BOEKBESPREKING
BERICHT UIT KEBAYORAN
(EN NOG IETS)
De overstelpende productie van Ne
derlandse literatuur spelend i Indië
of Indonesië is essentieel een litera
tuur die zich bezighoudt met Euro
peanen in dat land. Natuurlijk ontbre
ken daarin de Indonesiërs niet, maar
het zwaartepunt ligt toch steeds in de
aanwezigheid van blanken in de tro
pen. De onbevangen waarnemer zou
zich kunnen gaan afvragen: zijn er dan
geen Indonesiërs die over hun land,
hun ervaringen, hun vreugden en hun
zorgen schrijven? En eventueel, van
hun gezichtspunt uit, over Europeanen
in dat verre warme land? Wel, zij zijn
er en hun romans en korte verhalen
kunnen de toets van de Nederlandse
literaire kritiek doorstaan - soms met
beter resultaat dan de "eigen" pro
ductie. Maar de Nederlandse uitgeve
rij ziet blijkbaar geen brood in een
uitgave van de voortbrengselen van
Indonesische schrijvers, ofschoon die
zulk een interessant spiegelbeeld zou
den kunnen vormen van de ervaringen,
vreugden en zorgen van hun gasten.
Van Pramudya Ananta Tur's korte ver
halen is nu gelukkig een selectie in
het Nederlands verschenen onder de
titel - ontleend aan het eerste van vijf
stukken - Bericht uit Kebayoran. Geen
opwekkende lectuur, wel voortreffelijk
geschreven, de zonzijde van het leven
interesseert Pramudya niet. Vier ver
halen over de verschoppelingen in de
Indonesische maatschappij en één met
een autobiografisch karakter. Pramu-
dya's faam is in Indonesië al lang ge
vestigd. Helaas blijkt de uitgave niet
alleen een gevolg van bewondering
voor Pramudya's talent als schrijver.
Hij zit al jaren op Boeroe geinterneerd
en men kan zich niet onttrekken aan
de indruk, dat verontwaardiging over
zijn lot een rol heeft gespeeld in de
keuze van de vertalers. Dat zijn nl.
studenten in de Bahasa van de Leidse
Universiteit die zich verenigd hebben
in een "Werkgroep Pramudya". Voor
Pramudya's lot heeft zich ook zeer in
gespannen prof. Wertheim, persoonlijk
bevriend met Pramudya, aan wie het
boek, bij de vanzelfsprekende afwe
zigheid van de schrijver, werd aange
boden tijdens een bijeenkomst in de
Haagse Kunstkring.
Wie nu de indruk mocht krijgen dat
Pramudya de enige Indonesische
schrijver zou zijn van internationale
betekenis, die dus voor vertaling in
aanmerking zou komen, zij gewezen
op het feit, dat bijv. van Mochtar Lu-
bis al twee romans in het Engels zijn
vertaald. "Twilight in Djakarta" werd
door niemand minder dan Claire Holt
vertaald uit het Indonesisch en ver
scheen bij een belangrijke uitgever:
Hutchinson (1963). Het bleef niet bij
een eerste druk, en Vanguard publi-
BERICHT UIT BOEROE
Het meest verbazingwekkende van deze tijd is, dat men zich eigenlijk nergens
meer over zou moeten verbazen. Je zou, omwille van je eigen gemoedsrust en
goede spijsvertering vele zaken die ipdruisen tegen (natuurlijk) verouderde
begrippen van schoonheid, waardigheid, kundigheid, fatsoen en noemt u nog
maar een paar - weg moeten wuiven en op rekening moeten zetten van "het
veranderde tijdsbeeld" waarbij wij als modern, gemotiveerd mens zeer betrokken
zijn. Persoonlijk voel ik me klaarblijkelijk nog lang niet "gemotiveerd" genoeg om
me af en toe niet ontiegelijk kwaad te maken over volksverlakkerij. En nog lang
niet waardig genoeg om te kunnen beschikken over de stoicijnse kalmte waar
mee JHR. een boek als "Bericht uit Kebayoran" kan recenseren en er zelfs nog
waardering voor kan opbrengen.
de meest rampzalige prostituees, tot
een onwaardig leven gedwongen, dan
heeft hij met zijn walgelijke vertelsels
de lans i n deze geteisterde lichamen
gedrukt en gebroken. Ik ken wel schrij
vers die over dezelfde zaken en toe
standen schreven op een subtielere,
maar veel indringender manier, zonder
een vunzig woord of realistische om
schrijving.
Maar het is intussen wel te begrijpen
bij welke groepering en wel publiek
dergelijke taal diepe indruk maakt.
Het beste verhaal is "Het incident",
een treinongeluk dat plaats heeft tus
sen Tjirebon en Purwokerto. Ondanks
de houterige vertalingen (of het slechte
Indonesisch) weet P.A.T. iets van de
sfeer en spanning bij zo'n calamiteit
weer te geven. En zowaar nog iets van
bittere humor en een filosofische ge
dachte. De arme mensen gaan kans
loos kapot, de rijken redden zich met
hun barang. Hieruit blijkt openlijk zijn
"gemotiveerdheid": een zich afzetten
tegen de keiharde, natuurlijk rijke
maatschappij, het op de bres staan
voor de underdog, waartoe hij zelf be
hoort. Maar nergens, in geen enkele
passage één vriendelijk gebaar, een
teken van innerlijke beschaving, al was
het alleen maar als contrast. Zwart
lijkt immers zwarter met een wit stipje
erop? Pramudya komt uit een van de
armste streken op Java, Blora, geen
reden om dolgelukkige verhalen te
schrijven. Misschien wel een reden om
te proberen arme mensen een greintje
Aan een Indonesiër vroeg ik een dezer
dagen: "Zeg, vind je die vertaling van
dat boek van Pramudya Ananta Tur nu
ook niet jammerlijk slecht?"
"Bedoel je "Bericht uit Kebayoran?"
Niet gelezen, maar zo slecht kan die
vertaling nooit zijn, zijn Indonesisch is
minstens net zo beroerd!"
Daarna somde hij een aantal schrijvers
op, die naar zijn mening veel beter
zouden zijn en die zeker eerder voor
vertaling in aanmerking zouden hadden
moeten komen. Goed, maar nu heeft
Pramudya het twijfelachtige voordeel
in Boeroe te zitten en als politiek ge
vangene de niet aflatende belangstel
ling en bewondering van bepaalde
groeperingen in dit lage land.
Van de vijf korte verhalen die de bun
del "Bericht uit Kebayoran" bevat, zijn
de eerste drie van een misselijk ma
kende inhoud. Wat aangrijpend had
kunnen zijn, wordt door een armzalige
woordkeuze en stijl en de behoefte om
vooral alles te verhullen wat er aan
onwaardigheid, wreedheid en vernede
ring wordt geleden door de armsten
der armen, één grote aanklacht. Neen,
niet in de eerste plaats tegen de maat
schappij die zulke ellende toestaat en
veroorzaakt maar een aanklacht tegen
de schrijver die zich op een dergelijk
sadistische manier laat gaan. In zijn
verhalen is geen enkel persoon sym
pathiek of zelfs maar menselijk. In fei
te is iedereen uitschot op zijn eigen
manier en op eigen terrein. Is Indo
nesië werkelijk zo? Als P.A.T. de be
doeling heeft gehad een lans te breken
voor zijn arme bangsa, al zijn het maar
ceerde bovendien een Amerikaanse
uitgave van het boek. Vervolgens ver
scheen eveneens bij Hutchinson "A
road with no end", uit het Indonesisch
vertaald door een Australische hoog
leraar (1969). In 1958 al verscheen een
bundel korte verhalen en gedichten,
meest betrekking hebbend op de pe
riode van de vrijheidsstrijd in het
Frans; die werd samengesteld en ver
taald door Hen Surianegara.
In deze bundel (die helaas niet in de
handel is) ontmoeten wij Pramudya
ook weer, naast o.a. Asrul Sani, Idrus,
Pane, Sitor Sitamurang en Utuy Son-
tani. Ook de buitenlandse belangstel
ling voor de literatuur van het land,
dat ons zo na aan het hart ligt schijnt
hier niemand op de gedachte te
hebben gebracht dat er wellicht juist
hier belangstelling zou bestaan voor
Indonesische schrijvers. Wij hebben
de kans gemist aan te tonen, dat Indo
nesië voor ons nog iets anders is dan
een herinnering aan die goeje ouwe
tijd.
Tenslotte nog dit over Pramudya's
bundel. In sommige verhalen wordt bij
het gebruik van Indonesische woor
den de nieuwe spelling gevolgd, het
geen voor Nederlandse lezers natuur
lijk alleen maar extra-moeilijkheden
oplevert. Daarnaast schrijft een (an
dere?) vertaler weer Djakarta en ge
bruikt dus de oude spelling. Mocht,
hetgeen wij hopen, een nieuwe druk
van deze bundel verschijnen dan zou
een betere coördinatie dergelijke
schoonheidsfoutjes kunnen vermijden.
Tevens zou dan de levensbeschrijving
van Pramudya (achter in de bundel)
wat kunnen worden bijgeschaafd, zo
als prof. Wertheim in zijn dankwoord
reeds opmerkte. JHR.
8
(lees verder volgende pagina, onderaan)