DE ST. THERESIASCHOOL IN SURABAyA ft y->sXs''^''" door W. E. GRASHUIS In het begin van de twintiger jaren werd in Surabaya de nieuwe woonwijk Ketabang gebouwd. Deze nieuwe wijk moest voorzien in een behoefte tot beter wonen van "gegoe de" Indische gezinnen in de oude wijken zoals Sulung, Bunguran, Gatotan e.d.... Mijn ouders verhuisden op de 24e december 1924 van de woning van mijn grootmoeder Aurelie Clelie Blaney Davidson-Perret in Sulung GG III no. 23, het geboortehuis van mij, mijn jongere broer Koos en jongere zuster Els, naar de Seroeniestraat no. 35 op Ketabang, waar mijn vader een nieuw huis had laten bouwen. Toen wij in Sulung woonden, gingen wij bij de Zusters Ursulinen op Ke pandjen op de Fröbel- en de eerste klassen der Lagere School omdat wij katholiek zijn. Maar toen wij verhuisd waren naar Ketabang moesten mijn broer Fred, mijn jongere broer Koos en ik iedere dag met de dokkar naar de Broeder school aan de Coenboulevard. En zondags moesten mijn ouders kie zen tussen Kepandjen en de Coenbou levard om naar de kerk te gaan. Zo ontstond onder de katholieken van Ketabang het verlangen om een eigen parochie met een eigen kerk en scho len te stichten. De woorden werden in daden omgezet en zo werd, naar ik meen, in 1928, begonnen met de bouw van een school op een terrein, dat uitermate gunstig lag ten opzichte van de wijken Keta bang, Patjarkeling en Tambaksari de driesprong van Sandickstraat en Am- benganweg. Maar men wachtte niet tot deze nieu we school klaar zou zijn en huurde in de Kemoeningweg een woonhuis, dat ingericht werd tot noodschool, een la gere school tot en met de 5e klasse Mijn ouders haalden Koos, mijn jon gere broer, en mij van de Broeder school aan de Coenboulevard en plaatsten ons op dit schooltje. Mijn vrienden en vriendinnen van het eerste uur op deze school waren Ta- vie Toorop, Arnold Damwijk, Karei Kops, Irma Marinussen en Gijsje Njoo. Hoofdonderwijzeres was mevrouw Krul, een strenge maar sympathieke dame met een gouden brilletje op haar neus en die haar Fordauto zelf bestuurde, wat toen nog een unicum was. Zij werd bijgestaan door de ge zusters Vermeulen en een fröbelon derwijzeres. Maar een jaar later was de mooie nieuwe school gereed en kon hij feestelijk in gebruik worden genomen met het begin van het nieuwe school jaar. De school werd gedoopt en kreeg de naam "St. Theresiaschool". Het complex omvatte het hoofdgebouw, waar de zeven klassen van de lagere school werden ondergebracht, dan een pendopo, die gebruikt werd als gym- nastiekloods als het regende en naast de pendopo de fröbelschool, die op Zon- en feestdagen ook als hulpkerk werd gebruikt. Aan de andere kant van het hoofdge bouw waren de fietsènloods, de toilet ten en het huis van de "sekolah". Later werden op het terrein nog de St. Gabriëlschool en de St. Melaniapoli- kliniek gebouwd en pas na de oorlog werd de grote Christus Koning kerk gebouwd. Maar toen, in onze tijd, lag het terrein .naast de school nog geheel braak en gebruikten wij het als voetbalveld. Ik kan ze nog voor de geest halen, al de vrienden van toen, allemaal aparte persoonlijkheden, hidalgo's, leftrap pers, bouwmakers met hun aparte taal tje. Voldeed je in enig opzicht niet, dan was je "te dun" of "Wah bako jij!" Zie ze lopen met hun driekwart lange korte broeken of korte lange broeken. "Stetsonhat" dragers waren Tavie Too rop, Tjet Smeets en de gebroeders Donleben. Zelfs onder het voetballen werden de Stetsons niet afgezet. Tjet Smeets speelde altijd back en als de tegenpartij een voorzet gaf, die in zijn nabijheid terechtkwam, maakte hij een luchtsprong a la pentjak lontong, schreeuwde "Leeeeeeegooooooo!" en nam zijn hoed in de hand even voor dat hij de bal wegkopte. "Goejemoge" wat een type was dat! Waar zijn ze gebleven, al mijn vrien den en vriendinnen uit die tijd:: Karei Kops, Tavie Toorop, Theo Severijns, de gebroeders Donleben, Tjet Smeets en zijn zuster Jeanne, Deetje, Jeanne en Fred van der Hoeven, Otto en Lili Damwijk, Klaring, de gezusters Brod- haag, Aaltje en Ollie Olmeyer, Nora Nix, Ciska van Gaasbeek, Juultje Pie- rie, Bea Bastiaans en haar zuster, Boed en Rein Pattynama, Gijsje en Caspar Njoo, Irma Marinussen, Magda Crowferd, de de la Combee's en de Theuvenets, ach, allemaal namen, die door je hoofd gaan. Mocht een van hen dit epistel lezen: het is bedoeld als een ode aan die episode uit onze unieke jeugd in Indië. Bekijken wij de foto, dan zien we rechts achterste rij mevrouw Krul staan met op de achtergrond haar Fordauto. De foto werd genomen voor de 7e klasse. Gaan we iets naar links dan zien we het drietal: Donleben, Rein Pattynama en Tjet Smeets met voor hen pastoor Bruno van de pa rochie Kepandjen. De pastoor met het brilletje op is de vlootaalmoezenier pastoor Litjens. Boven de mijter van Sinterklaas staan Tavie Toorop, Otto Damwijk en met de stijle haren Kla- 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 20