HET KASTEEL VAN BATAVIA (II) door E. H. Merens lilSfeïgsaf. We komen dan in de "gebedszaal", 15 m lang en 10 m breed. Hier hangen de in de oorlogen buitgemaakte vaan dels. Wel eigenaardig om zo'n ruimte een gebedszaal te noemen, ondanks het feit dat de gemeenschap hier 's- avonds bijeenkwam voor het avond gebed. Een betere naam is Audiëntie zaal, zoals in het boek "Batavia in deszelfs gelegenheid, enz." wordt ver meld, aangezien de gouverneur gene raal in deze zaal de mensen ontving die hem wensten te spreken. Links van deze zaal liggen achter zes ramen de drie particuliere vertrekken van de gouverneur generaal. Een grote open galerij liep langs de westzijde van het gebouw en langs de achterzijde, van waar men uitzicht had op de binnen plaats met daarachter gelegen logeer- gebouwen. De 4,5 m brede achtergale rij was gebouwd als een kloostergang met bogen, die door pilaren van na tuursteen werden gedragen, welke op ronde voetstukken rustten. Daarboven was op de verdieping een bovengalerij met houten pilaren op vierkante houten voetstukken. De houten pilaren ston den in het verlengde van de stenen pi laren. Later werd beneden de achter galerij verbouwd tot kamers. De gou verneur generaal Durven (1729-1732) liet daar een betere en ruimere recep tiezaal maken. Uit de achtergalerij liep een overdekte doorgang over de bin nenplaats naar de Raadzaal. Naast de ze doorgang in de hoek van de binnen plaats was een klein tuintje aangelegd. Over de verdieping van de gouverneur- generaalswoning, waar de slaapkamers waren is nergens een woord te vinden. De Pinangpoort is zeker genoemd naar het pinang sirih) kauwen dat men er deed in afwachting van de audiëntie die men bij de gouverneur-generaal had aangevraagd. Boven de Pinang poort bevinden zich drie verdiepingen. Deze poort vormt het begin van een gang door het grote blok gebouwen welke het centrum van het Kasteel vormen. De noordkant van deze gang eindigt bij de Middelpoort, gelegen aan het Achterplein. Aan de zuidzijde van dit plein woonden de beide Opper- kooplieden, de Secretaris der Rege ring, het hoofd der Chirurgie, de baas van de Wapenkamer en soms nog an dere hooggeplaatste ambtenaren die met de bekrompen huisvesting maar genoegen moesten nemen. In de keel van de Parel was de grote geldkamer van de Compagnie gebor gen. In 1684 werd een stukje muur met poortje, de Vijverpoort, gebouwd ten westen aansluitend aan de Parel. Ten zuiden van de Vijverpoort lag de Kasteelsvijver met speelhuisje, waar de gouverneur-generaal zich aan het water wat kon verpozen. In 1790 werd de vijver gedempt en verdween het speelhuisje. Wenden we ons nu weer naar de Parel. Oostelijk hiervan, dus in de noordwesthoek van het Achterplein, bevond zich de Medicinale Winkel, het Algemeen Magazijn voor Geneesmid delen, zo gezegd. Bij deze winkel be hoorde het Laboratorium waar de ge neesmiddelen werden bereid. In het laatst van de 18e eeuw was de noord zij van het Achterplein aan de west helft ingenomen door de Medicinale Winkel, de oosthelft was bezet door pakhuizen aan en bezijden de Water poort. Bij beschouwing van de plattegrond lijkt het of er zich achter de gebouwen aan de noordzij noa een aparte muur bevindt. Dit is echter niet waar, het geen blijkt bij het bekijken van een tekening van Rach van de Waterpoort. De achtermuur van de gebouwen aan de Noordzij was tevens de buitenmuur van het Kasteel tussen de punten Parel en Saffier. De muur van de eerste verdieping bevond zich iets naar ach ter. Hierdoor was er een loopruimte ontstaan voor de schildwacht. Er was ook nog een borstwering, eigenlijk het verlengde van de butienmuur in de hoogte. Het dak overkoepelde de wal gang voor de schildwacht. Dergelijke walgangen had men ook aan de oost en westzijde van het Kasteel. Het deel tussen Saffier en Robijn werd inge nomen door woningen en werkplaat sen van smeden, roerslotenmakers, zwaardvegers e.d. De bovenverdieping vormde het arsenaal van draagbare wapens. Ten zuiden van de wapenka mer komen we weer bij twee gebou wen aan het Paradeplein, namelijk de Grote Kas en in de hoek de Grote Winkel, waar ook de respectievelijke beheerders woonden. De Grote Kas kan worden beschouwd als de kluis van een bank. De Grote Winkel was 'n eigenaardige instelling. De Compagnie hield er niet van om haar lager personeel maandelijks het volle salaris uit te betalen. Een reden hiervoor was de angst dat de man zo doende "kapitaal" kreeg om hiermee zijn werkgever te beconcurreren. Men blokkeerde liever een deel van het salaris dat de man kreeg uitbetaald bij terugkeer in Nederland. Stierf hij van te voren dan kreeg zijn familie het tegoed. In de Grote Winkel kreeg de man voor een deel van de rest van zijn loon lappen stof, die hij dan maar er gens (bij de Javanen?) moest ruilen tegen benodigdheden. Lukte hem dit niet dan wilde de beheerder hem "hel pen" om de stof tegen contante be taling, natuurlijk met een redelijke korting vanwege zijn risico over te nemen. Op onze rondwandeling door het Kas teel zijn we nu gekomen bij de gebou wen gelegen aan het Paradeplein en ten oosten van de Pinangpoort. Zoals reeds gezegd bevinden zich boven deze poort drie verdiepingen. Ten oos ten van de poort stond een gebouw van drie verdiepingen met dezelfde nokhoogte als de woning van de gou verneur-generaal, die maar twee ver- (lees verder volgende pagina) Het Kasteel van Batavia, gezien uit het zuidoosten, naar een tekening van Heydt anno 1738. Links een deel van het Galgenveld, waar een tot de Compagniestal behorend paard door de stalslaven wordt opgevangen. Ook de Kasteelbrug en de Landpoort zijn op de tekening te zien. (i - 4ct*&, ïsïZïutsi-iMttt- rtjv jrüOtrv,?£ra w U'U&v-em? ■JerjpuutfetgïH-. fV/V.'* 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 8