VOETSTAPPEN IN'N ANDERE WERELD .1 .':l HET PAARDMENS VAN DJUNGGO "Burung Darah Long Long Ago" I.S.I.G.-AVOND IN ZURICH I Verscheidene artikelen en foto's in Moesson herinneren me aan een ver haal van een van mijn zusters over iets dat zij meemaakte gedurende de oor logsjaren op Java. Het maakte een diepe indruk op me omdat ik als kind al bang werd van kuda kèpang verto ningen. In mijn tijd vonden die plaats op straat voor ons huis op de s.f. Pur- wodadi, terwijl ik, over ons tuinhek hangend, geen oog van het schouw spel af hield. Ik herinner me levendig hoe ik angstiger werd naarmate de man (altijd een jonge man, leek mij) zich opzweepte tot hij, op zijn kuda kèpang van gedèk, voor mijn ogen scheen te veranderen in een echt paard. Hij bleef uiterlijk natuurlijk het zelfde en toch wès hij een paard ge worden, een dol paard. Na het verhaal van mijn zuster geloof ik dat er misschien meer zit achter zulke vertoningen, een soort tegemoet koming aan het oeroud verlangen van de mens af en toe te ontsnappen aan de aardse vorm, door de gestalte van een dier aan te nemen, in dit geval een sterk nobel dier, een paard. Le genden over de hele wereld, in alle culturen en samenlevingen, vertellen van mensen die op zekere tijden ver anderen in dieren, vaak bij volle maan. In 1943 woonde mijn zuster, Mea Spoelstra, met twee kinderen, een jongen van 13 en een meisje van 9, bij haar schoonouders aan het Stol- park in Malang. Haar man Joop was geïnterneerd en werkte in Sumatra aan de spoorweg. Onder deze om standigheden was het een afleiding een uitnodiging te ontvangen van een vriendin, Thyra Booberg, om een week bij haar in Djunggo te komen logeren. Djunggo ligt boven Batu, V/2 uur eerst met dokkar, dan met paard of tandu. Thyra's man Gunnar was door laag verraad aan de Kempetai overgele verd; hij stierf later in het kamp. Met haar kinderen ging mijn zuster op weg, eerst per bus naar Batu, dan ver der per dokkar en dan te paard. Onder weg, op een zeker punt, zei de koet sier van de dokkar; "Njah, bikin ké- réh", en het gezelschap moest, onzin nig als het was, een diepe buiging ma ken voor een eenzame Jappenvlag, geen Jap kilometers ver te zien. Het verblijf bij Thyra in haar mooie huis was onder de omstandigheden toch prettig. Maar op een middag kwa men de kinderen bleek en ontdaan binnen stormen, zo ontdaan dat ze er geen woord uit konden brengen. Ach ter de kinderen naar buiten rennend zagen ze vanaf het platje dat uit keek op een stoppelig djagung-veld, een man ronddraven op een kuda kèpang. Er was geen schouwspel aan de gang, er was alleen een jonge man, onge veer 20 jaar oud, die letterlijk en fi guurlijk rond galoppeerde, met de hoefslag en hinnik van een blij paard. Hij moet leren zolen gehad hebben want het veld was bezaaid met dja- gung-stoppels. Hij galoppeerde rechtop staande om de enige boom die in het veld stond heen, schurkte zich tegen de stam, deed pogingen om van de bladeren te happen, alles met rollen de ogen waarvan ze het ogenwit kon den zien, als van een schichtig paard. Het gezelschap staarde er in ontzetting naar, want 't was. zoals, een Moesson lezer eens beschreef, inderdaad "een nachtmerrie op klaarlichte dag". Het gehinnik was zo echt dat hun de haren op het hoofd rezen. Plotseling kwam een oude man ge haast aanlopen. Hijgend hield hij het paardmens bij de teugel, als een echt paard, en fluisterde hem iets in. Het "paard" vertoonde alle tekenen van blijdschap en galoppeerde opgewekt weg. "Djangan ambil marah, Njah", zei de oude man, "Zolang als het volle maan is, is hij een paard, maar ach, het is zo'n goede jongen." Nieuwsgierig vroeg mijn zuster wat hij het paard mens ingefluisterd had. "Ik zei hem dat zijn hooi in de stal klaar lag, Njah", zei de oude man een voudig. GREET GAUDREAU mini muil gegeven. Naast de bovenbedoelde hulp bij de aanplant van hoogwaardige gewassen doen we nog meer, maar ik ben bang, dat ik U ga vervelen en zal het voor lopig hierbij laten. Drs. J. B. A. F. MAYOR POLAK P.S. Eventuele vragen ben ik gaarne bereid te beantwoorden. De heer Mayor Polak is oud-assistent- resident en woont met zijn Balische echtgenote nog steeds in Malang waar hij zich zeer verdienstelijk maakt o.a. door zijn arbeid voor bovenstaand project. Red. Moesson Heeft U die single van INDRAYANI al? Gauw bestellen! Uitgebracht door Phonogram Nr. 6013 517 Op zondag 29 oktober j.l. vond in Hotel Spirgarten in Zürich-Altsteten een door de Indonesisch-Schweize- riche Interessen Gemeinschaft (I.S.I.G.) georganiseerd evenement plaats. Om 21.36 uur vertrok de T.E.E. nacht trein uit Arnhem met bestemming Zü- rich. Na aankomst reden we direct naar Hotel Spirgarten, waar de lunch om 12 uur werd opgediend. De Indone sische rijsttafel, die was bereid door Zwitserse koks, smaakte uitstekend, niets dan lof daarover. De sambalans waren een delicatesse voor oud en jong, je werd er letterlijk en figuurlijk warm van, dus makanan sedep dan enak sekali. Een extra pluimpje voor de koekjes van Conny Wolff, mijn schoonzuster. Het krontjong-orkest Suara Timur on der leiding van de Heer D. Wolff met de vocaliste Kerr Subardini was heel goed. Vooral het lied Bengawan Solo! Voor mij was het ontroerend om zo ver van mijn geboorteplaats, in Zwit serland dit dierbare lied te horen. De Bengawan Solo is een grote rivier in Midden-Java, in mijn jeugd werd er veel gevaren en gezwommen. Voor de Europeaan is de schone blaue Donau, voor de Javaan de Bengawan Solo de meest bezongen rivier. Het angklung-orkest onder leiding van de Heer R. Wilopo, was voor de Zwit sers iets geheel nieuws. Tenslotte werd er een Pentjak Silat uitvoering gegeven, waarvan de pentjak-goeroe de Heer Turpijn de leiding had. De I.S.I.G. kan terugzien op een zeer geslaagde avond, waarover iedereen, ook mijn Zwitserse familie vol lof was. Bijzondere hulde voor de organisatie van dit cultureel contact tussen Zwit serland en Indonesië verdient de ini tiatiefnemer de Heer K. W. Gligoor. E.W. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 13