Hulp voor onze landgenoten in Indonesië Frans van Leeuwen Zieke Nederlandse kinderen stierven bij gebrek Wanhoop aan medicijnen Uitgestoten FOTO EN CINÊHANDEL WIJ RUILEN IN «EamraEO» cszxmEK> qaaama PIANO»"VANf^^NrC DEN,HAA$ handeli kDOrN^Sw?;» V. 1640 V.1 DER l/V/L J TEÜESH13689 VERRAST uw Ouders, verwanten en vrienden met een bloemstuk van Het adres in Den Haag Verzorgt ook bestellingen uit Nieuw Guinea. 2 Op 5 maart 1957 zond het Hoofdbestuur der Nationale Unie, Den Haag, het volgende telegram aan de Ministerraad te 's-Gravenhage: Het hoofdbestuur der Nationale Unie heeft met grote bezorgdheid kennis genomen van de benarde situatie, waarin vele Nederlanders in Indonesië zijn komen te verkeren. Vooral de toestand van de laatste dagen is dusdanig verslechterd, dat voor velen het ergste moet worden gevreesd. Zij dringt er daarom met klem opaan, dat Uw regering alle mogelijke maatregelen zal nemen ter bescherming van leven en goed der Nederlandse Staatsburgers aldaar en zo mo gelijk ook een bespoediging van repatriëring. In een schrijven aan de Ministerraad van 7 maart j.l., betuigt het Comité „Centrum Nederlanders uit Indonesië" diens volledige instemming met de inhoud van bovenstaand telegram en ondersteunt het in het telegram vervatte verzoek ten volle. Dat de bezorgdheid van de „Nationale Unie" zo wel als van het „Centrum Nederlanders uit In donesië" te Den Haag, niet ongegrond is en het ten rechte volle aandacht verdient van de Rege ring, getuige het hieronder volgende artikel van de Haagse redactie van de „Telegraaf". DEN HAAG, 8 mrt. y\ IJNA 10.000 Nederlanders verkeren in grote 'J'nood in het economisch wegglijdende Indo nesië, waar de blinde haat tegen het westen zich o.m. keert tegen de kleine Indisch-Nederlandse ge meenschap, die aan de willekeur van Djakarta is overgeleverd. Vele brieven uit Java bereiken Nederland. Land- genoten-Indische-Nederlanders schrijven, hoe zij steeds meer in moeilijkheden geraken. Het is voor gekomen dat zieke Nederlandse kinderen zijn ge storven bij gebrek aan geneesmiddelen, waarvoor de ouders het geld ontbrak. In armoedige hutten, in de kampongs van Djakarta, Bandoeng, Soera- baja en andere steden leven honderden landgeno ten in een onbeschrijfelijke armoede. Deze Neder landers, geboren en getogen in het oude Indië, die eens de ruggegraat vormden van het Nederlandse bewind over de archipel, zijn vervallen tot de status van ongewenste vreemdelingen in het eigen vaderland. ANNEN en vrouwen, die na de soevereini- teisoverdracht loyaal en in vol ver trouwen de federale Indonesische regering met raad en daad bijstonden om de overgang zo soepel mogelijk te kunnen laten verlopen. Nederlanders, die eenmaal geplaatst voor de historische feiten hun beste krachten wilden blijven wijden aan de verdere ontplooiing van het zo rijke land, zij allen kregen na „.gedane zaken" als beloning: ont- slag, uitstoting. Een maatregel, die zich van de overheidsorganen voortplantte naar het particuliere bedrijfsleven, waar Indonesische werkers des kundig of niet de „politieke" voorrang kregen. De Indische-Nederlander kreeg het plaatsje op de derde rang. Tienduizenden Nederlandse werkers gingen de laatste jaren de weg terug naar Neder land. Tienduizenden ook ontbrak en ontbreekt het nog aan de middelen om de reis te kunnen maken. Zij verlieten hun comfortabele woningen, verkoch ten de inventaris en „vluchtten" in de armoede van de kampong, waar zij het middelpunt werden van een triomferende Indonesische omgeving. Zij grepen de kleinste baantjes met twee handen aan, zij werden betjak-bestuurder, saté-verkoper en/of hun vrouwen gingen met koopwaar langs de deur. Mensen, die tot voor kort verantwoor delijke functies bekleedden, waren letterlijk en fi guurlijk op de straat aangewezen. Uitgestoten. N twee jaar tijd is het aantal steungevallen met 50 toegenomen. Op het ogenblik, nu de situatie in Indonesië van dag tot dag slechter wordt en de anti-Nederlandse gevoelens steeds meer openlijk worden gedemonstreerd, stromen de wanhopige brieven naar Nederland en bereiken de Nederlandse vertegenwoordiging in Indonesië tal loze smeekbeden van hen, die niet langer het hoofd boven water kunnen houden. De nood is duizen den Nederlanders tot aan de lippen gestegen. Om deze te kunnen lenigen heeft een aantal voor aanstaande Nederlanders zich in ons land ver enigd in de stichting „Hulp aan Landgenoten in Indonesië", die inmiddels op zo groot mogelijke schaal levensmiddelen- en babypakketten medica menten, textiel en kleding naar de meest dringende „gevallen heeft gestuurd. Waar mogelijk zal tot repatriëring worden overgegaan. Prof. mr. P. S. Gerbrandy, generaal b.d. mr. H. J. Kruis, mr. K. P. van der Mandele, de Tweede- Kamerleden G. Ritmeester en Ch. J. I. M. Weiter om slechts enkele namen te noemen hebben zich geschaard achter deze landgenoten in nood, die vol verwachting uitzien naar de hulp, die geen uitstel meer duldt. Hulp, die moet komen van de landgenoten hier, zonder wie de stichting hulpe loos zou zijn. In een aanbeveling voor het doel van deze jonge stichting schreef mevrouw Mieke Bouman-van den Berg: „Het Nederlandse volk heeft onlangs blijk gegeven van een voorbeeldig medegevoel voor het leed van medemensen. Hoe groot echter ook de offers zijn, die men zojuist voor de Hon garen heeft gebracht, wij mogen onze eigen men sen niet vergeten. Ik steun daarom gaarne het be roep, dat bovengenoemde stichting doet op de Ne derlandse bevolking om haar in staat te stellen ons aller plicht jegens onze landgenoten in In donesië te vervullen en beveel gaarne het giro nummer 308 van de Stichting „Hulp aan Land genoten in Indonesië" in ieders aandacht aan." Heeft U moeilijkheden of wensen op fotografisch gebied? Stelt u zich dan in verbinding met Laan van Meerdervoort 267 a Den Haag FRANCO LEVERING 0D0R HET GEHEELE LAND NADERE INLICHTINGEN VERSCHAFT GAARNE «HJllBli:» Fahrenheitstraat 584 Telef. 331967

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1957 | | pagina 2