ONTHULLING GEDENKSTEEN ABDOEL HAMID T» nagscaötsms ASïssi. KA»ra:HS9f®:w!ï£j ATsiiitss.;tifiTs:»iAi> Kioa Sw.t*Ü At«MiMW tuVAT ÜttA» Ti Ai»* 1 1 PsiVN Mm HITS MKT fflt Zt'U ff KiHSK* Of. "ZUUSIM KM «K i ANC HE »«t« Hj m*S OU»ttM-tx-W«MT»C 1*A* «XllUl'l» im f. .-ff s »»K» m at Ow* tun tt Ki 1 f k* INC èii (MMBWS1 a »M»NU «rxx f »a Van I. naar r.: Brig. Gen. J. van der Leer, Kol. der Mariniers M. Herman Mujirun, Drs. G. Dharmaputra, Z.K.H. de Prins, Lt. Gen. van der Veen, heer Aboe Bakar, afgevaar digde van de Gouverneur van Atjeh, de Commissaris v.d. Koningin in de Provincie Zeeland Dr. C. Boertien. De marmeren gedenkplaat met marmeren lijst welke in Italië is vervaardigd. Wnd. Ambassadeur Drs. Garnawan Dhar maputra tijdens zijn toespraak. Het bestuur van de Stichting Peutjoet-fonds was ten zeerste verheugd, dat Zijne Koninklijke Hoogheid, de Prins der Nederlanden zich bereid verklaarde de onthulling van de gedenkplaat ter nagedachtenis aan het Hoofd van het At- jehse gezantschap, van wijlen Abdoel Hamid, te verrichten. Dit Ajehse gezantschap arriveerde in Zeeland met de Zeeuwse schepen de "Zeelandia" en de "Langhe Barcke" in 1602 na een lange en avontuurlijke tocht, en was door de Sultan van Atjeh afgevaardigd naar Prins Maurits, teneinde zich op de hoogte te stellen van de toestand in de Nederlanden en voor het overhandigen van geschenken. Op 9 augustus 1602 overleed echter de 71 jarige heer Abdoel Hamid en werd hij met veel statie en eerbewijzen op de 10e augustus d.a.v. in de Oude of St. Pieterskerk te Middelburg ter aarde besteld. In 1834 echter werd deze kerk afgebroken en is het graf verloren gegaan. Juist n.a.v. de hulp en steun, die het Peu tjoet-fonds heden ten dage verkrijgt van het Atjehse Provinciale Bestuur voor de restauratie van de ere-begraafplaats Peutjoet te Banda Aceh (K. Radja) had het bestuur van de Stichting het plan opgevat, een gedenksteen te doen plaatsen in Middelburg voor de overleden Atjehse gezant. Na overleg met het Moderamen van de Hervormde Gemeente te Middelburg werd toestemming verkregen de plaquette te plaatsen in de Tussenkerk (Wandelkerk), die vooral in de zomer door vele toeristen wordt bezocht en waar zich ook het praalgraf van de Admiralen de Gebr. Evertsen bevindt. Na een jaar van voorbereiding was het de 24ste oktober 1978 dan eindelijk zo ver. Z.K.H. Prins Bernhard, begeleid door de Commissaris der Koningin in Zeeland en de Burgemeester werd ontvangen door het bestuur van de Stichting en de secretaris van het Moderamen. De Voorzitter van de Stichting Peutjoet-fonds, de It.-generaal b.d. F. van der Veen sprak een welkomstwoord tot de autoriteiten, onder wie de heer Aboe Bakar, afgevaardigd door de Gouverneur van Atjeh en gekleed in traditioneel Atjehs costuum, en de genodigden, waarbij deze er op wees, dat reeds in het begin der 17e eeuw de Indonesische en Nederlandse Gewesten gemeenschappelijke belangen hadden en dat vriendschapplijke betrekkingen werden onder houden. Na het welkomstwoord werd een gebed uitgesproken in het Indonesisch door de Islamietisch Schriftgeleerde Hadji Ollong, en vond de onthulling plaats door Zijne Koninklijke Hoogheid, de Prins der Nederlanden. Dr. A. J. Piekaar behandelde uitvoerig de aanleiding tot het zenden van een Atjehs gezantschap naar Nederland, hetwelk 17 maanden in ons land verbleef en met eerbewijzen door Prins Maurits werd ontvangen. De wnd. Ambassadeur van de Republiek Indonesia, de heer Drs. Garnawan Dharmaputra uitte zijn waardering aan de Stichting Peutjoet-fonds voor de inspanningen betoond met betrekking tot de restauratie van de gedenksteen van wijlen Abdoel Hamid. Het is in het licht van de goede wederzijdse appreciatie tussen Indonesië en Nederland, dat de Indone siërs de restauratie van de gedenksteen van Abdoel Hamid zien. Abdoel Hamid was in feite de eerste Indonesiër, die naar Nederland kwam als vertegenwoordiger van een souverein sultanaat. Daarna volgde de rede van Dr. T. Iskandar, welke op vlotte wijze de opeenvolgende Sutanaten in Atjeh belichtte. De Voorzitter van de Stichting verzocht de heer Aboe Bakar de warme vriendschappelijke groeten over te brengen aan de Gouverneur van Atjeh. Bij de genodigden bevonden zich vele oud-Officieren K.N.I.L., terwijl mede een delegatie van de Vereniging Oud O. Off. K.N.I.L. Madjoe onder leiding van de heer Ch. E. Montenari uit Middelburg aanwezig was. J. H. J. BRENDGEN RECTIFICATIE In de tekst van Contact met Thailand- Knillers in Moesson dd. 15 sept staat vermeld dat de heer A. Schrama ver bonden is aan de ambassade (Ned.) te Bangkok, dit is een vergissing mij nerzijds. Ter geruststelling van veront rusten; gelukkig leven niet alle in de lijst genoemde personen onder moei lijke omstandigheden. E.S.v.K. TWEE TENTOONSTELLINGEN IN DELFT Op vrijdag 3 november a.s. In het Volkenkundig Museum "Nusan- tara", St. Agathaplein 4-5, Delft wor den van 3 november 1978 - 3 januari 1979 twee tentoonstellingen gehouden, te weten; Het "Balische" werk van Willem Ge rard Hofker, vervaardigd tijdens zijn verblijf in Indonesië (1938-1946). Een groot deel van het Indische werk van Hofker is tijdens de tweede we reldoorlog verloren gegaan. De collec tie, die nog in het bezit is van de kun stenaar zelf, zal op deze tentoonstel ling te zien zijn. "Kleding in Tempo Doeloe" (1860- 1920). Aan de hand van oude foto's, kleding en meubels wordt een beeld gegeven van de "aanpassing" van Hol landers aan Indische omstandigheden. Deze tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het Tropenmu seum te Amsterdam, het Nederlands Kostuum Museum te Den Haag en Mevr. M. C. Jonquière-Poser te Delden. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 4