ssrssrci Dc pari ementaire missie naar Nieuw Guinea WAAROM KWAM ZIJ bpsi^Bhm mm Er is ten tweede male een parlementaire missie in Nieuw Guinea geweest. Het verslag van haar bevindingen is nog niet gepubliceerd. Wèl komen er in dag- en weekbladen diverse uitlatingen van enkele der leden voor die, kritisch beschouwd, weinig zeggende algemeenheden zijn. Voor ons zijn deze uitlatingen niet zo bijzonder belangrijk. Wat wij daarentegen wel zeer belangrijk achten is de werkelijke reden van deze uitermate kostbare reis, want deze komt (natuurlijk!) niet in welk open baar verslag dan ook voor. Immers, wij moeten niet uit het oog verliezen dat zij bekostigd wordt uit de volslagen ledige Neder landse schatkist; dat zij bekostigd wordt ondanks de zeer ingrijpende bestedingsbeperking in Neder land en de noodzaak enorme bedragen te lenen bij het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Bovendien is Nieuw Guinea nog maar zeer kort geleden bezocht door een andere missie. Een stu die-commissie die tot taak had de staatkundige problemen van Nw. Guinea te bestuderen en tot een oplossing te brengen. Dan nog maakte Minister Staf een rondreis waar- bij Australië en de beide helften van Nw. Guinea werden bezocht. Dit alles nadat de gouverneur Dr. J. van Baal in ijltempo (voor de tweede keer) naar Nederland is geweest om met de Minister van Zaken Over zee en de regering,, besprekingen te voeren! In dit raamwerk moeten we de rondreis van de parlementaire missie in Nieuw Guinea zien. Van daar dat in ons de vraag opkomt: „Waarom kwamen zij? Was deze kostbare reis werkelijk nodig? Hadden de deelnemers na te gaan of dc door de Gouverneur (en uiteraard ook door Minister Staf en de leden der Staatkundige com missie) uitgebrachte rapporten wel met de werke lijke toestanden overeen kwamen? Was dat het hoofddoel? Dit is onaannemelijk! Daarvoor achten wij de genoemde autoriteiten te representatief en te deskundig t.a.v. hun taak. De a.s. U.N.O. debatten! In welk licht moeten wij haar dan wèl zien? Ons inziens in het licht der komende aanvallen op Nederland in de UNO. Rechtstreeks op Nederland, maar daarmee indirect op het gehele Europese blok dat belang heeft bij een Nederlands Wes ters) beheer over „West-Irian: Australië, Nieuw Zeeland, Engeland en zelfs, ja, zelfs het zoge naamd neutrale Amerika. De neutraliteit van Amerika is immers slechts een politieke manoeuvre, zéker geen werkelijkheid, omdat zij, gezien de Amerikaanse vitale belangen in de Pacific-sfeer geen werkelijkheid kan zijn! De Nederlandse afgevaardigde in de UNO zal binnenkort de weinig benijdenswaardige taak heb ben wederom het hoofd te bieden aan de beschul digingen en eisen van Indonesië dat daarbij ouder gewoonte gesteund wordt door een groot aantal leden der A.A-landen en enkele zuidelijke Latijns Amerikaanse staten. Hij zal zich beroepen op de inhoud der jaarlijks door Nederland bij de V.N. ingediende rapporten over Nw. Guinea. Doch terecht zal men hem voor de voeten kunnen werpen dat een begroting van slechts enige tien tallen miljoenen guldens (het kleuter-onderwijs in Nederland kost alleen reeds 30 miljoen!) nimmer voldoende kan worden geacht om de door Neder land voorgegeven doeleinden t.a.v. de opvoeding der autochtone bevolking tot zelfstandigheid en de economische ontwikkeling van het land werke lijk te financieren. Dc positie van de Nederlandse afgevaardigde is juist door de politiek-afzijdige houding van Ame rika uiterst delicaat en moeilijk. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat hierin het antwoord gevonden moet worden op de vraag; „Waarom twéé kostbare (com) missies naar Nieuw Guineawaarom Minister Staf naar Nieuw Guineawaarom Gouverneur Van Baal (twee maal) naar Nederland? Dit alles in minder dan een half jaar tijds!? Er valt o.i. niet aan te twijfelen dat de parlemen taire missie hiervan wel degelijk op de hoogte is. Al haar bevindingen, conclusies, adviezen en kri tiek, ja juist haar kritiek en ook al haar voor de publiciteit bestemde uitlatingen moeten we dan ook beoordelen tegen deze achtergrond. Welk effect beoogt men? Welk resultaat wordt daarmee nagestreefd? Ernstige wil van Nederland. Deze reis (en die van de Staatkundige Commissie evenzeer) moet bovenal een bewijs zijn van de ernstige wil der Nederlandse regering om zich van de op haar schouders rustende taak in Nw. Guinea te kwijten. Als dan in de V.N. voor de zoveelste maal de eis van Indonesië voor over dracht van Irian wordt gesteld, staat de Neder landse gedelegeerde veel sterker in zijn verweer. Dit is dan het buitenlandse aspect van deze par lementaire reis naar Nw. Guinea. Doch ook tegenover het volk in Nederland, waar van de missie de totale vertegenwoordiger is, heeft deze reis zijn bijzonder doel. Waar Nederland nu eenmaal dit land besturen moet, mede ter wille van de veiligheid der Wes terse belangen in de Pacific moet hiervoor „wat geld" uitgegeven worden. „Wat geld". Ja, want voor een gebied 12 x zo groot als Nederland zijn enige tientallen miljoenen guldens „wat geld". Met zo'n gering bedrag zal men in Nieuw Guinea niet zo erg snel vorderen. Doch het Nederlandse volk over het algemeen vol slagen ongeïnteresseerd is t.a.v. Nieuw Guinea, vindt uiteraard dit bedrag al een grote en boven dien onnutte uitgave die heel wat beter besteed zou kunnen worden voor de een of andere rege ringsmaatregel waarvan het nut voor hem zicht baar te constateren valt. Bijv. de opheffing der bestedingsbeperking bij de wegen- en woning bouw. Deze gedachtegang is van haar zijde be zien niet eens onlogisch. Ons parlement moet daarom de noodzaak van deze (minimale) uitgaven bepleiten en in ieder geval vermindering van de uitgetrokken bedragen in het kader der bestedingsbeperking trachten te voorkomen. Rapporten, mondeling en schriftelijk uitgebracht door de Gouverneur van Nieuw Guinea die na tuurlijk „partij" is, worden hiervoor mogelijkerwijs onvoldoende geacht en het is dus ook om deze binnenlandse reden dat er telkenmale een missie naar Nieuw Guinea gaat. Zolang dit drukke op en neer vliegen van dure, gewichtige regeringspersonen voortgaat, behoeven wij ons geen zorgen te maken over een eventuele overdracht van Nieuw Guinea aan Indonesië. Doch wij vragen ons wèl af, of dit ook de door de ons gehoopte ontwikkeling van land en volk im pliceert. Dan zou in de eerst eplaats de ves tiging van Nederlandse blijvers in dat land moge lijk gesteld worden en wij zouden behalve parle mentaire missies ook delegaties uit de particuliere handels) wereld heen en weer zien vliegen en Nw. Guinea met een bezoek zien vereren op zoek naar gunstige beleggingsmogelijkheden voor hun zaken, fabrieken en bedrijfskapitalen. Wij zijn hierover ondanks de komst van parle mentaire en andere regeringsmissies in het geheel niét gerust. BETALING VAN ONZE BRUG (in Nederland) Geen postwissels. Plak (evenals bij de prijsvragen) vier postzegels a één kwartje op een gewone postkaart van 7 ct. en U bent abonnee voor vier achtereenvolgende nummers. Op de adreszijde komen dus; rechts! ons administratieadres: W. E. Sam son; Nassau-Dillenburgstraat 3, Den Haag. links: Uw eigen adres en de vier postzegels a één kwartje. Op de achterkant van de postkaart komt Uw verzoek om inschrijving als abonnee voor vier achtereenvolgende nummers. U kunt ook gireren: Ons gironr. is 6685. MAAR BEDENK ZELF TIJDIG WAN NEER DIE TWEE MAANDEN OM ZIJN EN U WEER EEN NIEUWE KAART OF GIRO MOET INSTUREN as f s De cowboys van Nieuw Guinea kunnen de Indonesiërs genoemd worden die in Nieuw Guinea wonen en voor hun transport gebruik maken van de ons zo bekende ^Hongelui g reden en de openlegging van Indie door de~e pion ers ook t p g rt>f>r hc>~ aannemen dat dit paard in een eventuele toekomst voor ons in Nw. Guinea ook een -eer 6e- langrijke rol kan spelen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1957 | | pagina 2