KERSTKRANDJANG 1978 WAT KIPLING EIGENLIJK BEDOELDE. In Moesson No. 17 van 15 april j.l. stond een artikel van de hand van H. H. Groot. "Hoe de laatste K.P.M.-ers Indonesië verlieten", heet-het. Ik heb het indertijd met zeer veel aandacht en belangstelling gelezen, niet in het minst omdat mijn broer in de goede oude tijd enige jaren deel uitmaakte van dit legertje koopvaardij-mannen. Eén ding moet me van 't hart. In de "Ode aan de K.P.M.", vrij naar het ge dicht van L. H. C. Horsting lees ik: "Rudyard Kipling heeft geschreven: "East is East and West is West, And never the twain shall meet"... maar K.P.M.'ers wisten best Dat die "twain have met" op zee! Slechts zij, te lui voor onderzoek, spraken met Kipling mee. Ook al klonk er soms een vloek!"... Toen ik - heel lang geleden - Kipling begon te lezen, zeg maar verslinden, merkte ik al vrij snel, dat er iets was met dat "East is East and West is West...". Met een gezegde dat zó vaak geciteerd wordt, maar dat zó in flag rante strijd is met de idealen en prin cipes van de schrijver, moet iets raadselachtigs zijn! Om te beginnen sprak ik overal tegen dat die uitspraak van Kipling de bedoeling zou hebben als voor de hand lag aan te nemen uit de bewoording. Zelf in Bombay ge boren was hij duidelijk een groot voor stander van broederschap (zie zijn ge dichten "On the square" en "The Mother Lodge" etc. in "Sixty Poems") en kan volgens mij niet bedoeld heb ben wat men hem in die paar regels meent te moeten toeschrijven. En al heel gauw werd me duidelijk dat het hier weer eens een menselijke, maar te snelle gevolgtrekking betrof. "...Slechts zij, te LUI voor onder zoek, "spraken met Kipling mee..." Ja, meneer Horsting is er wel zelf achter gekomen: hij wéét dus dat die "twain have met" (en nog steeds en altijd zullen "meet") maar ik vond toch dat ik m'n vriend Kipling even moest schoonwassen van hetgeen hem aan kleeft. De heer Horsting had dat óók misschien eerder geweten als hij niet zoals de meeste lieden, deze paar regels uit hun verband zou hebben gerukt, maar: "The Ballad of East and West" (1889!) had gelezen, een lang, verhalend gedicht dat begint en ein digt met: "Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet, Till Earth and Sky stand presently, at God's Great Judgment Seat; But there is neither East nor West, Border, nor Breed, nor Birth, When two strong men stand face to face, though they come from the ends of the earth!" Steeds weer wordt mijn hart warm als ik deze woorden lees en ik hoop, dat velen met mij ervan zullen genieten en zó onze onvolprezen Rudyard Kipling in zijn waarde wordt gelaten. H. VAN NIENES-LUITING TERLALOE SEG! Bij het zien van de televisie-film "The Wooden Horse" die de Tros ons pre senteerde heb ik mij mateloos geër gerd aan de voorstelling die de En gelsen van dat krijgsgevangenkamp gaven. Men zag hun op keurig opge maakte bedden, voorzien van matras sen met overtrek en hoofdkussens liggen. Men had de beschikking over een complete werkplaats waar zo maar in een handomdraai het gewenste kon klaargemaakt worden. Men had geen gebrek aan voedsel, gezien de kan jers van broden die uit een of andere voorraadkast te voorschijn werden ge haald; chocola werd royaal aangebo den en margarine met hele pakken weggegeven enz., enz. Er kan dus met recht gesproken wor den van RECHT en EREZAKEN Voor de uitkeringen aan de ex-krijgs- gevangenen zël maximaal 37.500 x 16.000,600 miljoen nodig zijn. (Maximaal omdat inmiddels velen zijn overleden zonder erfgenamen in eerste lijn). Het voor de andere groepen be nodigde bedrag zal de 200 miljoen niet overschrijden (zie de brochure 'Nederlandse Ereschulden blz. 24). De financiering van het totaal van f 800 miljoen zou kunnen geschieden door de uitgifte van verhandelbare, b.v. 10 jaar lopende, staatsobligaties met een bescheiden belastingvrije rente. Bij zulk een spreiding van de kosten over 10 jaar kunnen en mogen zij - zelfs bij de huidige financiële positie van Ne derland - geen ernstig beletsel meer vormen voor een eindelijke inlossing van deze reeds 33 jaar slepende na tionale ereschuld. De S.N.E. heeft recent bereikt dat een "Commissie van Drie" uit de 2e Kamer bezig is met een studie van de door de S.N.E. gedocumenteerd voor gebrachte "ereschulden"-problematiek. voor de Stichting Nederlandse Ereschulden kol. b.d. E. Erkelens - bestuurslid it. kol. b.d. J. C. Corver - secretaris res. maj. b.d. ir. G. S. Vrijburg - voorzitter Maar de klap op de vuurpijl was wel de houding die de gevangenen tegen over hun bewakers, ja zelfs tegenover de hoogste vijandelijke commandant aannamen. Men kon ongestraft een grote bek tegen de vijand opzetten en verder blijkbaar gewoon doen waar men zelf zin in had. Van gedwongen corvee- werk of zo was niets te merken. Kor tom, het was een leven als een prins dat de Engelsen daar in dat Stalag- kamp leidden. Wij die de Japanse be zetting overleefden zouden dolgraag met die Engelsen geruild hebben en ook in dat zelfde kamp opgesloten willen zijn. Gegarandeerd dat onze jongens, vrouwen en kinderen die bij de Jappen knijp zaten er dan wel heel huids uit gekomen zouden zijn en niet aan ontberingen, mishandelingen enz. bezweken waren. Ik denk dat de redactie van Moesson wel ettelijke telefoontjes van veront waardigde abonnees gehad zal heb ben die de bewuste Trosfilm zagen. Het is terlaloe seg dat men ons met zulke waardeloze films durft op te schepen en ik hoop dan ook voortaan hiervan verschoond te blijven. Sobat D. C. E. TESSERS Ex-verzetsman groep Batavia Dan nog was "The wooden horse" een stokoud paard uit de jaren '50. Als na 30 jaar oorlogsdocumentatie men met zo'n serie als "Colditz" durft ko men, waar de heren er ook prinsheer lijk bijliepen, dan vraag ik me toch af, of de makers ooit van een oorlog in de Pacific hebben gehoord. Waar krijgs gevangenen onder kommervolle om standigheden probeerden in leven te blijven en de fut niet konden opbren gen uit verveling vluchtelingetje te spelen! D. Denkt U aan de Kerstkrandjang Ook dit jaar doen wij weer een beroep op U om de kerstkrandjang ten be hoeve van onze landgenoten en vrien den in Indonesië, die het moeilijk heb ben, te vullen. Als U vanaf heden elk bedrag wat u naar onze toko, boekhan del of abonnementen-administratie o- ver maakt, net als vorig jaar afrondt naar boven, of tenminste 1,toe voegt aan het te betalen bedrag (méér mag nauurlijk!) dan komen we heel ver. En als U niet gireert, U weet waar onze Bruine Bussen in de winkel staan. KERSTKRANDJANG 1978 - Giro 6685, MOESSON, Den Haag: 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 5