Gezond begrip over: Modern koloniseren
4
f) ATEN wij elkander goed verstaan lezers. We
zeggen niet dat kolonialisme zoals dit door
de Westerse landen werd bedreven in de middel
eeuwen tot in het begin van de 19de eeuw onze
goedkeuring kan wegdragen. Kolonialisme heeft
ongetwijfeld een onsympathieke klank en roept
onwillekeurig het beeld op van onderdrukking,
overheersing, vaak mateloze gezagsuitoefening van
machtsorganen, toegerust met militaire machts
middelen. Dat soort kolonialisme en dat soort ko
loniseren verfoeien wij even hartgrondig als de
felste aanhanger van de socialistische politiek van
de Partij van de Arbeid. Uitbuiting van mense
lijke arbeidskrachten, verkrachting der menselijke
rechten, een systematisch onderdrukken van ieder
vrijheidsgevoel, van ieder besef van volksbewust
zijn van het gekoloniseerde volk, is een morele mis
daad, begaan door een volk jegens een ander volk,
en is nimmer goed te praten. De geschiedenis
echter heeft ons geleerd dat dit harde ontwikke
lingselement op de levensweg der volkeren, in ba
lans wordt gehouden door hiermede onverbreek-
lijk-verbonden andere factoren die er een monu
mentale achtergrond van vormen.
Immers: zónder kolonisatie, geen kapitaalgoede
ren als spoorwegen, geen aanleghavens waar
oceaanstomers de isolering verbreken en het con
tact met de buitenwereld onderhouden. Geen
bruggen en geen wegen waarover karrevrachten,
later gemotoriseerde voertuigen, vrachtauto's en
jeeps het binnenland binnendringen om produkten
te brengen en bevolkingsprodukten terug te
brengen naar de stapelplaatsen van de wereld
handel. Zonder kolonisatie geen communicatie
middelen als telefoon en radio-masten, geen vlieg
velden, geen helicopters en geen opbloeiend eco
nomisch leven engeen gezondheidsdienst,
geen scholen, geen ontwakend geestelijk leven. De
geest der achtergebleven volkeren blijft in de
schemer leven in een onwerkelijke wereld van
geesten, van toverformules en van voorouderver
ering. De schemering die als een grijze sluier land
en volk bedekt, ondoordringbaar als een masker
van lood.
Zo bezien is zélfs het kolonialisme in zijn oude
vorm nog te rechtvaardigen, Hoe veel gunstiger
steekt hiertegen niet het MODERNE koloniseren
af!
ET Westen dat met enorme sprongen in de
laatste honderd jaren zijn eigen evolutie heeft
doorgemaakt, heeft hiervan veel overgedragen in
zijn kolonisatie-politiek. Wij zullen hierbij slechts
de ethische richting aanstippen in het Nederlands-
mdisch beleid na 1920.
De tweede wereldoorlog heeft echter de formi
dabele stoot toegebracht in ons systeem, en onze
verhouding tot de minder-ontwikkelde gebieden
jrondig gewijzigd. Hierbij werd echter één belang
rijk feit over het hoofd gezien.
Nederland had zelf ondervonden wat het
betekende door Duitsland te worden „geko
loniseerd", zodat het besloot nimmer meer
toe te laten dat andere volkeren ditzelde zou
den ondervinden van Nederland. Hiervoor
voor dit nobele standpunt kan men slechts
waardering voelen. Doch Nederland beging
hierbij 1 kardinale fout: het stelde onder-ont
wikkelde volkeren op één lijn met het reeds
volwaardig ontwikkelde Nederlandse volk,
dat gemeten met de westerse maatstaf
een eervolle plaats inneemt onder de Euro
pese volkeren.
De prominente figuren uit de Partij van de
Arbeid vereenzelvigden het Nederlandse volk
met de bevolking van Westelijk Nieuw
Guinea. Het realiseerde zich niet welk een
betekenisvol verschil het uitmaakt of een man
een broek of een schaamkoker draagt, en
of men bij een manco aan huwelijkstrouw
naar een advocaat loopt of dat men zijn
vrouw dood pijlt, haar stoïcijns gebruikend
als schietschijf, waarbij iedere pijl door zijn
weerhaken een dodelijke wond achterlaat.
De ethici in Nederland hebben in hun
iaaiende geestdrift VOLKOMEN over het
hoofd gezien dat een Papoea uit het stenen
tijdperk geen Nederlander is, en dat Neder
lands Nieuw-Guinea geen Hollands akkerland
of weidegrond is, laat staan bollenvelden of
Betuwe. We hebben te maken met het meest
primitieve volk ter wereld, en met de meest
denkbare vorm van oerbos, moeras en maag
delijke bodem, met rivieren waarbij Vader
Rijn een baby is, en bergen met sneeuwtop
pen, waarbij de St. Pieters„berg" een heuvel
top is.
*7 O jgen de zaken.
Nederland als land, en het Nederlandse volk
als natie, hebben de taak dit toevertrouwd Ned.
Nieuw Guinea met zijn primitieve bevolking tot
ontwikkeling te brengen. Want losgelaten kan
Nieuw Guinea dit niet. Het zou blijven zoals het
eeuwen is geweest: een land in schemer-toe'stand,
en een volk in het stenen tijdperk, totdat andere
volkeren het zullen koloniseren. Want het is uit
gesloten dat het uit eigen kracht zichzelf zal kun
nen ontwikkelen. Daartoe mist het de technische
en materiële middelen, maar vooral ook de gees
telijke gaven, het initiatief, de ondernemingslust,
de arbeidslust en de elementaire middelen: het
kapitaal.
Wie dit zo ziet, zal begrijpen dat hier een
enorm arbeidsveld ligt voor de Nederlandse intel
ligentsia, maar ook voor het Nederlands particu
lier kapitaal. De groothandel en de zakenwereld
begrijpen dit al lang. Waarom dan deze aarzeling,
dit gestuntel in de laatste 10 jaren met slechts
aanleg van een proef-rijstpolder welke nauwelijks
voldoende is om een tiende deel van de bevolking
te voeden. Waarom dan de terugwijzing van
krachten, die naar Ned. Nieuw Guinea wensen te
emigreren om ginds hun beste krachten in te zet
ten tot zegen van dit overzees gebied en tot ont
lasting van Nederlands Staatsbudget?
Waarom? Omdat wij hier in Nederland afge
remd worden door een ondeskundige politiek van
verkeerd gevormde ideeën over koloniseren. Om
dat men een Papoea met een schaamkoker op
dezelfde lijn stelt als een heer in colbert, of Jan
met de pet in zijn overall. DAAR wringt de
schoen. Men houdt vast aan een beeld dat afwijkt
van de werkelijkheid. En de slappe geest in Ne
derland laat zich overheersen door dit misvormde,
uit zijn ware proporties getrokken denkbeeld. En
omdat er zelfs in het hoogste staatscollege met
dit denkbeeld wordt gespeeld, gemarchandeerd,
daarom durft men niet het particuliere zaken
leven concessies te verstrekken. En zonder con
cessies kan geen enkele groot—ondernemer zijn in
vesteringen van honderdduizenden guldens in
zetten. Dat doet geen enkel verstandig mens.
Deze woestuitziende Asmather heeft zijn gezicht rond
de ogen rood gemaakt, ten teken dat hij een levens
gezellin zoekt. (Zuid Nieuw-Guinea)
Voor de agrarische en industriële ontwikkeling
van Nederlands Nieuw Guinea moet de Regering
concessies durven te verstrekken van 50 tot 75
jaar, dan eerst zal er een motorische kracht achter
de particuliere ontwikkeling van dit gebied wor
den gezet. Zoals het nu is, lijkt het meer op een
slow fox, op een afgedraaide versleten grammo
foonplaat dan op het dynamisch tempo van hei
atoomtijdperk waarin wc leven.
Nederland, wij zijn altijd trots geweest op je
fiere politiek, zelfs op je zeeschuiinerij, want het
heeft helden voortgebracht, maar thans heeft het
veel van een verwaterd doodbidders onwaarach
tig schermerhorns refrein: wij schenken alles weg
en houden niets' voor ons zelf, maar verhogen de
belastingen want we komen er niet uit, andanks
onze domme bestedingsbeperkingen en onze emi
gratie-politiek.
Hebben hiervoor onze O.V.W.-ers gestreden en
hun bloed geofferd? Laat men nu eens opnieuw
begrijpen dat een viering en herdenking van de
geboortedag van Michiel de Ruyter, geen zin
heeft wanneer men de geest van een De Ruyter
kunstmatig vermoordt in zijn nationale politiek.
Nederlands Nieuw Guinea heeft een dynamische
aanpak nodig. Laat men dit creëren door niet al
leen fluisterend en schaamachtig te zeggen: wij
zullen Nieuw Guinea besturen totdat het rijp is
voor zelfbestuur, maar laat men daarbij fier en
openlijk toevoegen: En om dit naar eer en geweten
te kunnen volbrengen, geven wij concessies aan
alle grote Nederlandse en bevriende concerns om
hun particuliere ondernemingslust in de vorm van
werkkrachten en kapitaal in dit onontgonnen ge
bied te investeren, totdat het volk van Nieuw-
guinea in staat is dit werk van ons over te nemen.
Emigranten uit Nederland: hier ligt een taak
voor LI, niet in Canada en Australië, waar U Uw
nationaliteit hebt in te boeten, maar in Nieuw
Guinea waar men Nederlander kan blijven op
Nederlands overzees gebied.
A. H. Führi-Mierop.