r Daar het vaarwater in Straat Lagoen- die betrekkelijk open was, werd er koers gezet in die riching. Weldra zag men ook daar een puimsteeneiland verrijzen, dat ongeveer drie meter dik was en den weg versperde. Doch de "Loudon" moest tot elke prijs uit de Lampongbaai en zij stoomde dus dapper op het puimsteeneiland in. En het eiland opende zich en liet de Loudon door, terwijl de puimsteen zich achter het schip weder sloot, zoo voeren wij door het eiland henen. Wel raakte de vangpijp der machine ver stopt, maar gelukkig waren wij reeds door het eiland gevaren, in open zee en gered. Wat ziet de "Loudon" er uit! Geen baggermolen kan zoo vuil en smerig zijn. Alles zit vol vieze, stinkende modder. Als de boot een jaar geleden gezonken en nu gelicht was, zou zij er wellicht zóó hebben uitgezien. Alle tenten en losse voorwerpen op het dek zijn verloren. De gezagvoerder besloot naar Anjer terug te keeren, ten einde te rappor teeren. De koers, die genomen werd, was door Straat Soenda, beoosten en later bezuiden Krakatau. Toen wij dit eiland aan bakboord zagen, bleek het duidelijk, dat er verband bestond tus- schen de verschijnselen, waarvan wij bijna het slachtoffer waren geworden en den vulkaan op Krakatau, die men tot nu toe als eene aardigheid be schouwde, geschikt als doel voor een picnic. Het eiland nl. had zichzelf uitgespogen en was grootendeels verdwenen. Ee ne steile kraterwand was nog te zien, terwijl de andere helft van den berg geheel verdwenen was en in zee ver anderd; in dien verticalen kraterwand zag men groote spleten en barsten, die met damp gevuld waren. In zee zelve tusschen Krakatau en Sibesie, waar eergisteren een doortocht was, zag men allerlei vulcanische riffen uit zee verrijzen. De werking was hier in vollen gang. Op acht plaatsen zag men kolommen ontstaan, die in den oor sprong uit eene zwarte stip ontston den. Die zwarte stip werd grooter en verkreeg een witten rand; de kolom verhief zich dan tot groote hoogte en verdween, om weldra plaats te maken voor een hernieuwd verschijnsel. Wa ren dit hoozen of vulcanische eruptiën? Het is moeijelijk te beslissen. Intusschen naderden wij den Java wal, en wel de kust van Bantam. De in vloed van Krakatau heeft zich niet alleen tot de Lampongbaai uitgestrekt. Een vreeselijk schouwspel levert de kust van Bantam op. Van Tjeringin tot het oude Bantam toe is alles eene woestijn gelijk. Wij liggen weder op de reede van Anjer geankerd, nog geen twee etma len na ons vertrek op 26 Augustus. Maar er is geen Anjer meer, - het is weggevaagd, geen spoor, geen steen is er meer te zien. Alleen een stomp, zijnde de steenen voet van den vroegeren vuurtoren op Java's 20 RECHTSTREEKS VANAF AMSTERDAM NAAR JAKARTA/MEDAN RETOUR 1.750, TICKETS 1 JAAR GELDIG. Inlichtingen bij: ORIENT TRAVEL B.V. Singel 512 - Amsterdam - Tel. 020 - 23 74 84 (4 lijnen) - Telex 15275 Buiten kantooruren: F. Schirmer - telefoon 075-17 07 80. Vierde Punt, is overgebleven en is het eenige grafmonument dat de grauwe kleur afbreekt van het reusachtige kerkhof, dat zich aan onze blikken vertoont van het dek van de "Lou don De plaats waar vroeger bloeij- ende kampongs en eene Europeesche vestiging waren, is eene effen grijze vlakte geworden. De rivier van Anjer is geheel gevuld met specie, zelfs geen ruïne is blijven staan, alles is weggevaagd en met de grond gelijk gemaakt. Eene meer volkomen ver woesting is niet denkbaar. Een paar bladerlooze boomen, ook aschgrauw van kleur, steken boven de vlakte uit. De eilanden in Straat Soenda hebben eveneens in de verwoesting gedeeld. Zij zijn kaal, en alle plantengroei is verdwenen. De golf moet hier meer dere tientallen meters hoog opgeloo- pen zijn, te oordelen naar de uitge strektheid, die blijkbaar direct door het water verwoest is. Dwars in den Weg is in stukken gespleten, vele andere eilandjes hebben een deel moeten af staan aan het vernielende element. De zee is overal met drijfhout en puim steen bedekt. Het was voor de vele Anjereezen, die de 26ste Augustus aan boord waren gekomen (koelies) ook een treffend gezicht, toen zij hunne woonplaats vernietigd zagen, het phlegma, den in lander eigen, verloochende zich ook hier niet, evenmin gebrek aan gevoel en hart, openbaarde zich in allerlei ui tingen van hen, die meer blijdschap uitdrukten over het feit, dat zij zeiven den dans ontsprongen waren, dan medegevoel voor hunne achtergelaten en vermoedelijk omgekomen betrek kingen. Van het dek der "Loudon" nam men waar, dat er zich eenige Europeanen op de puinhopen van Anjer bewogen. De gezagvoerder ging daarop met eene sloep aan den wal en ontmoette daar, waar eens Anjez stond, den resident van Bantam, Spaan, die ver gezeld door den eerstaanwezenden ingenieur van den Waterstaat van der Ploeg en den controleur ten Cate, met buitengewone krachtsinspanning van Serang was gekomen, teneinde per soonlijk den toestand van de verwoes te streken op te nemen en dadelijk hulp te kunnen bieden. Deze heeren kwamen aan boord en werden door de "Loudon" naar de reede van Ban tam gebracht. De tijdingen welke wij van hen vernamen, zijn vreeselijk. Tal van landgenoten hebben den dood ge vonden en dit treft te meer, als men velen van hen gekend heeft. Was de resident Spaan er in geslaagd om Bantam op te beuren uit de ellende, waaraan het door veepest, hongers noot en koortsepidemieën in 1880 en 1881 ten prooi was gevallen, thans is een groot gedeelte, nl. de kuststreek Tjeringin, Anjer, Merak getroffen door eene ramp zonder weerga, zoo plot seling, dat voor velen geen redding mogelijk is geweest. Op den 28 en 29ste Augustus nog wat aschregen - en wij zijn eindelijk in den Indischen Oceaan. Successievelijk werden Kroë en Benkoelen aange daan. Hoe verder noordelijk, des te minder schade heeft het natuurver schijnsel aangericht en is het in meer gewijzigde vorm waargenomen. Allen echter, die wij spraken, waren het er over eens, dat gedurende een etmaal telkens een geluid was ge hoord als van geweldige kanonscho ten. Zeer vreemd is het zeker, dat aan boord van de "Loudon" van dit ge luid niets gehoord is, terwijl zij toch tijdens de uitbarsting in het centrum van werking was. Het blijkt uit latere berichten, dat de zeebeving zelve het sterkst is geweest in het gedeelte tus schen de kust van Bantam en Lam pongbaai; wij lagen dus met de "Lou don" op een uitgezocht plekje om alles ut de eerste hand te ondergaan. Doch door den geheelen Archipel, in Atjeh, Singapore en Makassar, zijn de kanonschoten gehoord, die voor onze ooren niet gebulderd hebben. In Atjeh meende men werkelijk, dat er ergens eene kanonnade plaats had, zoodat er troepen in observatie wer den opgesteld. Ook werden er aard bevingen door den geheelen Archipel waargenomen. De zeebeving heeft zich ver voortgezet. Te Padang bv. was het vier maal ebbe en vloed in één getij, terwijl de vloed de hoogte van springtij bereikte. Door de inlanders werd het geheele natuurverschijnsel op even volledige als eenvoudige wijze verklaard. Zij ge- looven nl. dat het eene straf van God is, die degenen heeft getroffen, die onder het Nederlandsche gezag staan, eene straf voor ons oorlogvoeren met de goedgeloovige en vrome Atjehers. Deze verklaring is zeker afdoende, en daarom is het jammer, dat zij ons niet geheel bevredigen kan, - want eene goede verklaring van hetgeen er ge schied is - van Europeesche zijde, zocht ik nog steeds tevergeefs.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 20