K /f. MOESSON ook wil ik mijn waardering uitspre ken over uw blad, kijk er steeds weer naar uit. De (nieuw) gekozen naam heeft voor mij aan waarde gewonnen, toen ik wat dieper nadacht over de regels eronder: Onafhankelijk. Moes son is net zo onafhankelijk als de moesson-regens, die komen ook of het naar je zin is of niet. Mag uw devies in lengte van dagen voortgang vinden. Een verademing een blad van mensen en niet van stickers. JOYCE C. R. VISSER LOGEERADRESSEN Wij, mijn echtgenote en ik en een tweede echtpaar, hebben in de maand oktober j.l. een prachtige reis door In donesië gemaakt. Gelukkig was ik voorafgaande aan de reis door een kennis gewezen op de advertenties in Uw blad voor pensions in Indonesië. De door ons bezochte pensions zowel in Surabaya, Malang en Yogyakarta hebben meer dan aan de verwachtin gen voldaan De enige tegenvaller was een adres in Bandung waarmee ook vooraf ge correspondeerd was, Jl. Juanda K.P.M. Pengkok 35, Dago. De letters K.P.M. staan namelijk voor Kampong. Het huis staat midden in de kampong en is niet met een voertuig te bereiken. De bijzondere gastvrijheid die wij op alle adressen ondervonden heeft onze reis tot iets unieks gemaakt. A. W. G. ESSERS TJIOEMBOELOEIT en TJIOEMBOELEUIT Hetgeen de heer J. R. van Delden (Moesson van 15 nov.) vermeldt terza ke van de naam Tjioemboeleuit, noopt mij tot de volgende opmerkingen. Zijn stelling dat oemboe komt van iboe (moeder) is nergens op geba seerd. Iboe is het lemes woord van indoeng. De woordenboeken van Coolsma (beide in mijn bezit) noemen omboe niet. De mening van de heer Van Delden dat de lettergreep oem eigenlijk een voorvoegsel is en zeer gebruikelijk is in de Soendanese taal, is zonder meer onjuist. Terzake citeer ik hieronder het geen omtrent het invoegsel oem is ver meld op blz. 42 en 43 van "De Soen- daneesche Taalcursus" door L. A. Le zer, 2e druk, Bandoeng, 1931 (met me dewerking van L. Borst en G. Verwer; voorwoord van prof. Bezemer): 26 "Het invoegsel oem. Dit invoegsel, dat niet veel voorkomt, wordt achter de eerste letter van het stamwoord geplaatst. De voornaamste betekenissen zijn: 1e. dient het ter vervanging van het ge wone bedrijvende werkwoord wan neer men de betekenis daarvan wil verzachten, dus vooral wanneer men zich enigszins verontschuldi gen wil. Bijv. ngadeuheus L. voor een meerdere verschijnen, doemeu- heus id. (op verontschuldigende toon). Ngarasa K. ngaraos L. roe- masa, roemaos gevoelen, proe ven, smaken, bewust zijn van. Noe mawi abdi doemeuheus, nja èta de reden, dat ik tot U kom, is... Abdi roemaos lepat ik gevoel verkeerd gedaan te hebben. 2e. duidt het op een aangehouden werking, bijv. seblak ontstellen, soemeblak ontsteld zijn (gedu rende eenigen tijd). 3e. Zich voordoen als, zich moeite ge ven om (bijv. mooi) te schijnen. Bijv. geulis mooi (van een vrouw), kasèp mooi (van een man), goemeulis en koemasèp zich trachten mooi te maken, zich oppronken." Tot zover Lezer. Volgens Coolsma is een van de bete kenissen van oemboel (moemboel): op stijgen (ook zoals rook en schuim). Dit leidt tot mijn opvatting dat de naam dient te worden gespeld: Tjioemboel- leuit (twee maal de letter I), terwijl de betekenis er van is: het water dat op welt bij de rijstschuur, zoals mevrouw E. M. Posthumus-Kampman ten rechte vermeldt. De naam Tjioemboeloeit is m i. een door de Blanda's in het leven geroe pen verbastering. De Soendanees be zigt deze verbastering niet; in zijn be naming zijn duidelijk de drie woorden tji, oemboel en leuit te onderkennen. Ik weet dit uit ondervinding, aangezien ik gedurende drie maanden op Tjioem- boelleuit heb gewoond. Het zal de heer Van Delden wellicht interesseren te vernemen, dat ik in hèt jappenkamp (Bandung en Tjimahi) langdurig les heb gehad in de Ipoenda- nese taal van pastoor Scharff, die vóór zijn internering Tjimahi als standplaats had. Deze grote kenner van deze taal heeft de Catechismus vertaald en de vertaling van het Nieuwe Testament van Coolsma omgezet in meer modern Soendanees. Scharff sprak deze taal bovendien vloeiend. Hij heeft eens gedurende drie maanden in een kam pong bij Tasikmalaja gewoond en sprak in deze oefenperiode niet anders dan Soendanees. Naar ik heb vernomen is mijn oude leermeester enkele jaren ge leden te Tjimahi gestorven. Ik bewaar goede herinneringen aan deze sympa thieke en interessante figuur. Dr. Mr. H. F. W. LUIKING (discussie Tjioemboeloeit gesloten) OUD-SEMARANG: MAURICE WOLFF Mevrouw F. M. Buiskool-Verboom te Naaldwijk meende in een brief van 27 november dat ik mij in Moesson no. 8 (deze rubriek) vergist had door te vermelden dat Maurice Wolff hoeden, schoenen en kleren verkocht. Het was een juwelierszaak. Ik wist één ding zeker: dat mijn ouders die kleding enz. kochten bij een Franse zaak en dat de eigenaar Maurice heet te. Ik liet Bodjong, Semarangs hoofd straat, aan mijn geestesoog passeren. En plotseling wist ik het weer: Er wa ren twee Maurice's, beiden vermoede lijk streekgenoten uit Elzas-Lotharin- gen. Maurice Wolff, de juwelier Qa, mevr. Buiskool, u had gelijk) en Maurice OSS, de kledingzaak. In die brief noemde deze dame ook nog Toko Spiegel, inderdaad een wa renhuis, waar wij huishoudelijke zaken opdeden en Zickel herinner ik mij ook, evenals juwelier Ohlenroth. Dan was er ook op Bodjong gevestigd de firma Meta Crull, ten minste in de dertiger jaren, ook een modezaak. Deze drie laatstgenoemde zaken vermoedelijk (M.C. zeker) van Duitse origine. Ik her inner me een mooi biscuit beeldje van een zittend balletdanseresje, dat we Mitzi noemden, bij Spiegel gekocht. En eveneens vazen van Boheems kristal. Die zaak had altijd de laatste snufjes. Toen mijn boek "Het Bergkoninginne- tje" verscheen, no. 5 in de rij, kreeg ik (in 1935) van mijn moeder en broer Jan een gouden horloge met de in scriptie BK 5 en de datum. Ik denk dat zij dit kochten bij Maurice Wolff! Ik ben blij dat ik dit even recht heb kunnen zetten. EMS I. H. VAN SOEST BANDENG N.a.v. het zeer interessante stuk van Plantersvrouw, Moesson van 15 nov.: 1. Inderdaad wordt de bandeng alleen maar in zee geboren als nènèr, die men lokt naar, niet ver van de kust, in zee geplaatste alang alang, oude pisang of oude klapperbladeren. De nènèr, die zich daar verzameld heeft, wordt dan met schepnetjes gevangen en aan de empang-eige- naren verkocht. In de empangs kun nen ze verder groeien tot ze de geschikte consumptie-grootte heb ben bereikt. En dan: slamat makan, maar awas die vele graten! 2. wat de naam blanak betekent, weet ik helaas niet. Maar in elk geval niet droog klapperblad. Want blarah droog klapperblad. -3. Goerih is in het Nederlands smeuig. O. H. KILIAAN

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 26