KLOPPENBURGEINDELIJK De Amsterdamse Poort, het laatste restant van het oude Kasteel van Batavia, dat in 1950 werd afgebroken. klaar. Behalve de benedenverdieping stonden de kazernes leeg in verband met de ongezondheid van de plaats, waardoor het grootste deel van het garnizoen op de buitenposten was ge legerd. Dat ik wat uitweid over deze Amster damse Poort, hoewel oorspronkelijk niet tot het Kasteel behorend, komt, omdat vele oud-Batavianen zich deze poort in de benedenstad nog goed kunnen herinneren. De poort was ge heel witgekalkt, met uitzondering van de beide in nissen aangebrachte, zwart- geteerde beelden van Mars en Miner va en er boven nog eens acht, even eens zwart geteerde urnen. De Am sterdamse Poort heeft er niet altijd hetzelfde uitgezien. Oorspronkelijk was er een prachtig koepeldak met een torentje, waarin een uurwerk en een bel die bij executie werd geluid. Zij was van oorsprong ook veel dieper en bevatte op de bovenverdieping ka mers welke voor arrestanten dienden. Het plaatsen van de beelden van Mars en Minerva zal misschien pas na 1835 hebben plaatsgevonden, want toen Junghuhn in genoemd jaar in Batavia aankwam stond de poort op inzakken; dus moest zij daarna ver bouwd zijn. In 1869 stonden aan weers zijden van de poort ongeveer halfcir kelvormige frontmuren, waarin enige bogen. Een foto hiervan is te zien in het boek "Tempo Doeloe" van Breton de Nijs. Bij het leggen van tramrails moesten deze frontmuren wijken. Alvorens van de Amsterdamse Poort afscheid te nemen wil ik u nog de volgende anecdote vertellen: Tijdens een vooroorlogse rondleiding van bui tenlandse toeristen vroeg een van hen aan de gids wie de beide beelden voorstelden. De man die alleen wist dat het goden waren maar zijn gezicht niet wilde verliezen met een onvolledig antwoord zei: "Dit zijn twee afbeeldin gen van goden uit de Griekse mytholo gie, genaamd Bata en Via. Nu weet U meteen hoe onze stad aan haar naam komt". Laten we nu weer terug gaan naar de Landpoort. Deze en niet de Waterpoort was de hoofdingang van het Kasteel. Vanaf 1630 gaf de Waterpoort vanaf de noordzijde toegang tot het Kasteel. Zij diende voor het in- en uitbrengen van goederen. Ook als toegangspoort voor de nieuweling die als soldaat, matroos of handwerksman voet aan wal zette in het hem onbekende land. Bij aankomst en vertrek van hoogge plaatste personen werd deze poort ook gebruikt. Kennelijk met het oog op de representatieve functie werd de Water poort in 1756 geheel verbouwd en van een pompeuse Barok-omlijsting met beeldhouwwerk voorzien. In 1635 had men ten gerieve van de pakhuizen een gang dwars door het Kasteel van Noord naar Zuid gemaakt. Wanneer de verschillende poorten van het Kasteel open stonden kon men uit de Landpoort door de Waterpoort heen zien. Nu is het eindelijk tijd om het Kasteel binnen te treden en wij doen dit door de Landpoort. Links en rechts van de ze poort was een wachthuis, tevens microscopische soldatenkazerne. Want vóór de tijd van Van Imhoff was er voor de soldaten geen gescheiden woon- en wachtruimte. Met een trap, naast elk wachthuis, kwam men op de cour- tine, west naar de punt Diamant, oost naar Robijn. Door de Landpoort heen kwam men op het Paradeplein. Naar schatting was dit plein ongeveer 140 m lang, vanaf het kerkje aan de westkant tot aan de gebouwen aan de oostzijde. De diepte van het plein was niet meer dan 30 m. Op dit plein werd dagelijks om 4 uur 's middags parade gehouden van het halve garnizoen, 's Zondags van de gehele sterkte, inclusief cavalerie, soms vanaf het bordes van de gene- raalswoning gadegeslagen door de gouverneur-generaal zelf. Dit bordes heeft een stenen leuning. De toegangs deur heeft een grove stenen omlijsting, aan beide zijden geflankeerd door plompe, uit steen gebeitelde soldaten- figuren. Alvorens de generaalswoning binnen te treden kijken we even naar de ge bouwen links en rechts van de Land poort. Over de wachthuizen hadden we het reeds. Soldaten en onderofficieren woonden beneden, officieren boven. Aan de oostkant stonden drie wonin gen voor Raden van Indië soms be woond door de kapitein van het Kas teel of de sergeant majoor (plaatselijke commandant). Aan de westzijde had men twee woningen, waarvan die naast het kerkje bewoond werd door de di recteur-generaal. De kerk die uit 1667 dateert (de eerste stond in de Diamant en was van 1627) kreeg pas in 1735 een spits toelopend dak. Het van oor sprong platte dak en de dikke muren dienden militaire oogmerken. De kerk is achthoekig. Zij staat met een deur in verbinding met de generaalswoning, uiteraard het meest imposante bouw werk van het gehele complex, waar we nu zullen binnentreden. (slot volgt) Het Indische Kruidenboek van Mevrouw J. Kloppenburg-Versteeg is in herdruk en wordt in augustus (beslist niet eerder) in de boekhandel ver wacht. En dat is verreweg het beste Indische boekennieuws voor 1978! Het Kruidenboek van Mevr. Kloppenburg is het standaardwerk en de meest bekende, betrouwbare en alom erkende vraagbaak op het gebied van kruiden, planten, vruchten, bomen, alles uit de Indische natuur dat van betekenis is voor het welzijn van de mens. Al deze kennis is met nauwgezetheid en toewijding vergaard door een van de wonderlijkste vrouwen die onze Indische geschiedenis gekend heeft. De eerste druk van dit werk, dat sedertdien nooit door enig ander werd geëvenaard, verscheen in 1909. Het boek zal een exacte heruitgave worden van de laatste druk uit 1939 (de meest uitgebreide en verbeterde uitgave), de bijbehorende platenatlas in prach tige kleuren zal erbij worden ingebonden, dus niet meer, zoals oorspronkelijk los erbij. Boek plus ingebonden atlas kosten f 100,compleet, deze prijs is het werk dubbel en dwars waard Voor wie het bedrag wat hoog is: U kunt vanaf deze maand erop intekenen en alvast maandelijks een termijn van f 20,storten. Wij sturen U 5 girokaarten toe. Met de laatste termijn heeft U Kloppenburg weer op de plank. Een bezit voor het leven. Een GEZOND leven hopen we Uitgegeven door de uitgeverij "SERVIRE". 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 15