i
ODE AAN DE K.P.M.
(vrij naar het gedicht van L. H. C. Horsting,
schrijver van "Leven en Werken in Indië.)
Even rustloos, onvermoeibaar, als de golfslag langs het strand,
Trok die vloot van K.P.M.'ers over het Indisch waterland.
Zag vaak boven van de bergen een stip in het ver verschiet
Ik wist: dat is een K.P.M.'er; anders varen er hier- niet.
Ik zag U werken, ik zag U ploeteren langs de warme palmenkust:
Het was verstomen en weer ankeren; het vaarplan gaf U nooit veel rust!
K.P.M. en Neêrlands-Indië - onafscheidelijk nauw verwant -
Ja, Uw beider heil en voorspoed gaan van oudsher hand in hand.
Zonder K.P.M. géén Indië - zoals het was en wezen moest -
Zonder Indië geen Paketvaart - heil en voorspoed zijn verroest.
Vergeten is het "Komt Pas Morgen" van die dappere, trouwe vloot.
"Kapal Pigi Mana" zongen zij op de laatste boot
Rudyard Kipling heeft geschreven: "East is East and West is West,
And never the twain shall meet"... maar K.P.M.'ers wisten best
Dat die "twain have met" op zee! Slechts zij, te lui voor onderzoek,
spraken met Kipling mee. Ook al klonk er soms een vloek
Zonder vlag moest gij vertrekken, maar ons Indië nam U mee.
Vaarwel, gij K.P.M.'ers, zonen van de tropenzee
condenser worden geopend voor het
schoonmaken en doorsteken der con-
denserpijpjes: voorwaar een zware
opgave met een minimum bezetting.
Na de lunch op de "Ophir" (boerekool
met worst!) werd tenslotte die 28ste
maart de Hollandse bemanning ver
deeld over de resterende schepen, die
intussen ontruimd en vrijgegeven wa
ren.
Toen ondergetekende om 16.30 uur
een rondje langs alle schepen maakte,
konden vele reeds de mededeling doen
de volgende dag te kunnen proefdraai
en. Van de Directie kregen Chef Nau
tische Dienst en Chef Technische
Dienst de vrijheid naar eigen initiatief
te handelen. Het sein van vertrek zou
den zij zelf bepalen.
De "Ophir" vertrok de 30ste maart
1958 met de coasters ms. "Lariang" en
ms. "Laksula" op eigen kracht om
17.00 uur.
Een zware opgave was het ss. "Tas
man": het hele bedrijf stond af; de
ketels moesten worden opgestookt;
men werkte de hele nacht door, maar
Zondagochtend, de 31ste maart draai
de het hulpbedrijf en kon met verdere
inspecties begonnen worden. Het be
gon te lijken op een wedstrijd: wie zou
het eerst gereed zijn voor vertrek?!
Alle plaatsingen waren van tevoren in
gedeeld, zodat een ieder wist aan
boord van welk schip de reis naar
Singapore zou worden gemaakt. Ook
in welke "functie"! Voor een kantoor
man geen sinecure
In de loop van die zondagochtend
draaiden de motorschepen "Balikpa-
pan", "Balanipa" en "Bandjermasin",
proef met de hoofdmotor; het ss. "Plan-
cius" draaide in de namiddag met bei
de machines en het ss. "Tasman" die
avond om 8 uur. Het proefdraaien van
aan de kade liggende schepen bete
kende het van tevoren uitbrengen van
extra trossen. Onmogelijk hier verder
nog te noemen de honderden karwei
tjes die verricht moesten worden. De
beide coasters die met de "Ophir"
vertrokken, moesten op het laatste
nippertje nog proefdraaien. De bezet
ting van deze coasters was zeer mi
niem: bestond aan dek slechts uit
twee stuurlieden met drie kantoormen
sen die moesten fungeren als roer
ganger en kok. Bemanning van de ma
chinekamer bestond uit slechts twee
man: een 2de WTK met een leerling
WTK. Het was een prestatie dit aan
te durven.
Het ss. "Sidajoe" bleek dezelfde moei
lijkheden met de condenser te hebben
als de "Bontekoe". Tot negen uur werd
die zondagavond doorgewerkt. Geen
nachtrust echter op de beide schepen
"Blinjoe" en "v.d. Lijn" die gesleept
zouden worden en resp. bemand waren
met twee en één WTK. De eenling
moest stoken en koken!
Met het verstrijken van de tijd steeg
de spanning en toen de klok 16.00 uur
aanwees: het vertrek van de "Ophir",
steeg de spanning ten top.
Zou het schip inderdaad vertrekken?
Het voer uit, op eigen kracht, zonder
vlag, voor de laatste maal de haven uit
en het behoeft geen nader betoog dat
een ieder even stil was. Het glorie
tijdperk, waarin het schip met de regel
maat van de klok de sneldienst be
voer, was geschiedenis geworden.
De bemanning bestond uit 13 mannen
en drie vrouwen.
Maandag de 31ste maart 1958 vertrok
ken drie schepen om 9.00 uur in de
ochtend. Het ms. "Balikpapan" kreeg
opdracht buiten de pieren ten anker te
gaan om eventueel assistentie te kun
nen verlenen aan de "Bontekoe" die
nog steeds condensor-problemen had.
In het uiterste geval zou de "Balikpa
pan" het ss. "v.d. Lijn" moeten slepen
i.p.v. de "Bontekoe."
Toen wij half maart het plan gereed
hadden welke schepen er gesleept
zouden worden, was dit plan doorge
geven aan onze Surveydienst die er
met veel smoesjes in slaagde van de
(lees verder volgende pagina, onderaan)
Het S.S. "PLANCIUS
19