BALI EN B.B. (I) green islets scattered in the calm of noondy lie upon the level of a po lished sea, like a handful of esmeralds on a bucket of steel. Joseph Conrad: Karain Lezers van bovenstaande titel zullen zich verwonderd afvragen, of ik de bekende Franse filmster daar ontmoet heb. Neen, in die dagen zou zij nog een wicht zijn met twee strakke vlech ten, sproeten en vooruitstekende tan den. B.B. noemden wij de oude Hin doegod Sanghyang Batara Baroena, een godheid uit de pre-Vedische perio de, in zijn glorietijd de god van het heelal, tot met de komst der Ariërs, Brahma deze positie overnam. Baroe na werd gedevalueerd tot god der oce anen. Hij was gehuwd met Bhrgu, het middenstuk van de vlammende pijl, die Pasupati afschoot op het hert Rohini. Deze pijl is het sterrenbeeld Orion bij ons en het middenstuk de ster Rigel en voor iedere zeeman is Orion het beeld om zich op te orion-teren, naar men zegt. Deze god woont in het onder- zee's paleis met 1000 poorten, Poesh- pogiri. Geboren onder het sterrebeeld kreeft en dus aangetrokken door de koele duisternis van de zee, had ik graag binnen die poorten willen kijken, nieuwsgierig naar wat er te zien was. Zeemonsters, of misschien beeldscho ne Apsaras, nimphen welgevormd van lijf en leden, kortom een zalfje voor zere ogen, dansend op muziek van Gandharvas? Mogelijk was het hierdoor, dat ik een belevenis had, waar, naar mijn stellige overtuiging Sanghyang Batara Baroe na de hand in had. Een avontuur, dat zelfs mijn vriend Karei sprakeloos maakte en gelooft U mij gerust; er zijn weinig dingen, die dat vermogen. Om te beginnen dan, ik leerde Karei kennen aan de "bridge over the river Kway", de Tamakan-brug. Karei be hoorde tot de z.g. "strong men"-ploeg, een werkgroep waarin zulke illustere krachtpatsers zaten als "Beer" Her- klotz, "Ping" Berg, "Pal-Joey" de Groot, enfin figuren die een middelma tig mens reeds vol ootmoed doet te rugdeinzen. Lieden, die in een uitzinni ge krachtexplosie de Japanners toon den, wat zij onder "shigoto" verston den en daarmee het etiket "strong men" verwierven. Ter Uwer informatie, daarna deden zij niets meer wat het vermelden waard is, maar de reputatie bleef. Ik behoorde niet tot die elite troep, mijn door malaria en berri-berri geteisterd karkas boezemde niemand ontzag in. Karei was ook een marine- dienstplichtige, maar behoorde tot de z.g. "paardenpoetsers", het korps Mariniers. Deze bijnaam kregen zij, toen omstreeks 1940 een afdeling van de U.S. marines in China door de Ja panse opmars afgesneden geraakte en middels pakpaarden en muilezels ten slotte in de Arakan, Noord Birma, te rechtkwamen. Een wapenfeit, dat toen 20 door de Nederlandse mariniers met voorbijgaan van de nationaliteit, als voorbeeld van eigen kunnen aan ons werd voorgehouden. Wij spraken toen meesmuilend van "horse-marines" of de "bereden Marine" en noemden de leden van het korps "paardenpoet sers". Dit om geen verwarring te scheppen met het wapen der cavalerie, dat toen zijn biologische vervoers middelen inruilde tegen technische en dientengevolge de "ingeblikte cava lerie" genoemd werd. Karei en ik waren midden op de brug werkzaam, toen onverwachts luchta larm gegeven werd. Opkijkend zagen wij zo'n viermotorige sluipmoordenaar van 'n Liberator bijna levensgroot met opendraaiende bommenluiken, wat, volgens kenners een heel veeg teken is. Wij namen beiden een run en doken samen in een éénmans schuttersput, net toen de eerste bom er aan kwam suizen. Wij krompen in één, terwijl de aarde schudde en beefde onder het geweld van de explosies en gloeiende stukken metaal gierend in 't rond wer den geslingerd. Men heeft mij wei eens verteld, dat de piloten met tegen zin bombardeerden. Vergeet het maar. Ik kan me die glamorboy levendig voorstellen, prevelend: "Sorry Mac, there is a war on, don't you ever for get" en de "bombrelease" knop 'n lei geeft, krijg je weer eens zo'n 1000- ponder op je nek. Dan zegt hij door de "intercom" tegen "Tail-ass-Charley", zijn staartschutter: "Okay, Charley, give them hell' en Charley pakt zijn donderbus en spuit een straal gloeiend lood achter je broek - pardon- je tjawat aan. Broeken waren door de schaar ste aan textiel niet verkrijgbaar, wij droegen tjawats, een kledingstuk, dat veel weg heeft van een moderne damesslip, zo'n progressief niemen dalletje. Ook het systeem van "carpet- bombing" kan niet direct mijn goed keuring wegdragen,, zo'n kamerbreed bomtapijt is niet leuk als je er zelf middenin zit, vind je die Yank een waardeloze uitslover. Misschien is dat de reden, waarom ik nu zo'n aversie heb tegen de jacht. Ik was toen het haasje, ik was "brer rabbit", waar brer- fox-Yank lustig op pafte. Hoe dit zij, vriendschap onder die omstandighe den is hecht. Na de capitulatie kwamen wij beiden bij de outfit voor hertraining en werden ingedeeld bij de B/L-Brigade 5th (sea born) Division en wij bleven bij elkaar. De landing op het Sanoerstrand, Bali, vond plaats en enkele maanden daarna, werden wij afgevoerd naar Soerabaia. Karei ging met verlof naar Batavia en ik vroeg recuperatie-verlof in Nederland aan. Ik moest embarkeren en bereikte Trin- comalee op Ceylon en, ach, U kent dat soort militairisme wel: "order- tegenorder-wanorde". In elk geval ik kwam per corvet weer te Soerabaia. "Dan de andere kant uit", zei de Mari ne-leiding, dus in een Short Sunder land vliegboot naar Sidney, daarna Melbourne en toen Perth, de basis van de Higginsboten-overvaart. En net toen de Sheilas het leven wat aantrekkelij ker maakten, was het inpakken en wegwezen Een Higginsboot is niet gebouwd voor het oversteken van de Indische Oce aan, want, sedert vader Noach zich be moeide met het vak van scheepsbou wer, is er geen plomper vaartuig ge maakt, of 't moest een andere Higgins boot zijn. Wij hadden één officier aan boord en dat maakte, dat de oudste schepeling met hem de wacht moest delen en dat wasik. Persoonlijk vond ik dat niet erg, ik vind varen best leuk en ik stak er veel van op in zake zeemanschap en navigatie. Wij voeren door de Ti.morzee, naar men zegt, de wieg van de grauwe zee draak Tai Phong, de tyfoon, die met zijn rokende adem en geselende staart dood en verderf zaait. Wij voeren ook langs Haroekoe en Saparoea, bekend door het. onvergetelijk krontjonglied: "Haroekoe, di atas Saparoea Nonna manis, siapalah njang poenja"? waarbij de gitaren invallen en het pu bliek dolzinnig oprijst met aanvurende kreten als: "tarik soeara" en "gossok biola", waarmee uiteraard niet bedoeld wordt het aanschaffen van een busje meubelwas om dat knarsend strijkap- paraat te boenen, maar dat was U ook wel bekend, dacht ik. Trouwens een lief meisje "bezit" men niet, men raakt er wel eens door bezeten, maar dat is volgens Macvitties: "Different cook". Aangezien wij de wacht met ons twee ën moesten delen, werd het zes uur op, zes uur af. Mijn wacht was, om in marinestijl te blijven: van 00 tot 06 en (lees verder volgende pagina, onderaan) "Hoezo vreemde werkwijze?"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 20