DE INDISCHE HUISVROUW
Correspondentie
TROUWEN IS LEUK
De schoonste triomf van den Indo-Detective
3
Ik kan er niets aan doen, maar telkens als ik in
de geschiedenis duik van de Indische samenleving,
als ik om me heen kijk onder de Indische Neder
landers van nu waar ter wereld ook dan
welt een gevoel van respect in mij op voor de
Indische huisvrouw.
Op welk terrein ze zich ook bewogen heeft, hoe
ellendig de omstandigheden ook waren waaronder
zij leefde, overal heeft zij zich gehandhaafd. En
dat niet alleen, zij heeft op elk gebied zegenrijk
werk verricht, waardoor de Indischman zijn moreel
behouden heeft en tot productief leven in staat is.
Indische huisvrouwen hebben de belangrijkste cul
turele bijdrage aan onze groep geschonken, die elke
beschaving kent: een eigen levensstijl. Die stijl
wordt in Amerika de „colonial style" genoemd, het
is het „haciendabestaan" in Zuid- en Midden-
Amerika. Het is een heel typische stijl met onmis
kenbare Europese invloeden, maar toch in volle
breedte en in grote diepte geworteld in het be
staan in het land-waarin-wij-leven.
Wieoudere Indische huisvrouwen hoort vertellen
van het bestaan van toen, is vaak geschokt door
de armoede, vaak vernederende armoede, van dit
bestaan. Die begrijpt niet hoe deze vrouwen de
kracht hadden om tóch Europees te willen leven.
Die altijd hun kinderen op schoenen hebben willen
laten gaan en goede scholen bezoeken. Zij hebben
het Europese maaltijden-systeem doorgezet met
Indische spijzen. Zij zijn de uitvinders geweest
van de rijsttafel en het rijsttafelcouvert. Zij hebben
de Indische woninginrichting uitgedacht en uitge
voerd en van elk huis een tehuis gemaakt. Zij
hebben het gemis aan Europese doktoren en apo
thekers opgeheven door een intensieve kruiden
studie, want zij moesten hun (vaak zeer grote)
gezin levend houden en opvoeden in de verste
buitengewesten. Dus leerden zij de tropische plan
tenwereld kennen. Een vrouw als mevrouw Klop-
■penburg-Versteegh is een vrouw van zeldzaam
hoge kwaliteit, een onderzoekster en geleerde van
het gehalte van een Madame Curie.
Talloze vrouwen hebben tropische voedingsgewas
sen bestudeerd en beproefd en het voedsel ge
maakt dat smakelijk was voor 212 ct. en voedzaam
voor iy2 gulden. Thans nog faalt de Indische man
vaak in alle standen op cultureel niveau, maar de
vrouw handhaaft zich op haar cultureel niveau:
haar huishoudkunde is perfect. Haar boeken ver
schijnen op de markt, al zijn het „maar kook
boeken.
Nu in Holland sjouwt de Indische vrouw in regen,
sneeuw en hagel alle markten af en ziet kans
een eigen potje te koken uit vreemde en nieuwe
grondstoffen. Nu nog schept zij in een betonnen
kazernewoning een gezellig tehuis voor haar gezin.
Maar ook op ander cultureel terrein heeft het In
dische meisje zich altijd eervol onderscheiden. Er
zijn musici, zangeressen en danseressen geweest
van bijzondere reputatie. Nu nóg zijn er meer
Indische schrijfsters dan schrijvers. Onder alle
vrouwen op straat valt het Indische meisje (on
geacht van welke leeftijd) op door zorgvuldige en
smaakvolle kleding, door goede verzorging van
het figuur en door een positieve welgemanierdheid.
In het oude Indië hadden vele IEV-mannen een
energieke verenigingsvrouw naast zich. Elke grote
voetbalclub had zijn eigen Maatje. Toen 99 van
de 100 Indo's alleen nog maar dachten aan vei
lige gouvernementsbaantjes, handhaafde menige
vrouw zich als zelfstandige werkkracht in de
maatschappij: als bloemiste, leverancier van eten
buitenshuis, modiste.
Inderdaad, het Indische meisje heeft twee- drie
maal zoveel zelfstandigheidsgevoel en individua
liteit als de Indische man. En wat is zij vaak in
de publieke opinie? Een leuk ding, de vrouw van
die of die, een aardig meisje, en niets anders. Nee,
waarde vrienden, de Indische vrouw is de rugge-
graat van onze groep, het hart, de bloedstroom
en de ademhaling. Wij mannen zijn maar het vlees
en hoe lèmbèk is dat vlees vaak niet!
Kom, ik schei uit. Straks noemt men me nog een
vrouwengek. Maar wie is er niet gek op zulke
vrouwen? Ik ben trots op ze allemaal, op mijn
moeder en mevrouw Kloppenburg, op mevrouw
Kroon en mevrouw Dinges, ja, ook op mevrouw
Dinges. Zeg niet dat ik gek praat, want al doe ik
het, ik bén het niet. Hier, ik neem mijn petje wéér
voor de Indische vrouw af. Niet voor de man met
de ridderorden, niet voor de man met een villa
op Meyendal, niet voor de man met pengsioen
tinggih, maar voor dat tengere bruine meisje zon
der naam, dat haar oblok-oblok maakt in Lutje
broek en haar crème de volaille in Blangkedjerèn,
dat haar haar „aanstiel" met een pink van het
voorhoofd strijkt EN ALTIJD WAT DOET.
What a girl!
TJALIE ROBINSON.
Beste Tjalie,
In het artikel „Pak-dieng-doeng-dieng-pak" van
nr. 3 van „Onze Brug" schrijf je: „Want wij
zijn deel van een volk dat net als in Brazilië1 en
Argentinië nu nog steeds vele namen kent als
Rosario, Manuel, Dias, Ogilvie, Rodriges. An
tonio, da Cunha, de Silva, enz."
Wij zijn echter van heel andere afkomst. In
Zuid- en Midden-Amerika is men uitsluitend
Spaans-Portugees en katholiek. Wij zijn ver
reweg voor het merendeel NIET van Spaans-
Portugese afkomst en NIET uitsluitend katho
liek. Ook is de naam Ogilvie niet Spaans maar
Engels. W. F. de Bruin.
1. Inderdaad heb ik een vergissing gemaakt en
is Ogilvie niet Spaans, maar Schots. Maar ik be
doelde ook Olive. „Slip of the pen".
2. Ik beweer ook niet dat wij een soort Zuid-
Amerikanen zijn. Let op de woorden „net als" in
mijn stuk. Ik heb het over de sterke Spaans-Por-
tugese inslag in onze volksgroep en de overeen-
komst van karakter, die in beider muziek leeft. En
die zeer sterk dominerend is. De Indischman heeft
wél op natuurlijke wijze de Spaans-Portugese mu
ziek overgenomen, maar bij ons zijn b.v. geen
soort Hollandse of Franse liedjeszangers. Als u
overigens eens in Spanje komt, moet u zien hoe
sterk het Spaanse levens-aspect doet denken aan
dat van ons in Indië. Dit alles heeft naar mijn
mening dus meer te maken met het leven onder de
hete tropenzon dan met afkomst.
Gelezen in de rubriek „Koeriersters", afd. „Huwe
lijken", van Het Parool:
HUWELIJK. Welk leuk Ned. Ind. meisje wil
kennismaken m. j. man, 21 jr. Br. No
HUWELIJK. Leuk blondje van 22 z.k.m. nette
Indischman tot 30. Uitv. br. m. foto No.
Soortgelijke blank-bruin-zoekertjes zijn er vaker.
Opvallend is dat de (blonde) zoeker(ster) het leu
ke op de voorgrond stelt, zulks in tegenstelling
met de andere huwelijksadvertenties, waarbij de
„serieuze kennismaking" op de voorgrond wordt
gesteld. Vaak met de aanbieding van of verzoek
om eigen woning of eigen zaak. In vergelijking
hiermee steekt het blank-bruin-partnerschap als
„leuk" wel heel bijzonder af. We vragen ons al
leen maar af: in gunstige of ongunstige zin?
(Vervolg)
„Naar de voetsporen te oordelen moet de schutter
zich verborgen hebben in gindse asemboom, wat
ik uit de indruk van zijn hielen heb kunnen con
cluderen. Als iemand uit een boom springt, komt
hij altijd eerst op zijn hielen terecht, die in de
grond natuurlijk een diepere indruk zullen maken
dan het overig deel van zijn voeten. Aangezien
de aarde onder de boom vrij week was, heb ik uit
de door hem gemaakte sporen kunnen uitmaken,
dat hij de grote teen van zijn linkervoet mist en
hetzelfde voetspoor heb ik indertijd gevonden in
Pa Oerip's huis."
„Bravo", riep Kees uit, „Mijn vriendschap heeft
je geest beslist geen windeieren gelegd!"
„Ja, dat zal wel. Maar scherts terzijde, mijnheer
Hansen, blijft U na deze aanslag nog steeds bij
Uw plan om mij nog langer in Uw huis te houden?
Denk aan het gevaar
„La, la, Leo, geen woord meer, of wij worden
kwade vrienden. Al werd je belegerd door alle
rampokkers van Indië, dan zou ik je nog niet
wegjagen, begrepen!"
„Maar nu nog wat: hoe heb je die voetsporen in
die duisternis zo nauwkeurig kunnen bekijken?
„Met mijn elektrische zaklantaarn."
„Was je niet bang dat het schijnsel je zou ver
raden? Het was toch heel goed mogelijk, dat de
kerel zich in de nabijheid verborgen hield!"
„Dat heb ik er maar op gewaagd. Door de ope
ning van mijn lantaarn vlak bij de grond te
houden, heb ik de kans tot ontdekking vrijwel
tot een minimum teruggebracht.
„Ja, ja, ik begrijp je wel, je moet er maar op ko
men, hè Kees. Kom jongelui, het is mooi geweest,
ik wens je wel te rusten. Vergeet niet je temer
flink te inspecteren, men kan nooit weten!
Na een hartelijk „goede nacht" begaven de beide
vrienden zich naar hun slaapvertrek. Kees maakte
zich verdienstelijk door in alle hoeken en gaten
te kijken en zich ervan te overtuigen, dat de deur
en de vensters stevig gesloten waren.
Brandhorst stak een sigaret op en liep peinzend
hecri' en weer. Enige ogenblikken later staakte hij
zijn wandeling, haalde zijn browning uit zijn zak
en trok de klamboe open om het wapen in zijn
bed te deponeren. Zijn blik viel op een vouw in
de sprei, vlak bij het kussen.
„Kees", vroeg hij plotseling, „zou jij je kunnen
voorstellen dat baboe Sima een vouw.in de bed-
desprei over het hoofd ziet?
„Wat rare vragen kan jij toch doen! Je weet zelf
toch wel dat baboe Sima de netheid in persoon is
en een vouw in het beddelaken achterlaten, zeg,
ga nauw gauw door. Eer keert de Rijn, of liever
gezegd de Tjiliwoeng, tot zijn wallen, eer ik zo
iets geloven zal."
„H'm", bromde Leo, „Kees, heb je misschien een
stevige wandelstok?"
„Zeg, ben je nu helemaal stapel geworden?
„Neen, ik meen het. Vooruit Kees, de tweede aan
slag zal ook mislukken."
„Nu gaat mijn pijp uuit. Daar zitten wij veilig
tussen vier stevige muren en hij spreekt van een
aanslag; zeg
Toen Kees echter in het ernstige gezicht van Leo
keek, hield hij onmiddellijk met spotten op.
„Kerel, wat heb je toch?" vroeg hij, „het is net
alsof je in doodsgevaar verkeerd hebt!"
„Als mijn vermoeden juist is, dan heb je het zo
ver niet mis. Waar is je stok?
Kees haalde het gevraagde uit een hoek van de
kamer en gaf het aan Leo. Deze sloeg de klamboe
van zijn bed open, met een stok duwde hij de
beide kussens weg en daar vertoonden zich voor
hun ogen twee oeler belangs, die kwaadaardig
tegen hen sisten; een paar welgerichte slagen
maakten aan het aardse bestaan der beide slangen
een einde.
„Maar dat is afschuwelijk", barstte Kees los, „wat
een vuile streek!'
Zoals de lezer wel weten zal behoort de oeler
belang tot de meest vergiftige slangensoorten; een
beet van zo'n dier drijft het slachtoffer binnen een
half uur in de armen van de dood.
„Precies wat ik gedacht heb", zei Leo, „de spreek
woordelijk geworden netheid van baboe Sima
heeft mij gered."
„Of je snuggere bol", antwoordde Kees. „En nu
ga ik de inspectie voortzetten!"
De bultzakken, kussens, goelings en spreien wer
den door Kees uit de bedden getrokken en zo