BIJ DE VOORPLAAT
Nog wonen daar dezelfde mensen
Zouden we met ons allen een boek kunnen samenstellen van onze herinneringen
aan de mooiste, prettigste en dierbaarste huizen waarin we in Indië gewoond
hebben, ik geloof dat het de eerlijkste verhalen zou bevatten. Aan het huis kent
men de mensen, mensen leiden feilloos naar het huis dat ze inrichten en vullen,
niet alleen met tast- en zichtbare dingen.
Het riante Indische chalet van Ems van
Soest (zie vorige voorplaat) en nu dit
bescheiden kamponghuis, ergens in
Djokja, twee woningen totaal verschil
lend, letterlijk gescheiden door ruimte
en tijd. En toch voor eeuwig de twee
stukjes uit de wonderlijke legpuzzle die
het leven in Indië ooit was.
Elke stand, elke klasse, een stukje uit
het geheel, zichzelf in- of aanpassend
aan het andere. Elk stukje niets, zonder
het aangrenzende. Bazen en onderge
schikten, ondergeschikten en daar
weer ondergeschikten. Geen enkel
kunnend bestaan zonder de ander.
Mochten we het ons toen niet genoeg
realiseren, we wisten het des te beter
toen de oorlog de hele puzzle omver
gooide, de stukjes van Leven en Men
sen her en der werden neergesmakt,
weg en stukraakten. Het oude huis
van Ems en haar nooit vervaagde her
inneringen, het kleine kamponghuis,
waar de herinnering nooit langer kan
duren dan een dag en een nacht, waar
in de mensen hebben gegeten, ge
lachen of gehuild, geslapen en ont
waakt zijn.
Wat een prachtige foto maakte Melle-
ma van deze simpele mensen in het
lome middaguur, waar zelfs de kinde
ren het spel van niets-doen spelen.
Een stukje van de legpuzzle dat nooit
is weggeraakt, in tegenstelling tot de
vele die onherroepelijk verloren gin
gen en nooit vervangen werden.
Er zijn nog zoveel plaatsen waar de
mensen nooit weg zijn gegaan, niet
verkozen weg te gaan om een ander
leven te leiden.
Ook Nederlanders, Indische Nederlan
ders. Er is veel te doen geweest om
deze groep blijvers. Ze verpauperen,
ze hebben het ontzettend moeilijk. De
Nederlandse regering betaalt na jaren
en jaren eindelijk een schuld uit. Ter
gend langzaam, Nederland is nooit een
goede betaler geweest, en Indische
mensen nooit opdringeriqe schuldei
sers. "Kinderen die vragen, worden
overgeslagen", is ons met de paplepel
ingegeven. Kinderen die niet vragen
worden helemaal vergeten. We moe
ten het noq leren, dat vragen. Of niet?
Ook zijn er mensen die buiten al deze
problemen zijn gebleven. Die de weg
van de zwaarste weerstand verkozen,
gebleven zijn in Indonesië met alle
consequenties. Er zijn er die hun keuze
beloond hebben gekregen met een
redelijk bestaan, en in dat bestaan,
zonder sociale zekerheden, voordeel
tjes, en toeslagen op een wonderlijke
manier tevreden en gelukkig zijn. Van
die mensen hoor je zelden iets, niet
omdat ze er niet zijn, maar omdat dat
soort status geen sensatienieuws is.
Een poos geleden vertelde een goede
kennis - ze woont al bijna 20 jaar in
Hawaii - iets, dat ik u met de bijbeho
rende foto's doorgeef.
"Mijn moeder heeft nooit naar Holland
gewild; al haar kinderen (6) verdwenen
successievelijk naar Europa, maar met
niemand wilde ze mee. Ze is terugge
gaan naar Pakis - in het Japarase -
waar ze oorspronkelijk vandaan kwam
en waar wij allen geboren zijn. Mijn
vader was daar employé op de S.f.
Pakis en in Pakis heeft mijn vader een
huis voor mijn moeder laten bouwen;
dat betrok zij dan weer, toen haar laat
ste dochter bij wie ze inwoonde in Ja
karta, naar Holland verdween. Tijdens
mijn verblijf in Pakis maakte ik deze
foto's
Ze zijn niet zo duidelijk, maar ze laten
toch duidelijk genoeg zien, hoe mijn
moeder temidden van goede buren en
een paar verwanten haar leventje
heeft opgebouwd. Met een kleine ke
bon, een sawah die gemeenschappelijk
bewerkt, geoogst wordt en waarvan, de
opbrengst in de dagelijkse behoefte
voorziet. Een eenvoudig dessa-huis
met als bijzondere luxe een aparte
kakoes en kamar mandi op het erf."
Er zijn er die zullen denken: "Wat érg!
En dat terwijl ze hier in een comforta
bel bejaardenhuis of een flat had kun
nen zitten. Om zo je Europeaanschap
cadeau te geven!"
Laat maar, u zal niets veranderen aan
de instelling van mevr. N. en die vele
andere Indische Nederlanders van wie
je niets hoort, die het leven nemen zo
als zij het verkozen. Dat huisje op de
voorplaat? Mijn woning in Bali waar
ik apetrots op was, was kleiner en lang
niet zo degelijk gebouwd. En vergele
ken bij het huis in Borneo waar ik
met Tjalie en de kinderen gewoond
heb, is dit huisje een gerieflijke villa!
Want het onze stond nog op wankele
palen in de modder, er waren geen
vruchtbomen, geen harde droge grond
waar de kinderen konden spelen. Ik
heb er nooit een ongelukkig moment
gehad en nu geeft het me nog geluk er
aan te denken dat we zo konden leven
zonder ooit het idee te hebben gehad
een stel zichzelf verlagende Europea
nen te zijn. Ofschoon de mensen in het
Nederlandse dorp van Bruynzeel dat
misschien wel dachten.
Een huis, niet als statussymbool, winst
object of slimme belegging, niet als
pronkstuk voor de buurt, maar een
onderdak, een beschutting, een punt
van terugkomst voor de hele familie.
Want het gaat toch altijd weer om de
mensen, of ze nu wit of bruin of ge
spikkeld zijn, Indonesiërs, Nederlan
ders of Warga Negara's, een huis blijft
toch altijd maar de verpakking van de
menselijke tevredenheid en het mense
lijk geluk. Goudpapier en rozetten om
een marsepeinen varkentje. Of een pi
sangblad met biting voor hongerstil-
lende portie nasi petjel. leder het zijne.
LD.
Het eenvoudige leven in Pakis dat mevr. N.
(die trotse rijzige figuur vooraan) verkoos.
de padi op het erf gedroogd en ge
stampt.
de luxe van een goed sanitair I
2