doodsverachting, kameraadschap en
moed op een zeldzaam hoog peil. Het
KNIL moest toen nog geboren worden.
Onverslaanbaar waren de Nederlandse
troepen nog lang niet. Vaak werden
eenheden door fanatieke Javanen uit
elkander geslagen en was het elkaar
terugvinden een wonder. Elke week,
ja elke dag dat men leefde was com
pleet een feest - en werd als een feest
gevierd met arak, wijn, jenever, cham
pagne - de volgende dag werd weer
krankzinnig gevochten. Soldaat zijn in
die dagen scheen niets anders te zijn
dan een voortzetting van de natuurwet
van de "survival of the fittest".
Gestrafte, Goena-Goena
De onmogelijkste dingen maakte Toon
tje Poland mee. Hij heeft de vreemdste
krijgsmakkers en burgervrienden (zou
den hoofdofficieren nu nog Pierke en
Sieske genoemd worden of een resi
dent Ondaatje?); zijn promoties wint
hij niet per periodieke verhoging, maar
per slagveld: korporaal, sergeant, ser
geant-majoor, tweede luitenant, eerste
luitenant - neen stop. Toen hem de
laatste rang na een bijzonder moedig
gedrag verleend werd maar het defi
nitieve besluit niet doorkwam, werd hij
voor een ander wapenfeit voorgedra
gen voor de MWO welke onderschei
ding hij echter weigerde te accepteren.
Toen generaal de Koek hem er later
over onderhield, hield hij koppig vol:
"De onderscheiding is verleend aan de
1ste luitenant Poland en dat ben ik nog
niet!" Beide onderscheidingen kwamen
uiteraard in orde.
Intussen was Toontje zo'n zoete jongen
niet en meer dan eens had hij een cor
rectie nodig. Eens als de Nederlandse
benteng belegerd is, krijgt hij twist
met een andere officier en de majoor
verwijst hem naar de provoost die er
onder deze omstandigheden niet is.
"Waar is de provoost?" "Bij de drie
ponders!" Toontje gespt zijn sabel af
en gaat mokkend op een affuit zitten.
Op dat moment wordt er van drie zij
den aangevallen en de bezetting krijgt
het zwaar te verduren. De toestand
wordt hachelijk en de majoor roept
Poland om zich met zijn Madoerese
piekeniers te weren. Maar Poland zegt
ijskoud: "Ik zit in de provoost, ma
joor!" De majoor, ook koppig, dringt
niet verder aan, hoewel men in een
hagelbui van kogels zit, maar Toontjes
makkers doen het wel en eindelijk kan
Toontje het niet meer houden. De kor
te lans van zijn piekeniers grijpend
roept hij zijn Madoerese "anaks" om
er "met papa" op los te slaan. Het
wordt een vermetele uitval, de vijand
deinst terug, de aanval geheel afge
slagen.
Een andere keer. Dipo Negoro achter
volgend naar zijn verste schuilplaatsen
ontdekt Poland's legeronderdeel de in
middels heilig verklaarde grotten waar
in de vrijheidsheld zo lang gehuisd
heeft. Daar wordt een groot feest aan
gericht en flink boven hun theewater
nemen een paar officieren een duik in
de heilige bron. De voorspelde gevol
gen zijn inderdaad fataal: de ene of
ficier sterft kort daarop aan een he
vige ziekte. Toontje overleeft het nog
maar net.
Vriend van de "Vijand"
Is het toeval dat Toontje gespaard
blijft of heeft op de een of andere wij
ze de Javaanse mystiek hem gehol
pen? Eén ding is zeker: zoals hij met
Indonesiërs van allerlei ras en stand
kon omgaan, zo kon geen ander het.
Hij sprak verscheidene dialecten vloei
end, respecteerde hormat en adat waar
hij kon, vocht net zo lang voor gelijk
stelling althans in uiterlijke waardig
heid voor zijn Madoerese officieren tot
hij zijn zin kreeg, en had in elk geval
een zó bijzondere tact dat hij "uitver
koren" werd om speciale kindermeid
en beschermer te zijn van de kroon
prins van de Soesoehoenan. Later
werd hij adjudant, vertrouwde en zelfs
aangenomen zoon van de sultan van
Madoera.
Merkwaardig hoe deze man, die aan
Sultanshoven de uitzonderlijkste waar
digheden kon bekleden in Nederlandse
kringen .moeilijk aanvaardbaar bleef
door zijn vaak ruwe omgangsvormen,
grove taal en "uiterst vrijmoedig" ge
drag.
Hoe vreemd, een man in vele opzich
ten een rauwe Geus, aan de andere
kant een uiterst begrijpend vriend voor
Mohammedaanse oosterlingen. Of zou
daar aan zijn huwelijksleven met Fine
veel hebben toe bijgedragen? Wonder
lijke vrouw, die Fine als onbetekenen
de "njai" mee trekkend met een ge
vierde held, die kameraad is van vors
ten en generaals. Een vrouw, die on
gezien op haar Toontje past in de
vreugden van de vrede, maar onver
saagd naar voren treedt als in de
oorlog gevaar dreigt. Als in de bloedi
ge Padrie-oorlog Toontje Poland het
fort Amerongen verdedigt tot het uiter
ste en eindelijk toch vrije aftocht moet
bedingen voor een handvol overgeble
ven oververmoeiden, uitgehongerden
en gewonden, zelf zó gevaarlijk ge
wond dat hij in een tandoe moet wor
den meegedragen, breken de belege
raars hun woord en vallen de ontwa
pende stoet aan. De koeliedragers
vluchten. Het einde is nabij. Toontje
geeft Fine zijn pistool: "Schiet jezelf
voor het hoofd. Als ze je te pakken
krijgenMaar Fine weet niet van
wijken. Met de bediende Kendoe
neemt ze de draagbaar op en gaat tóch
verder. De troep weet zich te handha
ven en bereikt eindelijk de vrije ben
teng Limoen Manis, waar Fine uitgeput
bewusteloos neervalt. Maar als later
de chirurg meent dat Toontjes been
afgezet moet worden, blijft zij waken
aan het ziekbed van haar man, wiens
been zij net zo lang behandelt met
koude compressen tot de vier fatale
dagen om zijn en de chirurg tot zijn
stomme verbazing een genezen Toon
tje Poland terugvindt.
Geen termen
Een onafzienbare rij van wapenfeiten
in de Riouw- en Lingga-groep, bij de
Boeginezen, in de Bataklanden moet
eigenlijk nog afgewerkt worden. Een
reeks van andere feiten: hoe hij een
kwart van de honderdduizend trok en
een heel jacht en hoe hij alles op
maakte in een reeks klaterende fees
ten; afgezant om een Sultansdochter
ten huwelijk te vragen voor een ande
re sultan, enz. enz. Er is geen plaats
voor. Hij verliet de dienst in de rang
van overste, nadat een verzoek om
nog één jaar als kolonel te dienen
(voor een hoger pensioen) was afge
wezen ("geen termen aanwezig
en hoe er evenmin "geen termen aan
wezig" waren om zijn weduwe later
pensioen uit te keren. Men paste
in Holland wel verduiveld goed op de
centen. Maar Goddank dachten de of
ficieren in Indië er anders over. Een
inschrijving werd onder hen geopend
yoor een fonds voor Fine en haar on
verzorgde kinderen en uit al die po
vere officierssalarissen kwam nog
15.000,— bijeen!
Kort voor zijn dood waagde Toontje
nog een goede bestaanskans in het
particuliere leven en werd hoofd van
een steenbakkerij, die echter door ge
brek aan geld over de kop ging. Hoe
te leven met zo'n groot gezin met een
pensioen van 150,'s maands?
Dapper begon Toontje (de man die al
tijd zo slecht schreef!) aan het op
schrift stellen van zijn levenservarin
gen, in de hoop met dit boek nog wat
te verdienen, maar middenin dit werk
werd hij door de dysentrie uit het leven
gerukt. Zijn laatste wens: "onder de
Nederlandse vlag begraven te worden"
ging uiteraard in vervulling. Geen an
der Nederlands avonturier en vechtjas
heeft met groter eer die vlag gedragen.
Hij kon onder die vlag niet sneuvelen,
maar het rood-wit-blauw van branie
heeft hem met eer mogen vergezel
len op zijn laatste veldtocht!
Toontje en de vlag
Hoe kwam Theodorus Poland aan de
naam Toontje? Sinds hij luitenant was
liet Toontje zich vergezellen door een
drager van een rood wit blauwe vlag
van extra groot formaat. Vriend en vij
and wist: waar de vlag was, daar was
Poland. Hij trok hierdoor des te meer
vuur tot zich, maar aan de andere
kant gaf deze vlag ook moed en hoop
waar de ondergang nabij was. Eens,
toen na een verspreide veldslag Po
land nog steeds niet terug was (hij was
altijd het eerst uit de benteng en het
laatst terug) en iedereen ongerust naar
hem uitkeek, ontwaarde de comman
dant Cochius door zijn kijker aan een
verre kampongrand de bekende vlag
en riep opgelucht: "Daar is Toontje!
Ik herken hem aan de vlag!" Sindsdien
heette hij Toontje en zijn hij en de vlag
roemrijke en trouwe kameraden ge
bleven tot aan het graf. N.
11