Tussen U
en mij
Vensters
Correspondentie
„Djangèr", Balinese dans Ramyana
Aan do vooravond van de tweede Indische
Avond welke de Stichting „Onze Brug" in de
eerste plaats haar abonné's en voorts alle gerepa
trieerde C.N.I.-ers en overige sympathisanten
aanbiedt, willen wij hier evenals bij de eerste In
dische avond de doelstelling van ons orgaan uit
eenzetten.
Ons doel is en blijft: de behartiging middels het
geschreven woord van de belangen van onze le
zers hier en in Ned. Nieuw Guinea. Dit blad dat
opgericht en uitgegeven wordt door de Stichting
„Onze Brug" en dat als orgaan van het Nieuw-
Guinea Verbond oorspronkelijk N.G.-belangen be
hartigde, heeft thans zijn werkterrein aanzienlijk
uitgebreid, doordat hierin volle aandacht wordt
geschonken aan de belangen van alle gerepa
trieerde Nederlanders, dus ook van de mensen in
Nederland.
En wij kunnen dat doen dank zij het feit dat
dit orgaan een onafhankelijk, niet-gesubsidieerd
periodiek is. Uit ons blad spreekt niet de stem
van de regering, doch klinkt het geluid van vrije
mensen, uit Uw eigen groep. Dit wordt moge
lijk gemaakt door de contributies van de le
den van het Nieuw-Guinea Verbond. Ginds
pionieren tropen-Nederlanders die met een juist
begrip van zaken en verhoudingen de behartiging
van de belangen van hun oude landgenoten uit de
tropen mogelijk maken.
In deze geest wordt U deze tweede Indische
Avond geboden, waarbij wij de hoop uitspreken
dat dank zij Tjalie Robinson's piekirans, Uw eigen
pikirans op de vlucht gejaagd zullen worden.
Want zoals Tjalie op de hem eigen kostelijke
wijze „piekert", brengt hij de typisch Indische
sfeer met haar smeuig jargon en zonnig-blije
levenskunst van zorgeloze mensenkinderen in ons
geheugen terug.
Ben Snijders en de Ramayana's onder leiding
van Lakshmini Devi hebben wij evenals The
Novelty Quintet in ons vorig nummer reeds ge
ïntroduceerd, zodat wij hiernaar verwijzen.
Amuseert U, maar denkt ook eens aan de
diepere ondergrond van ons streven. Het werk
terrein van ons orgaan heeft een wijder en dieper
perspectief gekregen doordat het gastvrij zijn pa
gina's heeft mogen openstellen aan het C.N.I.
(Centrum Nederlanders uit Indonesië). Het
schenkt nu ook voorlichting en advies in belasting
zaken in de rubriek van de heer Dessauvagie, be
kend belasting-deskundige voor Indische aangele
genheden. In de volgende nummers zullen huis
vestingsproblemen, onderwijsmoeilijkheden, gelijk
stelling van diploma's en alle overige specifiek
Ned. Indische problemen waarmede de gerepa-
trieerden hier te kampen hebben, in beschouwing
worden genomen.
De wereld streeft naar perfectionisme, ook wij
tropen-Nederlanders mogen niet achterblijven en
tevreden zijn met een tweede-rangs plaats in de
maatschappij. Laat u niet terugdringen, doch dingt
eerlijk mee, met eerlijke middelen en met een ge
trainde geest. Leg ons uw problemen voor en we
zullen trachten ze samen op te lossen.
Want evenals Tjalie Robinson „piekeren wij
ook door"F.
CMNDELIJK heb ik iets wat niemand hier heeft.
Het is helemaal niet iets om trots op te zijn,
maar het is tenminste iets dat de gelijkheid van
bezittingen in mijn straatje breekt: ik heb onge-
zeeinde ramen. Schaamteloos ongezeemde ramen.
Ze blinken niet, ze glanzen niet, ze zijn wat
een Hollandse huisvrouw zou zeggen: allersmerigst.
Voor mij zijn ze mooi genoeg. Er zijn kringetjes
en plekjes en stofjes op, er twee maanden lang
door regen, wind en zon op geborduurd.
Als je lang naar al die plekjes kijkt ga je filo
soferen en mijmeren. Over bergen, kali's en reus
achtige keien. Dat ene plekje daar, op die uiterst
linkse ruit, lijkt precies op de grote waringin op de
aloon-aloon in Malang. Kent U Malang? Mijn
stadi de liefste stad van de wereld. En onder die
waringin stond de bloemenpasser, weet U nog
wel? Daar kochten we zondags onze gerbera's en
gladiolen en anjelieren voor het kerkhofbezoek of
zomaar voor thuis. Zo goedkoop al die bloemen
in vergelijking met de bloemen hier! Zo fel die
kleuren, zo sterk de geur! Ook van de rotte stelen
die de man snel en handig wist af te snijden om
zijn bloemen verser te doen lijken. Ach lieve
aloon-aloon met je aubades op Koninginnedag, je
voetballende jongens en je toekangs djoealan die
het gras plat traden.
O N weet U ook nog de kali Brantas? Kijk, die
groep vlekjes helemaal boven het raam, die
Zijn precies die stenengroep onder de Brantasbrug.
Daar hebben de jongens uit mijn klas eens een
leguaan gevangen. Het was een kabaal en een
gekrijs van jewelste en de hele klas kreeg een week
straf omdat we en bloc te laat kwamen.
O, er staan nog meer herinneringen op mijn
ruit. Als de zon er fel door schijnt zijn ze me
meer waard dan de mooiste film.
,,Kijk mijn ramen eens, ik heb ze nog niet eens
gzeemd!" zeg ik altijd tegen het bezoek. Dan
denkt het bezoek: ze heeft ze vandaag nog niet
gezeemd. En niemand vermoedt de rekbaarheid
van dat „nog niet". Want nog niet is bij mij 2
maanden. De vriendinnen die mijn ramen beter
kennen, weten de waarheid. Ze spreken er al niet
eens hun schande meer over uit.
Bovendien, welk nut heeft het iets schoon te
maken dat dezelfde dag alweer vuil wordt? Ik
weet, dat vinden de meeste vrouwen juist zo ge
zellig, schoonmaken wat vuil is, schoner maken
wat al schoon is. Het is ook een soort levenskunst,
daar zit ook een zekere filosofie in hoor. Schoon-
schoner-schoonst, je krijgt er alleen zulke ge
spierde bovenarmen van. Allemaal gespierde ar
men. allemaal schone ruiten. Allemaal de grote
schoonmaak, allemaal matten kloppen, allemaal
boodschappen doen, allemaal griepen over het
weer en de dure groenten. Is dat de sleur' waar ze
me voor gewaarschuwd hebben toen ik nog in
Indonesië zat?
Ach wel nee, de sleur zit geloof helemaal in
jezelf. Begint U maar eerst met Uw ramen twee
maanden niet te zemen. De eerste week is het een
bijna onoverkoombare ergernis, maar terwijl de
bergen, de waringins en de kalistenen groeien,
groeit Uw gemoedsrust. Want U gaat filosoferen
en denken aan prettige dingen in de vrijgekomen
tijd. En U kunt altijd nog met een flinke spons-
veeg het filosofietje wegwissen. En U opnieuw
scharen in de fille van ijverig boenende, schrob
bende, wassende huisvrouwen. Dat doe ik mis
schien ook wel binnenkort
Lilian Ducelle.
Vindt U het ook zo leuk om brieven te krijgen
uit een ver land? Ik wou dat ik honderd vrienden
had in allerlei landen buiten Nederland en dat ze
me iedere week zouden schrijven. Maar dan zou
ik zelf ook moeten schrijven natuurlijk, corres
pondentie is altijd tussen twee personen. En de
mensen die mijn brieven kennen zeggen: „Hope
loos die brieven van jou Noes! Een half velletje
maar en dan is het al: Nou lui, ik stop maar, tot
volgende keer."
Komt het omdat ik zo weinig te vertellen heb?
Ach er gebeurt niet veel hier in Holland. Ik zit
op kantoor en daar zijn wel eens grappige dingen,
maar is dat nou zo belangrijk om in een brief te
zetten? En zijn al die dingen die je denkt en voelt
hier als het koud en guur is wel de moeite van het
vertellen waard?
Maar U daar in Nw. Guinea, die daar zo hele
maal anders leeft dan wij hier, U zou veel meer
kunnen vertellen. Eigenlijk weet ik niets van
Nw. Guinea. Je hoort altijd zo vaag vertellen van
hard werken, geen bedienden, weinig ontspan
ning. Maar het is allemaal zo onpersoonlijk en
dus niet veel waard voor iemand die helemaal
buiten dat leventje staat.
Wilt U me schrijven? Ik vraag het aan mannen,
vrouwen, jongens en meisjes. U schrijft niet alleen
aan mij, LI schrijft voor honderden andere lezers
die het net als ik heerlijk vinden om een brief te
krijgen uit een ver land, dat ze (nog) niet kennen.
Misschien zijn er dingen die U wilt weten over
het leven hier. Het leven van een gewone Indische
familie en een gewoon werkend Indisch meisje
als ik. Want U komt misschien ook eens hier. Of
kom ik misschien eens in Nw. Guinea?
Schrijft U maar, kort of lang aan:
Noes
p/a Redactie Onze Brug
Franklinstraat 106,
Den Haag.
Tot ziens in deze rubriek!
Noes.