DE TWEE GEWEREN (slot)
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
door P. REGENSBURG
Die zomer slaagde hij erin, zich meester te maken van een geweer uit de ver
zameling van zijn vader. Tijdens een grottentocht, die hij met enkele vrienden
maakte dat jaar, hing hij dat geweer aan een touw en hees dat omhoog langs het
Mariabeeld, dat mijmerend uitkeek over de Gulpener vallei. Natuurlijk deed hij
dat wel in het donker, anders zou het veel meer moeilijkheden opgeleverd heb
ben dan het in feite had gedaan. Hij trok weg uit de streek zonder dat hij er enig
idee van had of het geweer gevonden was of niet.
Het jaar daarop ging de familie op va
kantie in Normandië. Jan Willem, die
erop gestaan had de koffers in te la
den, slaagde er opnieuw in om een
geweer mee te smokkelen. Ditmaal
had hij het Mariabeeld op het oog, dat
in de nabijheid stond van het herden
kingsmonument in Arromanche, een
ding dat zozeer aan de tweede we
reldoorlog herinnerde.
Het geluk was ook ditmaal met hem.
Ongezien kon hij het geweer, dat in
een stuk zeil was gerold, uit de auto
halen en aan de voet van het beeld
leggen. De enige moeilijkheid was dat
hij de afstand van het hotel naar het
monument te voet af had moeten leg
gen. Hij was die avond dan ook pas
laat terug, maar zijn ouders vroegen
gelukkig niet waar hij had uitgehan
gen.
Bijna voldaan dacht hij eraan, dat zijn
vader op een gegeven moment toch
wel zou moeten merken, dat zijn arse
naal aan het slinken was, maar dan
zou het niet meer te achterhalen zijn,
althans, dat hoopte hij vurig.
Toen kwam het voorjaar, dat iedereen
straffeloos zijn wapens uit de tweede
wereldoorlog kon inleveren. Jan Wil
lem hoorde ervan en kon zijn oren
bijna niet geloven. In gedachten zag
hij zichzelf al door de straten rijden
met een bakfiets, waarop de overige
geweren en revolvers lagen. In één
keer zou hij die hele zwik kwijt zijn.
Geen nachtelijke tochten meer, geen
heimelijke bagage meer, die hij ver
borgen moest houden voor het oog
van de familie. Inderdaad, dit was na
tuurlijk zijn kans!
Zijn vader stak echter een spaak in
het wiel. Juist in die dagen poetste hij
zijn hele wapenbezit op met een zorg
vuldigheid, die Jan Willem deed hui
veren van afkeer. Er waren nog negen
geweren en twee revolvers. Zou zijn
vader die twee geweren eigenlijk wel
missen? Het antwoord kwam snel.
"Waar zijn mijn twee geweren geble
ven. Ik mis twee van mijn geweren
Wie weet er wat van?" Het huis was
nu wel te klein. Het ene geweer bleek
nog gebruikt te zijn tijdens de politio
nele akties en met het andere, een
bren, bleek een vriend van zijn vader
nog de grond te hebben "schoonge
veegd", aleer de parachutisten uit het
vliegtuig sprongen.
Dit alles riep zijn vader op verwijten
de toon tegen iedereen in huis.
Jan Willem zocht zijn toevlucht op zijn
zolderkamer. Hij kon niet langer aan
horen wat zijn vader rondbrieste. In
ieder geval zou hij niet meehelpen
met zoeken, dat was wat al te zinloos.
Hij strekte zich uit op zijn bed en
sloot zijn ogen, terwijl hij de lawaaiige
stem van zijn vader probeerde uit te
sluiten.
Na enige tijd echter stormde deze
zijn kamer binnen. "Er moet hier in
gebroken zijn, zonder dat iemand het
gemerkt heeft. Mijn geweren zijn ner
gens te vinden. Mis jij ook iets?" "Ik?
Nee hoor, ik heb alles!" Hij zei het
sne| en hoopte intussen vurig dat zijn
vader niet omhoog zou kijken.
Natuurlijk deed hij dat wel. "De sa
moeraiHet was een kreet, die
klonk, alsof hij een houw van dat
zwaard had gekregen. Ontzet staarde
de man omhoog. Hijgend zei hij: "Jan
Willem, ze hebben je samoerai gesto
len, dit is verschrikkelijk! We moeten
er onmiddellijk iets aan doen
Jan Willem, die erg geschrokken was
van de manier waarop zijn vader rea
geerde, kwam nu weer tot zichzelf.
"Kom Pa, wees eens kalm, er is niets
gestolen. Je geweren heb ik in Gulpen
en Normandië achtergelaten, ik wist
zo langzamerhand een goede plek er
voor, na al die vakanties die we er
hebben doorgebracht. Bel de politie
daar maar eens, je hebt alle kans dat
het bij hen ligt
Zijn vader werd bij het horen van die
woorden bijna asgrauw. "Jij? Heb jij?
Hoe haal je het in je hersens? Ben je
helemaal belazerd? Dat zijn wapens
van helden geweest, ze leven trou
wens zelf nog en jij
Verontrust zag Jan Willem dat zijn
vader blauw begon aan te lopen. En
dit werd er niet beter op, toen hij half
sussend zei: "O, maar eerstdaags
gaan zij ook dood en over die gewe
ren praat dan ook niemand meer. Zon
de van het geld dat je aan die verza
meling hebt uitgegeven. Weet je wat?
Waarom lever je de hele zwik niet in,
het kan nu toch straffeloos, stond van
de week nog in de krant! Je bent dan
eindelijk vrij van een flinke brok nos
talgie. Die tweede wereldoorlog is al
zo lang geleden. De derde is veel ak-
tueler en veel sluipender en vernieti
gender, omdat niemand haar wil er
kennen en iedereen denkt dat het o-
vera| maar kleine geschillen zijn, die
snel tot een oplossing zullen worden
gebracht.
Maar intussen is er ongemerkt een
gordel van vuur getrokken om de
hele wereld. We moeten die vuurband
indammen, wij allemaal! En wat doe
jij intussen? Jij poetst geweren op uit
een oorlog die allang voorbij is en je
staart je blind op de foto's die op alle
fronten genomen werden tijdens de
onderhandelingen en de onderteke
ning van die moeilijk verkregen vrede.
Geloof me, Pa, die mooie vrede is
allang teniet gedaan! Kijk om je heen,
overal broedermoord. In Afrika, Azië,
Ierland, Rusland, China, blijf er in
Godsnaam bij, Pa, loop mee met je
tijd. Misschien kun je er niet werke
lijk bij helpen, maar wees er dan niet
langer blind voor. In deze derde we
reldoorlog helpt geen enkele groot
heid meer waaraan wij, gewone men
sen ons op kunnen trekken, deze oor
log heeft zo'n omvang en zo'n draag
kracht, dat wij haar met ons allen telijf
moeten en waakzaam moeten blijven,
zélfs tegen hen, die onze bondgeno
ten lijken te zijn, want de wortels zien
er soms heel anders uit dan de
boom
Al sprekende was hij heftiger gewor
den, onderstreepte zijn pleidooi met
gebaren, die voortkwamen uit zijn o-
vermoedige jeugd en zijn onervaren
heid, maar zijn geloof in wat hij zei
was rotsvast.
Zijn vader zakte sprakeloos op het
bed neer, zo wit als papier. "Kijk mijn
heer de oproerkraaier eens, je lijkt
wel een extremist! Waar haal je in
Godsnaam al die revolutionaire praat
vandaan? Het ruikt en klinkt naar je
grootvader. Maar je hoeft me niet af
te leiden, ik wil weten wat je met die
samoerai hebt gedaan!" Zijn stem
klonk schor en hij kon zich slechts
met moeite beheersen.
"Zeg op waar die samoerai is geble
ven. Je hebt er geen recht op die te
verbergen. Ik heb dat zwaard persoon
lijk veroverd! Die hele troep was
dood, 't hele mitrailleursnest. Alleen
hij stond er nog, toen sprong ik tevoor
schijn, de bajonet op het geweer
"Geef je over!". Ik schreeuwde het in
zijn gezicht. Hij knipperde niet eens
met zijn ogen, hij riep alleen maar die
vervloekte kreet van hun "Banzai..."
Toen stortte hij zich voorover in zijn
zwaardIk heb hem later opzij ge
rold en het zwaard uit zijn lichaam
getrokken. Ik was pas tweeëntwintig
aar, toen ik dat moest meemaken..."
Rustig zei Jan Willem: "Op dat mo
ment is er iets voor u stil gezet, wat
er toen gebeurde heeft de verdere
loop van Uw leven bepaald. En dat
leven is er wel naar gericht geweest,
dat kan ik persoonlijk getuigen! Alle
boekenplanken staan vol met lectuur
over de tweede wereldoorlog, alles
staat er, zelfs de slechte boeken en
dan al die wapens, wat heeft dat voor
zin? Wil u iets te bekijken overlaten
(lees verder volgende pagina)
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
20