de auto-assem
blage industrie en nog enige takken van de voe-
dings- en genotmiddelenbranche. Ook de KLM
zou in een moeilijke positie komen.
De Nederlandse export die voor 60% gericht
is op landen buiten de gemeenschappelijke
markt zal de last te dragen krijgen van de aan
zienlijk hogere produktiekosten wanneer een ge-
l'jktrekkinq van de sociale maatregelen naar het
Franse peil (waardoor de arbeidskosten met 8 tot
10%, n .Ie kleding industrie zelfs met 30% stij
gen) zal worden doorgevoerd. Voor de nationale
ex or' zal dit funest worden.
Dit zijn niet dc enige obstakels. Er zijn andere
problemen zoals die van de prijzen der buiten
landse produkten welke aanmerkelijk lager dan
de onze liggen welke onze industrie eveneens be
dreigen. Al deze factoren zullen onze industrie
niet alleen ernstig benadelen, doch ook invloed
hebben op de werkgelegenheid, welke
hierdoor ges.hoad zal worden.
Er is in deze kringen dan ook een toenemend
verzet te constateren tegen deelname aan een ge
meenschappelijke markt. De toetreding tot een
vrijhandelszone wint meer en meer veld. Want
ook in scheepvaartkringen en in het transito-ver-
keer staat men zeer gereserveerd tegenover de
Euromarkt, omdat haven en scheepvaart hier
door ernstig benadeeld zullen worden.
DIT zijn in enkele grote trekken de problemen
welke om een ernstige diepgaande studie vragen.
Volgens de laatste berichten zijn er enige con
cessies aan Nederland verleend. Wélke deze zijn,
en van welke vér strekkende aard, is niet bekend
gemaakt. Het is dan ook alleszins begrijpelijk dat
bij monde van het Tweede Kamerlid mr. J. R.
Schmal, de minister van buitenlandse zaken wera
verzocht, de volksvertegenwoordiging in het open
baar te laten beraadslagen over het concept-
Ëuromarktverdrag, vóórdat de ministers hieraan
de laatste hand leggen op 17 februari waarvoor
zij te Parijs zullen samenkomen.
Al zou dit indruisen tegen de normale gang van
zaken: hiermede zijn te grote Nederlandse belan
gen gemoeid, welke ons volksbestaan tot .11 het
merg raken.
Den Haag, 12 febr. '57.
A. H. Fiihri-Mierop.
Bij het ter perse gaan van ons orgaan, bereikten
ons uit Parijs de volgende berichten.
Na een twee dagen durende conferentie, waarbij
de premiers van de zes landen de vraagstukken
intensief doornamen, werden er van Franse zijde
concessies gedaan, welke tot een compromis
leidden.
Frankrijk liet de eis van 1 miljard dollar per
jaar vallen, en bracht het bedrag der investeringen
tot ongeveer de helft, te verdelen over de loop
van 5 jaren.
Hiervan zal Nederland 70 miljoen dollar te be
talen hebben in de loop van 5 jaar, met dien ver
stande dat het hiervan ook in de loop van 5
jaren 35 miljoen dollar zal terugontvangen,
welke som geïnvesteerd wordt in de Ned. Over
zeese gebiedsdelen (Ned. Nieuw Guinea), even
eens voor de financiering van de econ. ontwik
keling hiervan.
F.
Vervolg van pagina 5
In Hollandia de 80 kilometer lange autoweg, die
thans grotendeels is geasphalteerd. Door de stads
uitbreiding worden van de hoofdweg nog ver
scheidene wegen aangelegd naar de nieuwe ge
deelten.
In Biak is van het uitgebreide wegenstelsel het
belangrijkste deel, ongeveer 25 km onderhouden.
Manokwarie, dat voor de oorlog reeds wegen
kende, heeft door de Japanse bezetting nog meer
wegen bijgekregen, waarvan zeker een goede 50
km gebruikt wordt en goed onderhouden.
Mcraukc heeft een prima verbindingsweg met
het vliegveld gekregen.
Sorong echter heeft in het centrum een uitge
breid goed onderhouden wegennet, zoals alle olie
steden in het oosten worden er kosten noch moei
te gespaard om het leven der employés zo com
fortabel mogelijk te maken, zodat wij geen parallel
mogen trekken met de overige opkomende „ste
den in Nieuw-Guinea Toch verdienen de „jeep
wegen tussen Genjem en het Sentanimeer en
tussen Teminabocan en Ajamaroe. welke van
overheidswege worden aangelegd, zeker genoemd
te worden. Dit betekent immers de eerste mijlpaal
op dc weg naar ontsluiting en ontplooiing van
deze gebieden.
Dat de technisch? hulpmiddelen ruimschoots zijn
ingeschakeld, bewijst wel het naar verhouding
- grote aantal gouv. en particuliere autobussen,
vrachtauto's en tractoren.
Hollandia telt reeds 17 gouv. en 24 part. auto
bussen, 68 en 222 vrachtauto's, zodat wij hier
mede maar willen zeggen, dat langzaam maar ze
ker er tekening komt in de ontwikkelingsgang van
Nederlands Nieuw Guinea.
Hoopvol is dit zeer zeker, want naast de aan
leg van een weg moet men zien het economisch
perspectief en de bestaansmogelijkheden van allen
die hier arbeiden. F-
v) Het cijfermateriaal hiervan is ontleend aan
het Vademecum voor Ned. Nieuw Guinea, uitge
geven door het Nieuw Guinea Instituut.