Vijf vragen over Ned. Nieuw-Guinea
CULTUUR EN WELVAART
ONDER-ONTWIKKELD GEBIED
1e JAARGANG, APRIL 1957
No. 10
UITGAVE VAN DE STICHTING „ONZE BRUG" - ONDER REDACTIE VAN MEVR. A. G. de GRAVE
In een exclusief onderhoud dat wij met Dr. van Baal, Gouverneur van Ned. Nieuw-
Guinea, op 20 maart j.l., mochten hebben, vroegen wij de Gouverneur of wij bij dit infor-
matorisch onderhoud enige locale N.G.-problemen mochten aansnijden, welke in de kleine
Nederlandse gemeenschap in Hollandia enige beroering hebben gewekt.
Dit werd ons toegestaan. Meer nog: wij hebben
op alle vragen eerlijke antwoorden ontvangen.
Recht op de man vuurden wij onze vragen af
recht op de man kwam het antwoord. Niet altijd
was onze vraag plezierig. Want er zijn juist
in de beslotenheid van zo n uithoek soms span
ningen welke moeilijker zijn af te reageren dan
hier in Europa.
Wij hadden vijf vragen op het hart. Vijf vragen
H'- het complex van Nieuw-Guinese belangen
hadden te omvatten. Vóór ons zat de man, die
alles van dit ingewikkelde proces weet, die van
stonde af aan de ontwikkeling van dit gebied van
oerwoud tot half-gecivileerd gebied had meege
maakt, persoonlijk, ter plaatse. Die ons alles kon
vertellen, de achtergronden zowel als het toe
komstig beleid over dit enorme, fascinerende, ge
bied met zijn schrille contrasten: tropisch oer
woud met sneeuwtoppen tegen de horizon, met
een ..ontwilderde bevolking in de kuststreken,
waar reeds laboranten en technici zijn tegen vol
maakte wilden in de bossen. Een probleem zo
boeiend dat het ons steeds opnieuw aangrijpt.
Hoé zal Nederlands civilisatie zich hier verder
ontwikkelen? Langs welke lijnen zal het toekom
stig beleid gevoerd worden?
Ziedaar onze eerste vraag, welke de opening
van het vraag en antwoord spel inleidde. ,,U zeide
op de persconferentie op Schiphol bij Uw aan
komst, niet ontevreden te zijn over de vorderingen
in Nieuw Guinea, waarbij U opmerkte dat de pe
riode van de eerste opbouw aflopend is.
..Meent U het werkelijk dat U optimistisch de
toekomst tegemoet gaat wat Nieuw" Guinea als
overzees gebiedsdeel betreft?"
,,Ja. Hierop kan ik volmondig ja zeggen", ant
woordde Dr. Van Baal. Anders zou ik er niet
terugkeren als gouverneur. Op het ogenblik be
gint er tekening te komen in het ingewikkelde pa
troon. Er zijn reeds vele objecten geëntameerd, die
geslaagd mogen heten, zodat het pessimisme van
vele inwoners op Nieuw Guinea geen grond heeft."
..Hoe staat het met de agrarische ontwikkeling?"
vroegen we verder. ,,Is er toekomst voor het
grootbedrijf, voor de groot-cultures, de onder
nemingen zoals wij die in Indië kenden? Suiker
plantages, koffie-, rubber-, cacao- en thee-onder
nemingen?"
.Grootscheepse ondernemingen moet u er niet
verwachten. Dat is ook niet volgens het huidige
schema van de agrarische ontwikkeling. Dat is uit
de tijd. Men zoekt het thans in volksaanplan-
tingen
„Maar", zo interrumpeerden wij meer journa
listiek dan hoffelijk, ,,is de regering dan niet de
mening toegedaan dat het westers bedrijf, de wes-
lerse onderneming en de investering van risico
dragend kapitaal de peilers zijn waarop een
vruchtdragende ontwikkeling van bodem en be
volking, moet worden gevestigd?"
,.U ziet bet verkeerd wat het ontwikkelingsbe
leid van Nieuw Guinea betreft. Wij zoeken het
in de ontwikkeling van het volk en de stimulering
van de volksaanplantingen. M.a.w. de Papoea's
zullen hun eigen gronden leren bewerken, beplan
ten en de produkten oogsten. Zij werken er dus
niet op als koelies, zoals in het verleden op Java,
etc. gebeurde."
(Wat men hier in Ned. Nieuw-Guinea toepast,
is volkomen aangepast aan de etische eisen van
een moderne kolonisatie, doch is ook het gevolg
van de specifiek Nieuw-Guinese ,,adat" dat de
Papoea individueel grondbezitter is. Zijn leven is
geïntegreerd in een hechte Papoea-gemeenschap,
die hem als een couveuse beschermt en beschut.
Dit stelsel is zelfs zo, dat wanneer hij oud en
gebrekkig is en niet langer is staat is te werken,
hij door die gemeenschap wordt verzorgd. Red.)
De overheid wil dit verband in takt houden en
deze gemeenschap door voorlichting en opleiding
brengen tot het zelf-aanleggen van eigen land
bouw, hetzij van bevolkingsgewassen of van ex-
portprodukten.
En hiervoor heeft de Regering het oog laten
vallen op de jonge, pas afgestudeerde landbouw
ingenieurs uit Wageningen.
..Op deze wijze", zo vervolgden wij het onder
houd. ,,zou men toch even goed gebruik kunnen
maken van de Indische planters. Zij hebben niet
alleen •.ropen-ervaring, doch kennen ook de
„akals" inzake zuiver locale aanplantingen, welke
in Wageningen weinig bekend zijn, omdat deze
kennis zuiver uit praktijk-ervaringen werd ver
kregen. Ik ken verscheidene directeuren en assis
tenten van onze Proefstations in Indië, zouden die
niet in aanmerking kunnen komen? Dan heeft de
overheid geen last van een on tactvol optreden zo
als van de landbouwconsulent Dr. Poyck, die van
een „ambtenaren-dictatuur" spreekt".
..Poyck is een prima landbouwconsulent en een
harde werker. Hij heeft enorm veel werk verricht.
En goéd werk, doch hij heeft zich ginds onmoge
lijk gemaakt door zijn optreden
„Zou het daarom geen aanbeveling verdienen
oudere landbouw-experts in te schakelen, die ge
wend zijn met de overheid samen te werken zoals
in Indië? Daar kon men evenmin het B.B. negeren,
of de regent en de wedana's", zeiden we.
Wat noemt LI oud?" vroeq Gouverneur Van
Baal.
„Om en bij de veertig. Dus in de volle kracht
van het leven
„Voor dit soort werk zijn zij niet geschikt",
antwoordde Gouverneur Van Baal.
„LI bedoelt dat zij „hun verleden" tegen heb
ben", vroegen wij. „Dat zij misschien geneigd zou
den zijn in een luie Papoea een werkkoelie te
zien, inplaats van „eigenaar van de grond"
„Precies. Zij zouden uitermate geschikt zijn wat
het werk betreft, doch zij zouden naar alle waar
schijnlijkheid in de oude werkmethoden vervallen.
Na zijn 40ste, of tegen de 40 verandert een mens
niet meer, uitzonderingen daargelaten. Zijn geest
en zijn karakter zijn gevormd."
ij lieten onmiddellijk dit onderwerp los, want
er waren nog meer penibele vragen. Daar
enboven is volgens onze bescheiden mening een
opleiden en ontwikkelen van half wilde primitieve
dorpsgemeenschappen tot producerende groepe-
Ver volg op pagina 2
„ZEVENJARIG BESTAAN REPUBLIEK DER
ZUID-MOLUKKEN".
Dc besturen van de Afd. 's-Gravenhage en
randgemeenten van de Stichting Door de Ecuwen
Trouw en van het Veteranen Legioen Nederland
organiseren op DONDERDAG 25 APRIL a.s.
aanvangende om 20.00 uur, een grootse Ambon-
bijeenkomst, ter gelegenheid van het zevenjarig
bestaan der Republiek der Zuid-Molukken, in de
grote zaal van de Haagse Dierentuin.
Het programma bestaat o.a. uit een rede van
Zijne Excellentie Prof. Mr. P. S. Gerbrandy, een
toespraak van de heer H. Coenradi, een kort
woord van de heren C. Kruisheer en P. J. G. A.
Ego. heT optreden van een Ambonese jeugdgroep
uit het woonoord Lunetten met folkloristische dan
sen en een optreden van de drumband van de
Afd. 's-Gravenhage e.o. van het Veteranen Le
gioen Nederland.
De toegang is vrij.
Getuigt door Uw aanwezigheid op 25 april van
Uw medeleven met de rechtsstrijd van de Repu
bliek der Zuid-Molukken.
Redactie „Onze Brug".
Ook wij wekken gaarne onze lezers op deze bij
zondere avond van de Republiek der Zuid-Mo
lukken bij te wonen. Zij aan zij hebben Am-
bonnezen met Nederlandse manschappen in de
strijd gestaan, laten wij ook thans zij aan zij staan
in de rechtsstrijd van de Republiek der Zuid-Mo
lukken. Zij vragen zo weinig: slechts vrijheid en
recht, zij gaven zo veel: trouw, moed en offer
vaardigheid.
Laten wij dit niet vergeten.
F.