Journalistieke Herinneringen (XXV) "Vegetables of the Dutch East Indies" Nederlands Oost-lndië is altijd een verzamelplaats geweest van lieden die het in hun Vaderland niet meer konden rooien, hetzij omdat de eer van de familie hen niet langer in hun geboorteland duldde, hetzij omdat zij zich daar niet langer konden of wilden handhaven. EEN OOSTENRIJKSE NEDERLANDER ALS GEVANGENISDIRECTEUR De lezing van Walraven's novelle over de periode in 1941 die hij, veroordeeld terzake van het uitspreken van minach ting jegens een andere bevolkings groep en sympathie met de vijand (Na- zi-Duitsland) in Harer Majesteits snuif doos doorbracht (Een maand in het boevenpak, aangekondigd in Moesson van 15 maart jl.) bracht mij in herinne ring de figuur van dr. A. Baudisch. Bau- disch was ten tijde van Walraven's straftijd in Sukamiskin, directeur van die naar de begrippen van die tijd ultra moderne gevangenis. Zij diende in de eerste plaats voor gestraften met ze kere ontwikkeling en was dus een elite-gevangenis. Welnu, zij had dan ook een elite-directeur. Walraven schrijft met warme sympa thie over de directeur van Sukamiskin, die hem herhaaldelijk in zijn cel be zoekt. "Onze gesprekken, hoewel meestal niet lang van duur, waren niet die van directeur en gevangene, niet die van hogere en lagere. Het waren gesprekken tussen mensen, die elkan der in verstandelijk opzicht waarde ren", schrijft Walraven. "Het is onmo gelijk, dr. Baudisch niet te waarderen als intellectueel en man van algemene ontwikkeling. Hij is filosoof, vegetariër naar ik hoorde, en zeer belezen". Wal raven wordt bijna lyrisch als hij het heeft over de chef van de strafinrich ting die hem voor een maand in diepe zorg gedwongen huisvesting biedt. Wie was die dr. Baudisch? Doctor in de filosofie, oud-officier in het "Kaiser- lich und Königlich" Oostenrijks leger. Na de eerste wereldoorlog naar Indo nesië gekomen, daar bij het gevange niswezen tewerk gesteld, genaturali seerd tot Nederlander en in het begin der dertiger jaren directeur van de ge vangenis Struiswijk te Batavia. In die jaren leerde ik hem kennen. Een man met een gestreng uiterlijk en militaire houding, een bijna plechtige verschij ning - ik heb zelden ook maar een spoor van een glimlach op zijn gelaat gezien. Onze ontmoeting vond zijn grond in de omstandigheid dat wij bei den behoorden tot een groep die zich verzette tegen de toelating van de zen ding op Bali, toen een zeer omstreden vraagstuk. "Geen Adonis" - zegt Walraven - "maar zijn ogen vergeet men niet. Daarin ligt een goudglans, een zeker lichten als van een zonnestraal, dat zeer wel dadig aandoet en anderen de overtui ging geeft, dat deze man een zacht moedig mens is". Inderdaad, de schijn bedriegt. Baudisch is vele van zijn "patiënten" tot grote steun ge weest, ondanks zijn gestreng, bijna bars uiterlijk. Bovendien een flitsende geest, een man met de neiging ook triviale dingen in groot verband te zien. Maar bovenal een man met een groot mededogen. Een collega van mij, die enige maanden in Struiswijk doorbracht omdat hij in een bui van al te grote beroepsijver een ambtenaar geld geboden had om hem bepaalde gegevens te verschaffen, zei mij na zijn straftijd: "Ik zou gek geworden zijn als Baudisch er niet was ge weest Baudisch sprak natuurlijk voortreffelijk Nederlands, maar als hij in de discus sie niet zo snel het passende Neder landse woord kon vinden bediende hij zich van het Engels of Frans. Zijn ken nelijke aversie van het Duits heb ik nooit goed begrepen. School er achter zijn vertrek uit het vaderland en zijn kennelijke afkeer van de Duitse taal meer dan men zo oppervlakkig zou ver onderstellen, namelijk de nood en de verwarring in het verslagen Ooosten- rijk van 1918? Over de beweegredenen van zijn emigratie naar Indië heeft hij zich ook tegenover vrienden met wie hij overigens op de beste voet stond niet uitgelaten. Hij gaf zich trouwens zelden bloot en zweeg over zijn persoonlijk en zijn ambtelijk leven. Met enige moeite on derdrukte hij de neiging de vrije loop te laten aan zijn béte noire: de joden (misschien historisch verklaarbaar), een merkwaardige trek bij een man, die zich zover wist te verheffen boven de roddel van de Indische borreltafel. Ik herinner mij een gesprek onder vrienden, waarbij Baudisch tegenwoor dig was. Op zeker ogenblik maakte hij een scherpe opmerking over de Joden waarop een der aanwezigen protesteer de. "(k heb ook een flinke scheut Joods bloed en ik verzoek U daarmee rekening te houden!" zei de man. "Als dat waar was", antwoordde Baudisch lakoniek, zoudt U wel logischer rede neren! Zijn vermogen om de gebeurtenissen als het ware in het licht der eeuwig heid te zien was ongekend: elke dis cussie waarbij Baudisch tegenwoordig was bracht hij op een zeer hoog ni veau. Walraven heeft in die maand in Sukamiskin niet minder dan zes maal met hem gesproken en, zoals uit het bovenstaande al is gebleken, is hij hem tot grote steun geweest. Een merkwaardig man, deze Neder landse Oostenrijker. Ik zou hem nog eenmaal ontmoeten, toen een groep in Bandung door Japanners gearresteer de Nederlanders van de Kempetai werd overgebracht naar de gevange nis Sukamiskin. Dat overbrengen ge schiedde op open vrachtauto's. De ar restanten waren geketend, alsof er ook maar de geringste kans zou hebben bestaan op hun "ontsnapping". Bij de gevangenis aangekomen stond de di recteur Baudisch boven aan de trap van de vleugel, waarin de arrestanten zouden worden ondergebracht. In smet teloze uniform salueerde de directeur zijn gasten, de Nederlandse "boeven". Ik heb hem na deze ontmoeting nog één keer gesproken in de gevangenis. Toen scheidden zich onze wegen. Ik heb hem daarna niet weer gezien. Wel weet ik dat de Japanners die klaarblij kelijk niet wisten wat met hem te doen, tenslotte ook Baudisch interneerden. Hij verbaasde zijn bewakers in het kamp door ingewikkelde Yoga-oefenin- gen te doen, o.a. door geruime tijd op zijn hoofd te staan. Men moet wel geloven, dat hij sedert dit aardse tranendal heeft verlaten. Maar hij leeft voort in de gedachten van de uitstervende groep, die het voorrecht had met hem in aanraking te komen, al was dat voor velen niet onder aangename omstandigheden. JHR. SALAK De Engelse uitgave van het bekende standaard-werk "Indische Groenten" 1 van J. J. Ochse en R. C. Bakhuizen van den Brink. Dit rijk geïllustreerde, leerzame boek I behandelt meer dan 400 groenten- soorten en is geschreven in mak- kelijk leesbaar Engels. Bovendien 1 wordt bij elke soort de Javaanse en 1 Soendanese naam vermeld. Vele uren leerzaam leesgenot voor 1 elke plantenliefhebber. Verkrijgbaar bij BOEKHANDEL MOESSON 202,50 plus termijnen te f 6,porto, betalen. ook in iiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 12