"Terug naar Toen" (II) De door ons reisbureau gebruikte kreet "tprug naar toen" is natuurlijk een ioze kreet! Terug is niet mogelijk en de oud-indischgast moet ook niet naar Indië gaan maar bewust naar Indonesië. Als je met die instelling voet op Indonesische bodem zet dan is het een openbaring hoeveel "raakpunten" je ontdekt en kom je thuis. Na Sulawesi utara gingen we zuidwaarts naar Makassar, nu Ujung Pan- dang. Buiten het vliegveld wachtte Nitour ons op met vervoer en reden we in flink tempo hotsend naar het Raodah hotel. De ons toegewezen gidsen spraken weinig Nederlands maar hadden er plezier in om bij te leren, één had het in ongeveer 17 jaar niet meer gesproken maar na enig oefenen kwam er weer veel boven en liet hij prachtige vervoegingen horen I Het hotel was lang geen Sahid Jaya te Jakarta maar als in alle hotels waar we verbleven hadden we een eigen badkamer bij de slaapkamer, wel was er te Ujung Pandang weinig druk op het water, maar het is een zielepoot die zich niet weet te behelpen. Wat in dit hotel erg gezellig was was de brede galerij die langs de kamers liep, wel erg warm natuurlijk om te zitten, ook 's avonds maar zo echt tropisch "net als toen" met cicaks - de tjitjaks van toen zijn dood - en af én toe een kak kerlak. Andere oude bekende onder de diersoorten waren kadals en kikkers, in Bali zag ik een bajing - een nakome ling van de badjing. Ujung Pandang heeft voor ons nog veel van het oude vertrouwde beeld van een indische stad. 's Avonds zijn we een paar keer wezen eten in een restaurant aan zee, de afstand hotel - restaurant wandelden we, tot spijt van de beca-bestuurders die hoopvol voor het hotel hun standplaats hadden. Het was erg leuk lopen door de stra ten, huizen nog met open voor-galerij- en, schoongeveegde erven, tukang ju- als, veel beca's, dit in tegenstelling tot Manado waar erg veel bemo's en ope- lets rijden. Aantrekkelijk in Ujung P. is zoals overal de haven. De excursies zijn nogal duur, maar ze bieden wel de gelegenheid om veel van het land te zien. Een erg mooie tocht was naar Malino, prachtige vergezichten en toen we hoger kwamen was de frisse berg wind weldadig, want U.P. is een hete stad. Toch is de hitte ons meegevallen, juni schijnt wel ongeveer de beste maand te zijn om naar Indonesië te gaan. Te Malino werd erg genoten van de bloeiende flamboyants. Ook boot tochten zijn altijd aantrekkelijk, daarin opgenomen bezoeken aan vissers eilandjes. Zo'n eilandje bezochten we voor een verblijf van een paar uur om lekker te zwemmen. De dames moch ten zich omkleden in een kampung- huisje. Toen ik na het zwemmen als enige weer omkleedde nam ik tevoren een paar briefjes van 100 rps apart om aan de bewoonster van het huisje te geven, een jonge vrouw met een baby. Ik pakte mijn spullen bij elkaar en keerde in de richting van de huizen, prompt kwamen vijf meisjes om mij heen fladderen die allen een huis voor mij wisten; de lieverdjes hadden het geld gezien! Maar ik liep vastbesloten naar mijn eerste huisje en in optocht gingen we daar binnen. Op mijn be merking dat ik me wel alleen kon aan kleden kreeg ik te horen dat we alle- Bij een bezoek aan een oud Portugees fort in de Minahasa hadden we meer belangstelling voor de toegestroomde bevolking! 10 maal hetzelfde waren, ik kapituleerde en stelde vast "ja allemaal vrouwen" en maakte voort. Een meisje ging naast mijn kleren op de baléh-baléh zitten, aaide over mijn arm en vond dat die mooi was, ik deed hetzelfde bij haar en konstateerde dat haar huid ook gezond en dus mooi was. Toen probeerde ze souvenirs te bemachtigen, mijn badmuts of bad- schoentjes, bekeek mijn kleren en vroeg of ik snoep had. Ik heb haar gevraagd of ze niet verlegen werd on der al dat vragen wat ze deed, nee zij niet, maar een ander meisje zei dat zij het wel werd.. Op mijn vraag van wie het huis was kwam inderdaad het vrouwtje met de baby op de arm naar voren en accep teerde graag het geld, het veel-vraag- stertje omhelsde mij toen! In optocht terug naar de groep. Voor wij weer inscheepten kwam de gids mij namens het kampunghoofd bedan ken voor het geld dat ik gegeven had. Dat hebben we steeds ervaren, de er kentelijkheid voor kleine geschenken zoals zeep en drop en een blij verrast gezicht als de mensen in hun eigen taal werden toegesproken. Prompt kwam dan de vraag waar we vandaan kwa men, als verteld werd dat ik oud-in- dischgast was (ik was de enige van ons groepje) dan kreeg ik alle aan dacht, een veel gestelde vraag was wat mijn ouders toen deden. Ook bij de jongeren ben ik veel interesse voor Nederland en voor onze taal tegen gekomen. De algemene ervaring was dat vooral ouderen die het hollands nog machtig zijn het ook graag spreken, het zijn allemaal faktoren die je dat gevoel geven thuis te zijn gekomen. Als in Sulut werd ook te Ujung P. de nassi goreng van rode rijst gemaakt, dus werd die vitaminerijke hap weer dik wijls door ons besteld. Tijdens onze city-tour zijn we in mu seum het "fort Rotterdam" geweest, ook al zo'n koloniaal overblijfsel dat er keurig onderhouden uitziet, een prach tige tuin. Er waren geen andere be zoekers en straalde tuin en gebouw een weldadige rust uit. 13 Juni naar Bali, behalve te U.P. was in elk hotel een welkomst-kreet voor onze groep opgehangen en dat deed bij binnenkomen erg prettig aan. Ja Bali, als je er zoals tegenwoordig ve len, voor een paar dagen komt hoef je eigenlijk niets meer te vertellen, het is allemaal al verteld. Toch als je zoals wij erg fijne maar niet zo erg gemak kelijke dagen achter de rug hebt, is het wel prettig een paar dagen te kun nen uitrusten. Nitour heeft het allemaal keurig geregeld, zoals wij dat op elke plaats hebben ervaren. Bali zo anders dan Java en Sulawesi, paradijselijk, romantisch, idyllisch, inderdaad toe passelijke kreten, al die hindutempels en tempeltjes, je moet er van houden; het buddhisme - Borobudur, Mendut - spreekt mij meer aan. Er wordt in Bali veel geofferd, op hoeken van straten

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 10