Met de groeten van Een brief van een goede abonnee uit Australië, Pam Scaf. Zo'n gezellige om- ongan dat we die graag met u delen. Een goed idee overigens om dat voortaan vaker te doen BOEKBESPREKING "Ik heb allang niets van me laten ho ren. Iedere keer als .ik denk iets te kunnen vertellen aan Tong-Tong, sorry, Moesson, dan heeft iemand anders al hetzelfde geschreven. Zo waren we vorig jaar op Bali en Java en had ik plannen een artikeltje te sturen, maar hoeft niet meer. Moesson wordt nog steeds gretig ge lezen door ons en onze vrienden, om nog niet te spreken van mijn moeder, die er helemaal in leeft. Nu vandaag weer een grote verras sing. Het artikel over de restauratie van het kerkcomplex Bogor (Moesson 15- 4-1978) Ikzelf ben in die kerk aan genomen en wel door Ds. de Klerk. Hij trouwde ons ook later in Bandoeng. Wij hebben vaak aan hem gedacht en ons afgevraagd, of hij nog in leven zou zijn. Nu zie ik daar zijn naam staan en ook de namen van andere oude bekenden uit Bogor. Ik heb hem met een een brief geschreven. Hij was zo'n geweldige man. Hij heeft ook erg veel meegemaakt in de Jappentijd. Zijn preek bij onsjrouwen kunnen we nooit vergeten. Die Prot. Kerk in Bogor bezochten we ook in 1973 en het bijbehorende wees huis, waar we vorig jaar ook weer heen gingen. We helpen hun een beet je en ik zal ook wat overmaken voor het fonds. Ik stuur het wel aan Ds. de Klerk, want girozendingen vanuit Aus- stralië bestaan niet. Dat is altijd een probleem. Zo vaak zie ik boeken, die jullie adverteren en die ik graag zou willen kopen, maar de soesah om geld over te maken. Ik veronderstel, dat jullie nu mooi weer zullen hebben, na nog in april sneeuw gehad te hebben. Wij hadden n.b. nog 36° in april, het is hier herfst! Hoe denk je? (brief is enkele maanden oud) Mijn man en ik gingen vorige maand per auto naar Zuid Australië en Victo ria. Op ons dooie gemak, om de beurt rijden, veel stoppen en veel historische en mooie plekjes bezoeken. Je weet natuurlijk wel, dat Australië een enorm groot continent is. We waren pas na 4 dagen reizen over de grens van West Australië, dus je kunt wel nagaan. We bezochten in Zuid Australië de Baros- sa Valley, de grootste wijnstreek. In de vorige eeuw zijn Duitse settlers daar begonnen met de aanplant van druiven. De bevolking is er dan ook grotendeels van Duitse afkomst en de oudere men sen spreken er een dialect van Duits met Australisch gemengd. De omge ving is prachtig en doet enigszins Eu ropees aan, vooral ook vanwege de vele Duitse opschriften op restaurants en winkels, om nog niet te spreken van de vele chateaux, waar men de wij nen kan proeven. In Ballarat, een heel oud plaatsje in Victoria, beroemd uit de "gold rush" tijd, bezochten wij "Sovereign Hill". Op deze echte oude goudmijn heeft men voor toeristen een soort dorp opgezet, helemaal precies, zoals het vroeger was in de tachtiger jaren. Je kunt er uren doorbrengen en waan je je in derdaad in de vorige eeuw. Tot in de kleinste details hebben ze het authen tiek gehouden. Men kan zelfs een "li cence" kopen, om goud te zoeken. Jan (mijn man) moest natuurlijk ook pro beren, of hij iets zou vinden. Hij kreeg een schoffel vol "dirt" en werd hem geleerd door een oude mijnwerker, hoe hij in een riviertje moest "pannen", zo als ze dat noemen. Jan zag alleen maar zand, maar de mijnwerker werd ineens excited. "You've got gold", riep hij uit. O ja, dachten wij, dat is natuurlijk een trucje voor toeristen. Maar nee hoor, hij had inderdaad goud. Allemaal kor reltjes en alles bij elkaar bijna 1 ounce. Niet gek, hè? Het is nu de mop in de familie. Pa heeft goud gevonden, leder een vindt het een reuze bak, want het schijnt niet vaak voor te komen onder de toeristen. Ik las net de recensie van het boek "Mendoeng". Wel, het is momenteel buiten ook mendoeng en weet je, dat wij dit woord nog altijd gebruiken? Dat klinkt zoveel beter dan "bewolkt" of wat dan ook. Onze Nederl. taal is nog steeds doorspekt met Indon. woorden en uitdrukkingen en als wij eens in de 2 maanden een koempoelan hebben van ouwe sobats uit Indië, dan moet je horen hoe we praten. Adoe, zo smeuïg! En dan te denken, dat onze kinderen, die hier zijn opgegroeid echte Aussies zijn en daar niets van begrijpen; ze hebben toch wel veel gemist, hoewel ze meer op rijst gesteld zijn dan op aardappels. Tot zover dan maar. Hartelijke groeten, ook van mijn man. Cheerio! Een enthousiaste Moesson lezer, PAM SCAF North Beach, West-Australia HET INDISCH AVONTUUR TEGEMOET Dokter W. Mooy vertrok in 1928 als officier van gezondheid naar Neder- lands-lndië. Hij bleef er tot 1948. In die twintig jaar gebeurde het een en ander in Nederlands-lndië. Ook na zijn repatriëring bleef dokter Mooy werk zaam, totdat hij in 1966 als wnd. ge neesheer-directeur van de twee psy chiatrische ziekenhuizen, die Deventer telt, gepensioneerd werd. Ook na zijn pensionering bleef hij ac tief, o.a. als wnd. geneeskundige van het Centraal Bureau Rijvaardigheids bewijzen. In 1975 promoveerde hij op een proefschrift over "de politionele vordering op vermoeden van onge schiktheid van verkeersdeelnemers". Zijn levensloop beschrijft hij in een bij Moesson verschenen boekje, dat bovenstaande titel voert. Wie sensationele verhalen verwacht, moet dit boekje vooral niet aanschaf fen. Wie wil weten hoe een leven van onvoorwaardelijke toewijding aan een edel beroep - of moet ik zeggen: roe ping? - kan verlopen, moet het zeker lezen. Dr. Mooy is een man zonder enige pretentie, behalve dan die van een goed medicus te zijn. Men krijgt bijna de indruk, dat schok kende gebeurtenissen en toestanden hem vrijwel voorbijgaan en dat slechts de vraag of hij zijn werk naar behoren en zo mogelijk met succes verricht, voor hem van belang is. Zijn sociale bewogenheid is eenzijdig gericht. Als arts in Boven Digoel geplaatst blijkt de malariabestrijding zijn eerste en voornaamste taak. Van wat zich daar verder afspeelt, vernemen wij nauwe lijks iets, al denkt hij met nauw ver holen binnenpret terug aan de feeste lijke viering van Koninginnedag 1930 - een viering, die zich, met enthousiaste medewerking van de geinterneerden, tot een week uitstrekteBannelin gen met hun bewakers "verenigd in een uitgelaten feest ter viering van een feest van de vorstin van het moe derland, waarvan de regering het be sluit tot verbanning heeft genomen!" Op dezelfde nuchtere, haast laconieke wijze beschrijft dr. Mooy zijn kamp ervaringen gedurende de Japanse be zetting. Geen larmoyante verhalen, geen zelfbeklag, slechts een schets van de worsteling om ondanks de af schuwelijke ongunst der tijden de eer van zijn beroep hoog te houden. Zijn optreden is beloond met de Verzets- ster Oost-Azië, hem in 1950 toege kend. Pas aan het slot van dit boekje blijkt, dat dr. Mooy toch wel een oordeel had over, bijvoorbeeld, de koloniale poli tiek en andere "Indische" zaken. Maar in zijn levensschets spelen zaken bui ten zijn taak als dienaar van de ge meenschap, geen rol. JHR. "Het Indisch avontuur tegemoet" is verkrijgbaar bij de Boekhandel Moes son en kost f 16,50; porto f 1,70. HET KRUIDENBOEK VAN KLOPPENBURG VERSCHIJNT PAS EIND OKTOBER. U kunt het nog bestellen f 100,plus porto 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 11