IS HET ZO 1001 AVONTUREN MET DE SOETIL Uw stukken ASSIMILATIE en RARE NAMEN in resp. nos. S en 9 van ONZE BRUG heb ik met zeer veel belangstelling gelezen en ik werd er knettergek van. Ik heb tot nog toe en dat is vanaf 1953 nog geen werkelijke moeilijkheden ge zien in de zg. assimilatie. In de kop van Uw stuk in no. S vroeg U zich af: WAT IS ASSIMILATIE? Volgens vaders Koenen. Endepols en Heeroma betekent het: ge lijkmaking, aanpassing en opneming. Nou. laten we voorop stellen de vraag: WAT WILLEN WE? Assimileren? Of niet? Of wel? Wel assimileren: dan spelen we de rol van de Toeanbesar-achtige djongos of baboe? NIET WAAR U zult dit alles wel onderzocht hebben, terdege onderzocht hebben, voordat U het waagde te pu bliceren! Maar vergat U daarbij misschien niet dat onze groep t.o.v. de gemeenschap hier in de minderheid is, waardoor dus de verhouding qua activiteit van burgerschap bij de Indische Neder lander scherper naar voren komt, dan wanneer de te onderzoeken groeperingen gelijk zijn? Hoe luidt de wet van grote getallen ook al weer? Het is een theorema uit de waarschijnlijkheidsreke ning, naar ik meen nog onthouden te hebben (ik ben ook al weer bijna acht jaar van school!). En fin het komt er op neer, dat bij een groot aantal waarnemingen de invloed van toevalligheden wordt uitgeschakeld en wel des te meer naar mate het aantal waarnemingen groter is. Naar mate het aantal waarnemingen of onderzoekingen met be trekking tot een verschijnsel groter wordt, treden er wetmatigheden op, die bij een beperkt aantal waarnemingen niet naar voren zouden treden. Als men nu tegenover elke inlander hier een Indischman zet, komt men op een gegeven ogenblik alleen maar voor inlanders te staan. Ja of ja? Ik wil er slechts mee zeggen, dat men van een groep die tegenover de massa staat niet kan verwachten, dat zij qua eigenschappen gelijke trekken vertoont. Ik word boos loh! Heus, als ik lees: De Hollander zit in de politiek, in het verenigingsleven, de jour nalistiek en weet ik wat nog meer. De Indisch-man zit letterlijk nergens! Dat is toch niet waar hoor! Sorry! Als wij nergens zitten bestaat er geen ONZE BRUG en zo! Al met al genomen geloof ik niet dat we bij het stichten van een vereniging, het organiseren van re-unies en het publiceren van blaadjes voor spe ciaal Indischen, direct assimilatie-spoken moeten zien. Trouwens dat gezanik over assimilatie is precies hetzelfde als een boom opzetten over Pontianak- stories. We luisteren of lezen met aandacht, maar forceren niet graag onze hersens. In dit geval hoeft het ook niet eens, want wat is assimilatie anders dan gewoon opgenomen worden in de massa? Nou, door onze komst hier zijn we toch opgenomen in de massa? We maken toch deel uit van de gehele Nederlandse bevolking? Juridisch, tussen aanhalingstekens, of hoe dan ook! We eten kentang, vergeten te drinken bij het eten, maar vergeten nooit hoe een nasi-koening tafel smaakt, soms dromen we er wel eens van. Maar een Fries eet ook kentang, en zo en vergeet ook nooit de typisch Friese gerechten (zo die mogen bestaan) en als hij oud wordt verlangt hij net zoals wij wel eens naar Indië verlangen naar zijn Frieslan! Ik durf dit zeggen omdat mijn grootmoeder een Friezin is en me dikwijls heeft toevertrouwd naar Frieslan te willen teruggaan! Ik ben erg gelovig overigens, daarom: ik geloof verder, dat we vooral geen vereniging moeten op richten om daarmee assimilatie te stimuleren. We bewerkstelligen dan iets, dat er al is en spelen komedie met ons zelf. Ik geloof (al weer) dat een vereniging niet als basis moet dienen voor assimilatie. Een vereniging moet gezien worden als een resultaat van assimilatie. Maar nu is het wel zo, dat „men" slechts ziet, wat men WIL zien. En dan kan ik gewoon op de „pot" zitten en doorgaan met schrijven tot ik een baard heb. Over schrijven gesproken! Sorry voor de slordig heden, hier en daar, maar ik heb haast! Ik moet nu echt weg! Maar voor ik eindig moet ik het nog even zeggen: IK word nooit moe ONZE BRUG te bewandelen, op en neer, heen en terug, me thuis voelend in Holland en tegelijk heimwee krijgend naar Indië! Mag ik daarom de eerstvolgende vier nummers tegemoet zien? AGNES WATERMAN. Antwoord: 1Als assimilatie zich inderdaad natuurlijk en nor- maai voltrok zou er niet zoveel discussie en pro blematiek om heen zijn. Als bij Agnes alles zich gewoon voltrekt, dan boft Agnes. Maar als ze zou weten hoeveel piekerans en arbeid Maatschappe lijk Werk heeft met de assimilatie (of integratie) van gerepatrieerden, zou ze anders piepen. Als Agnes wist van bestaande en zelfs acute discrimi natie-problemen („very little Little Rock en van ontelbare neurotische en psychopatische gevallen door onmogelijkheid van assimilatie, zou ze anders oordelen. Tjalie zelf heeft ook (praktisch) geen moeite met assimilatie. Dit blad neemt het alleen maar op voor hen die NIET slagen. Nog steeds heeft de Indischman geen groepsbewustheid, geen naastenkennis. In 99 van de 100 gevallen gebruikt hij bij beoordeling van anderen zichzelf als maat staf. Onze Brug PROBEERT te ontdekken een GGD van groepsbewustheid OM BETER TE KUNNEN HELPEN, en NIET om af te scheiden. 2. De wet op de grote getallen: die is hier ver keerd gebruikt. Het gaat om de invloed op de massa en het vormen van een integrerend deel van de massa, die bepaald worden door kwaliteit eerder dan kwantiteit. De Jood en het Joodse denken hebben in Holland een grote rol gespeeld en een positief aandeel gehad in het volksleven. Zo b.v. ook het Calvinistisch denken of de leef wijze van de kruidenier. Maar het leven van de Indischman is nergens herkenbaar in het Neder landse cultureel-sociale leven. Wij zijn zelfs waar delozer ALS INDISCHE Nederlander dan b.v. de Spakenburger. Als Agnes wat te zeggen heeft als Nederlandse, dan speelt dat geen rol in het algemene leven, omdat elf miljoen mensen het zeggen. Maar als zij wat zegt als Indische, dan is dat volkomen waardeloos omdat niemand het be grijpt of accepteren wil, AL IS HET NOG ZO BELANGRIJK, Onze Brug komt op tegen dat ver loren gaan in de massa. Onze Brug wil menswaar digheid en trots aankweken. 3. De waarde van de Nederlander wordt NIET ALLEEN bepaald door zijn maatschappelijke functie van werkgever of werknemer, maar ook als cultuurdrager in een bepaalde vorm, dus b.v. dichter, schilder, politicus, geloofsijveraar. Het be schavingsniveau van b.v. de Papoea wordt ge meten naar zijn sierkunst, filosofie, techniek, NIET door het feit dat hij b.v. jager of knollenzoeker is. Maar de Indo is praktisch uitsluitend werknemer en produceert daarnaast niets, terwijl hij het po sitief kan! Als Onze Brug tot leven komt, zullen wij dit aantonen en onze schrijvers, toonkunste naars en schilders ontdekken en ontwikkelen, Wij kunnen een apart en zeer stimulerend genre vor men in het Nederlandse volksleven, als wij maar boven onze inertie en indolentie uit komen. 4. Agnes' grootmoeder en Friesland. Mijn vader kwam uit Baarn. Niets heeft men er zó van over tuigd „anders" te zijn dan één grondig bezoek aan Baarn. Ik kan nooit een oude Baarner zijn, maar ik kan een teruggekeerde Baarner zijn met benutte zucht naar avontuur en met nieuwe en nuttige ervaringen. Maar als ik vergeet wat ik buiten Baarn gewonnen heb aan levenswaarden, ben ik een doodgewone lummel. 6. Dat het bestaan van Onze Brug bewijst dat wij „ergens" zitten, zou een compliment en een argu ment zijn, als onze situatie niet zo moeilijk was. Want wij hebben maar 400 abonné s terwijl wij er minstens 2000 moeten hebben om te bestaan. Nu bestaat Onze Brug slechts bij de gratie en (stomme) wil van een handjevol koppige mensen, die er al hun tijd en geld aan geven, terwijl b.v. een Fries blad een zichzelf bedruipend, bestaand en levend organisme is. Een eerlijk bewijs van collec tieve bewustheid, wilskracht en eigenwaarde. Als de 200.000 Indische Nederlanders al hun per soonlijke voorkeurtjes en angstjes en luiheidjes zouden vergeten en abonné worden, dan zou Onze Brug het sterkste, rijkste en nuttigste blad zijn van Nederland, omdat wij met onze grote ervaring van levenswaarden buiten Nederland belangrijke dingen te geven hebben. De Fries geeft van zijn kleine Frieslandje een trotse bijdrage aan het Neder landse leven. Wij hebben ons leven lang bestaan in een land half zo groot als Europa, een land dat nog steeds in ons leeft en in ons blijft leven tot onze laatste levensdag. Maar wij zijn stom, gaga. Elke Hollander, die op reis is geweest, ver telt van zijn reiservaringen, al was het maar voor een reis van een maand naar België. Maar wij hebben ons leven lang gereisd aan de andere kant van de aardbol en houden onze mond. Tjk, tik, tjk. Té erreh, Péh! T. R Onze Indische keukenprinsessen kennen ongetwij feld dat boek wel Honderd Avonturen met de Pollepel" Een interessant kookboek, inderdaad. Maar als wij een kookboek zouden maken, zouden we het gerust kunnen dopen: „Duizendéén Avon turen met de Soetil", want niet alleen draait de pientere Indische keukenprinses de hand niet om voor welk Europees gerecht ook, maar ze schudt zo maar een hele schuif favaanse gerechten ook nog iiit haar kebaja-mouw. En uit de andere mouw komen dan Soendanese, Maleise, Padangse, Makassaarse, Chinese ach schei uit, een halve wereld kan de Indische huisvrouw toveren uit haar ivadjan! Wal méér zegt: voor de Indische huisvrouw be staat het woordje „kenniet" niet. Ontbreken er be paalde ingrediënten? Laat haar maar piekeren, ze vindt wel plaatsvervangers, die even goed zijn. Wel eens djagoengkoekjes gegeten van bloem kool? O zo! Om onze huisvrouwen in de gelegen heid te stellen hun superieure kwaliteiten te de monstreren openen wij deze rubriek, onder het motto „Stel Uw licht niet onder de korenmaat!" Hier zijn de eerste proeven van Indische kook kunst in Holland. Pèpèsan makreel Ingrediënten: 6 lomboks 1 eetlepel fijngesneden uien 5 knoflook-sioengs 1 mespuntje zout 1 theelepel suiker 5 of 6 in reepjes gesneden lombok idjo, 1 prei (i.pl.v. kemangi) 2 a 3 tomaten (hoeft niet) salam tjabé rawit (voor de liefhebbers van pedes) Yl theelepel geraspte laos 5 vissen Snij de vissen doormidden. Wrijf de rode lomboks fijn met de uien, knoflook, zout, suiker en laos. Neem gave bladeren van de savoyekool. Flens ze door ze boven stoom of bij de kachel te houden. Snij van de nerf over de hele lengte een stuk af, zodat de bladeren beter gevouwen kunnen worden. Smeer de stukken vis in met de sambal en bekleed ze als 't ware met de fijngesneden prei, lombok idjo, plakjes tomaat, rawit en daon salam. Wikkel elk stuk in een blad en bind de pakjes stevig dicht. Bent U in 't bezit van een oven, leg dan de pakjes op een roostertje boven een aluminium bord of zoiets (er loopt namelijk vocht uit) en rooster zo de vis gaar bij bovenwarmte. Een andere manier is: de pakjes eerst stomen in een rijststomer (plm. 10 min.), daarna op een rooster boven een gaspitje panggang. Dit pang gang is beslist noodzakelijk voor de bijzondere smaak. Opdienen met warme rijst. Eten met de handen. Lekker! Ingez. door Lies Kruijsdijk-Boon.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1958 | | pagina 3