IETS OVER ONTWIKKELINGSHULP Toen meneer Ritman hier was en vernam, dat ik met een project bezig was op het gebied van desa-ontwik keling, wilde hij er meer van weten en toen ik hem er het een en an der over had verteld, zei hij: "Daar moet je toch eens iets over in "Moesson" vertellen." Dat heb ik toen beloofd en aange zien belofte schuld maakt, zullen we er hierbij aan voldoen. Het begon met een gezellig bezoek van de heer Drs. Stan van Wichelen en zijn vrouw, een meisje uit Malang. Na koetjes en kalfjes zei Drs. van Wi chelen, die project-medewerker van NOVIB is, op een gegeven moment: "Zeg meneer Polak, kunt U nou niet een ontwikkelingsproject in elkaar zetten, dat direct aan de kleine man ten goede komt?" "Natuurlijk kan dat", zei ik, "maar dan moeten we de berghellingen op." "Waarom moet dat?", wilde hij weten en toen heb ik hem verteld van de Regeringspolitiek op het gebied van de padi-productie op sawahs, die ik niet graag in de wielen zou willen rij den en die momenteel bezig is grote structurele veranderingen in de desa teweeg te brengen. "Maar als we de berg opgaan" zo zei ik, "dan komen we bij de kleine keu terboertjes, die op een klein stukje droge grond zitten en daar gewoonlijk wat djagoeng (mais) en ketella pohon (cassave) planten. Als het Uw bedoe ling is om deze kleine luiden te helpen, dan weet ik daar wel wat op." "En wat is dat dan?" wilde meneer van Wichelen weten en toen heb ik hem in grote trekken het volgende plan voor gelegd. Deze kleine lieden planten voedings gewassen en daar moeten ze natuur lijk mee doorgaan, want de magen moeten gevuld worden. Maar wat er dan nog voor de verkoop overblijft, brengt zeer weinig op. Als we nu dit mannetje in staat stellen om een deel van zijn grond, laten we zeggen een 3 are (300 m2) met gewassen te be planten, die meer opbrengen dan kun nen we het geldelijk inkomen van dat mannetje aanzienlijk verhogen. "Wat voor waardevolle gewassen hebt U dan op het oog?" informeerde de heer van Wichelen verder. Ik zei: "Nou kruidnagelen bijvoor beeld, of koffie of vruchtbomen. Een 20 goed dragende kruidnagelbomen, dat betekent bij de huidige prijzen (per kilo wel een Rp. 4000,een gel delijk inkomen van Rp. 200.000,per jaar, dus een aanzienlijke verhoging van inkomen. Koffieprijzen zijn ook zeer hoog en koffie kan wat dichter op elkaar staan, dus daar zou hij een 40 boompjes van kunnen planten, met de bijbehorende schaduwbomen. Vruchten zijn ook eng duur, een goede lengkengboom of rambutanboom of petee-boom brengt enige duizenden rupiahs per jaar op." "Dat vind ik een zeer aantrekkelijk denkbeeld", was het oordeel van de Novib-man. "Zet U dit op papier en dient U dat in en dan kom ik terug om het nog eens samen nader te bekij ken." Dat was natuurlijk niet zo één twee drie gedaan. Er moest eerst een stich ting opgericht worden, die er zijn schouders onder zou willen zetten. Met zorg heb ik toen, me zelf inbe grepen, een vijftal lieden bij elkaar ge bracht, die bereid waren in zee te gaan. Het zijn de volgende personen: 1. mezelf, als ik zo vrij mag zijn voorop te gaan, oud-bestuursambtenaar, dus Jan de Regelaar, 2. de heer R. M. Soetadji, ex- directeur van de hogere middelbare landbouw school alhier, dus de Piet, die zijn weetje weet, 3. de heer Yanto Widjojo, eigenaar van een prachtige kruidnagelonder neming bij DOKO, in het Wlingische, dus de Kees, die het kan en heeft, 4. de heer Moelyo, eigenaar van een heel mooie koffie onderneming in Legok, dus nog een Gijs, die het aankan en het lekkers bezit, 5. de heer Masyhur Effendi SH (SH betekent meester in de rechten) tot voor kort Dekaan van de Rechts kundige Faculteit van de Universi teit Brawidjaja, dus dat is Gerrit de linke jongen van het stelletje, ie mand die je er bij moet hebben. Toen dit vijftal de handen in elkaar geslagen had, kon er aan het ontwerp gewerkt worden, dat weldra gereed, en ingediend was. Toen kwam de heer Van Wichelen weer een kijkje nemen, kennismaken en de streek opnemen, waar we wilden werken. Met de jeep van de heer Moe lyo hebben we toen een trip langs de velden gemaakt, die we op het oog hadden en toen we van elkaar afscheid namen, beloofde de heer van Wiche len: "Heren, ik zal Uw voorstel steu nen, U hebt mij overtuigd, dat hier iets goeds voor de kleine man gedaan kan worden." En inderdaad tegen 't eind van het jaar 1977 kwam het bericht, ontwerp goed gekeurd, en we konden aan de slag gaan. Ruim zeven maanden zijn we nu aan de gang en wat hebben we be reikt in die tijd? Op de ondervolgende plaatsen planten de genoemde aantallen desalieden de na te noemen aantallen kruidnagel- en koffiebomen, die er prima bij staan. Onderdistrict (kecamatan) Doko, desa Sidoredjo, aantal mensen (planters) 45, aantal kruidnagelbomen 900; onderdis trict Wlingi, desa Ngadirenggo, aantal planters 45, aantal kruidnagelbomen 900; onderdistrict Wlingi, desa Tega- lasri, aantal planters 45, aantal kruid nagelbomen 900; onderdistrict Kedung- kandang, desa Lesanpuro, aantal plan ters 30, aantal koffie bomen 1200; on derdistrict Kedungkandang, desa Ke- dungkandang, aantal planters 30, aan tal koffie bomen 1200. 195 mensen (planters) hebben 2700 kruidnagelbo men en 2400 koffiebomen I En waaruit bestaat nu onze hulp? We geven geld om te werken, plant- materiaal, kunstmest, medicamenten tegen bestrijding van ziekten en pla gen, en tenslotte voorlichting. Voordat we met een planter in zee gaan, maken we met hem een contract ten overstaan van de Camat en met het desahoofd en de desaschrijver als getuigen, daarbij nemen wij op ons de bovenbedoelde hulp te verschaffen en de planter neemt op zich de bomen te planten en te onderhouden volgens onze instructies. Onze hulp is geen Sinterklaasfeest, maar een proces, dat over verschil lende fasen loopt. De eerste fase is, dat de man crediet krijgt om zijn eigen grond in gereedheid te brengen en de plantgaten te maken. Is dat gebeurd, dan komen we kijken en als het goed is komt dan het volgende crediet in de vorm van bibit (plantmateriaal en kunstmest). Dan komen we weer kijken en als alles goed geplant is, krijgt de man een zekere som voor onderhoud. Rapporteert hij ziekten, dan komt er terstond een mannetje van ons met de spuit ter bestrijding. Dank zij ons lid Yanto Widjojo kunnen we de kruidnagelbibit goedkooo leve ren en dank zij ons lid de heer Moe lyo kunnen we de koffiebibit voor een zeer lage prijs krijgen. Ons crediet loopt dus helemaal niet hoog op, en tenslotte moet de man zélf natuurlijk ook werken. Hij kan niet verwachten, dat de gebraden duiven hem in de mond vliegen. Voor 20 kruid nagelbomen geven we een crediet van in totaal 20.000,Rupiah en voor 40 koffiebomen 15.000,rupiah. We vra gen geen rente en verwachten de te rugbetaling pas, als de bomen in pro ductie zijn gekomen (na ca. 5 jaar). Met een inkomenverhoging van een honderd tot tweehonderd duizend ru piah is de terugbetaling van bovenbe doelde lening natuurlijk zeer licht. Toch hebben we als stok achter de deur, dat als de man niet betaalt, zijn bomen in beheer bij de desa komen, tot de le ning is afbetaald. Onze stichtinq heet "Dewi Sri", Godin van de Vruchtbaarheid, en als onze blauwe pick up de desa inrijdt, roepen de schoolkindertjes al "noenoet, noe- noet" (meerijden! meerijden!), ledereen weet, dat wij "bantuan Ne- geri Belanda" (hulp van Nederland) geven, van hoog tot laag. Aanvankelijk wilde de Bupati natuurlijk het naadje van de kous weten, maar toen het hem duidelijk was, dat we hulp geven zonder enige andere ver plichting dan als bovenvermeld, heeft hij onmiddellijk zijn "restu" (zegen) (lees verder volg. pag., 1e kol. onderaan) 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 12