De uitbreiding van het Nederlands gezag Het was niet alles pais en vree. J. B. van Heutsz, die op 46-jarige leeftijd reeds de rang van kolonel bekleedde, waarbij zijn borst gesierd werd door o.a. de Militaire Willemsorde 3de klasse, - dit dankzij het feit dat hij het klaarspeelde de slepende Atjeh-Oorlog binnen korte tijd tot een geslaagd einde te brengen - deze van Heutsz dan was de Gouv. Marine veel beter gezind was dan de Kon. Marine. De Gouv. Marine nl. moest vanwege haar taakomschrijving van bestuurswege gegeven opdrachten uitvoeren en was dus bij het militair optreden o.a. in Atjeh een gemakkelijker hanteerbaar instrument voor de militaire machthebber dan de Kon. Marine. Soms gingen er bloedige botsingen mee gepaard. De pacificator van Atjeh werd in 1904, toen Japan de oorlog met Rusland had ontketend door een onverhoedse aan val op de Russische oorlogsbodems 0.a. ter reede van Port Arthur, door de Koningin geroepen tot de troon in Buitenzorg. Dat juist van Heutsz tot gouverneur-generaal werd benoemd, terwijl zijn geringe salonfahigkeit toch niet onbekend was, hing samen met het gevaar, dat Nederlands-lndië be trokken kon raken bij de Russisch- Japanse oorlog. Dit gevaar was beslist niet denkbeeldig. De regering wilde daarom graag een militair die zijn spo ren had verdiend tot Indisch land voogd benoemen. Van Heutsz zette het beleid, dat hij in Atjeh had gevoerd, in de andere buitengewesten voort. Tot in de verste uithoeken van onze Archipel werd het Nederlands gezag gevestigd. Waar de omstandigheden het niet aanstonds/ veroorloofden een zuiver burgerlijk be stuur in te stellen, benoemde hij mili taire gezaghebbers, een tussenmaat- regel, welke uitstekend heeft voldaan. Van alle vorsten, sultans en andere potentaten, die neiging tot verzet toonden, eiste van Heutsz de onder tekening van de z.g. "korte verklaring", ook wel genoemd het "contract Atjeh- model", dat slechts drie artikelen om vatte: 1. De inheemse zelfbestuurder belooft zich aan de Regering te onderwer pen; 2. zich nooit met een buitenlandse mo gendheid in te laten; 3. aan alle regeringsorders te gehoor zamen. Basta Bij verzet werd de strijd tot het bittere einde doorgezet. Van Heutsz bereikte hiermede dat Ne derlands-lndië volledig onder Neder lands gezag werd gebracht. Hij is het geweest, die aldus de grondslag legde voor de verdere ontwikkeling en ex ploitatie van de archipel. De evenwichtstheorie leert, dat aan elke handeling voor- en nadelen kle ven. Zo had het optreden van Van Heutsz voor velen ook onaangename c.q. pijnlijke gevolgen, waarbij de G.M., zij het zijdelings, betrokken was. Het gebeurde te Donggala. Het was 14 december 1904 's morgens 7 u. 30, toen het Gouv. s.s. "Zwaan" onder commando van Gezaghebber G. P. L. Hauët met aan boord de Gouver neur van Celebes, een mobiele colon ne en een 25-tal koelies vanuit Paloe onder stoom ging naar de kust van Toale om ook de vorsten van dat land schap te dwingen het contract "Atjeh- model" met de kompenie aan te gaan. Weliswaar had de Radja van Bena- wang met vijf rijksgroten te Paloe het contract met de regering aangegaan, doch twee hoofden hadden niet gete kend en waren dan ook ondanks de oproep van de Radja, niet te Paloe verschenen. Deze twee personen, A- roe Toale en Aroe Bale hadden even wel te kennen gegeven wel te Dongga la het contract te willen tekenen als- Te Kampong Bale aangekomen gaf de civiel gezaghebber de beide Aroe's te kennen, dat zij hun opwachting aan boord van het Gouv. s.s. "Zwaan" dienden te maken. Na lang heen en weer gepraat stemden zij er wel in toe naar Donggala te komen, doch zij weigerden zich aan boord te begeven. Aldus begaven beide hoofden zich, gevolgd door een 40-tal met kris en klewang gewapende volgelingen naar Donggala, alwaar zij hun intrek namen in het huis van de kapitein der Boegi- nezen. Dit huis lag vlak bij het strand, ongeveer tegenover de ankerplaats van het Gouv. s.s. "Zwaan". Niels had intussen gevraagd, waar de kapitein der Boeginezen Patalolo ge bleven was, daar hij met deze en de twee hoofden zich aan boord wilde begeven. Doch het bleek, dat Patalolo reeds aan boord was. Dit horende weigerden de beide hoof den nog beslister met Niels naar boord te gaan. Aroe Bale zei o.a.: "Al komt mijn vader uit zijn graf, ik ga niet mee naar boord'". Daarop zond Niels een schrijver naar boord om de Gouver neur omtrent de weigering in te lich ten. Intussen was het huis, waarin Aroe Toale en Aroe Bale zich bevonden, geheel afgezet door de sectie Euro- ^Élll De "Flamingo" van de Gouv. Marine van het type Zeeduif, waartoe ook de de "Zeemeeuw" behoorden. (1905) 'Zwaan" en ook dan aan boord te zullen komen om hun opwachting bij de Gouverneur te maken. Toen de "Zwaan" in de middaguren het anker had laten vallen ter reede van Donggala, was het op het strand en in de omgeving daarvan opvallend stil. Een onheilspellend te ken. Aroe Toale en Aroe Bale verschenen niet en niets duidde erop, dat dit als nog zou gebeuren. De "Zwaan" streek de sloep en de civiele gezaghebber Niels met enige militairen gingen aan wal. Bij navraag onder de bewoners, waarbij enige terughoudendheid werd opgemerkt, bleek, dat de twee ge noemde rijksgroten zich in de naburi ge kampong Bale zouden ophouden. Hr. Niels begaf zich met de patrouille derwaarts. Intussen werd aan boord van de "Zwaan" een tweede sloep ge streken en werden meer militairen aan wal gezet. peanen onder Commando van 1e It. Geul en de 2de sectie Javanen onder commando van 2 It. Vrik. Weer viel er stilte, een stilte, verweven met span ning. Wat zou er nu gebeuren? Het antwoord kwam al even onverwachts en onzichtbaar, een verschrikkelijk to neel dat met geen pen te beschrijven is. Links en rechts vielen schoten en binnen een paar minuten lagen 11 lij ken tegen de grond, welke aantal na derhand vermeerderde tot 21. Eén van de eerste slachtoffers was de korporaal Sonck, die een klewang- houw tegen het hoofd en arm kreeg. Zo onverwachts het incident ontstond, zo plotseling en voor men het wist was het afgelopen. Er was geen levende inwoner van Donggala meer te be speuren. De patrouille, die de negorij - want meer dan dat was Donggola (lees verder volgende pagina, onderaan) 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 16