DE TORADJA-LANDEN 40 JAAR GELEDEN Cl]
- -
v.
De Toradja-landen met hun merkwaardige bevolking en soms over
weldigend natuurschoon waren ook vóór de oorlog een toeristische
attractie. Ook nu komen zij weer op de reisprogramma's voor.
De heer Hasselbach destijds directeur voor Indië van De Nederlanden
van 1846 bezocht ze in 1937 en deed van zijn bezoek verslag in het
huisorgaan van zijn maatschappij, De Schakel. Zijn reisverslag nemen
wij vrijwel onverkort over. Bezoekers van nu zullen in zijn levendige
beschrijving vergelijkingsmateriaal vinden met de toestand toen. Maar
ook onze lezers die het voorrecht met de kennismaking van een uniek
stuk Indonesië moeten missen zullen zijn verhaal, dunkt ons, met ge
noegen lezen.
Merkwaardig volk in het hoogland van Celebes.
28
plan op zichzelf is al zó interessant,
dat het meer dan voldoende stof bevat
voor een apart artikel. Daar echter het
stroomgebied van de Sadang gedeel
telijk in de Toradja-landen is gelegen,
wil ik er nog wel dit van zeggen, dat
het er in de Oostmoesson, als het in
de vlakte droog is, regent en omge
keerd. De rivier heeft dus een buiten
gewoon gelijkmatig waterdebiet. Wat
mijn tocht betreft, die in de Oostmoes
son ondernomen werd, kon ik boven
dus juist regen verwachten en die heb
ik dan ook gekregen.
Wat niet door de rijstcultuur in beslag
genomen wordt is grasland, dat uitste
kend geschikt is voor veeteelt. De ver
houding is zo, dat wat vlak is en be-
vloeibaar, de dalen dus, rijstveld is en
de niet bevloeibare grond, op heuvels
en in het algemeen het hoger gelegen
terrein, grasland. Dat wat nu moeras
is, o.a. het Tempé-meer, zal na ge
reedkomen der Sadang-werken in rijst
velden herschapen worden.
Vanuit Makassar tot Paré-Paré, een
belangrijk rijst-exportcentrum aan een
fraaie, met eilanden bezaaide baai ge
legen, rijdt men parallel aan en soms
vlak langs de kust. De vlakte, waar
door men rijdt wordt in het Oosten
begrensd door de Westelijke van de
twee ketens van kalksteenheuvels, die
van Noord naar Zuid lopen en Zuid-
Celebes in drie vlakken verdelen. Deze
kalksteenformatie vindt men door ge
heel Celebes terug, zowel in de heu
vels als in de bergen, waardoor er zeer
hoge zijn.
De kalksteenrots is bijna steeds be
groeid, behalve op de loodrechte wan
den, die zo uitzonderlijk bij kalksteen
schijnen te behoren en waarop geen
deklaag van aarde kon accumuleren.
Deze kalkformaties hebben de grillig
ste vormen.
Vanuit Paré-Paré bestijgt men dadelijk
de heuvelrug, die men steeds aan de
rechterhand heeft gehad en reeds na
een paar kilometer ziet men dit stadje
met zijn mooie baai onder zich liggen.
Dan kronkelt de weg zich tussen de
met gras en hier en daar een boom
begroeide heuvels door, totdat in de
volgende vlakte wordt afgedaald en
dan is Rapang spoedig bereikt. Van
hieruit komt men in een golvend terrein
van lage heuvelen, begroeid met gras'
en die aardige vergezichten bieden.
Ten slotte ziet men het gebergte als
een muur opdoemen, aan welks voet
Enrékang ligt. Voordat men dit garni
zoensstadje bereikt, moet men een
hele tijd de Sadang-rivier in al haar
kronkelingen volgen, waar deze zich
een weg heeft gebaand tussen de
heuvels door. Vanuit Enrékang gaat het
dadelijk steil naar boven en dan blijft
men draaien, tot men in Kalossi, dat
800 m boven zee ligt, is aangekomen.
Lange tijd rijdt men langs een zeer
diep ravijn, waardoor de Mata Aio,
een zijtak van de Sadang, stroomt. Aan
de overzijde van het ravijn verheft zich
in grillige vormen de Latimodjong berg
keten, die van Zuid naar Noord loopt,
door C. J. Hasselbach
Het gebeurt wel eens, dat men, te Ma
kasser voor zaken vertoevend, gereed
is, voordat de boot vertrekt en aldus
enige tijd werkeloos moet doorbren
gen. Het rondhangen in het Hotel, dat
overigens uitstekend is, is weinig aan
trekkelijk en dus zoekt men naar een
gelegenheid om eens wat méér van
land en volk te zien, dan nodig is uit
zuiver zakelijke overwegingen.
Sommigen voelen voor de koelte en
gaan dan naar Malino, dat op 30 km
van Makassar 800 m boven de zee is
gelegen op de helling van de Piek van
Bonthain.
Anderen gaan eens kijken naar de
fraaie watervallen van Bantimoeroeng
bij Maros, met zijn ontelbare vlinders
in de meest verscheidene kleuren.
Maar als men de tijd heeft, dan dient
de tocht te worden ondernomen naar
de Toradja-Landen, waarvoor minstens
drie dagen vanuit Makassar nodig zijn.
Deze tijd is echter nuttig besteed, want
hetgeen men te zien krijgt is zeer in
teressant en iets heel bijzonders.
De gehele tocht blijft binnen de gren
zen van de Zuid-Westelijke poot van
Celebes, dat in de laagvlakten een
uitstekend wegennet bezit. Meer naar
het Noorden, als men de bergen in
gaat, is er slechts één weg, die welis
waar uitstekend berijdbaar is, doch nog
geenszins de kwalificatie "prima" mag
ontvangen. Maar in het bergland moet
men juist zijn en de tocht langs deze
moeilijke weg zal zó goed bevallen,
dat men dezelfde route volgt, hoewel
er ook een mogelijkheid is om, na tot
Paloppo te zijn doorgereden, langs de
kust terug te keren.
Vanuit Makassar tot Rapang, waar het
"enkele spoor" naar het bergland be
gint kan men verschillende wegen vol
gen, die alle hun eigen charme heb
ben. De langste is geheel langs de
kust via Bonthain tot Watamponé en
daarna via Pompanoea en Singkang.
Toeristen laat men veelal op de heen-
weg rijden via Maros en de Bantimoe-
roeng-watervallen naar Watamponé om
daar het raadhuis van de vroegere
vorsten van Boni te bezichtigen en
vandaar als zo juist aangegeven naar
Rapang te rijden waarbij onderweg nog
mooie kalksteen-grotten kunnen wor
den bezocht. Maar iemand die haast
heeft, gaat via Paré-Paré. Een groot
deel van Zuid-Celebes wordt in be
slag genomen door rijstvelden. Aan
deze rijstcultuur zal binnenkort grote
uitbreiding worden gegeven door het
thans in voorbereiding zijnde irrigatie-
werk in de Sadangrivier. Dit irrigatie-
Toradjahuis met mooi houtsnijwerk, de ingang bevindt zich onder het huis. (Uit: Indisch
dagboek van C. K. Elout).