n ermnerutcjen 3Cetjil (XII) Drie maal Kerst in Indië. Drie keer heb ik Kerstmis in Indië meegemaakt en wel onder zeer ver schillende omstandigheden en sferen De eerste Kerst was in het Batavia van 1946. In de overvolle KW lll- school zat ik op m'n veldbed verveeld te wachten op de uitreiking van de veel besproken Kerstpakketten. Buiten de nodige kerstdiensten was dat het eni ge kerstgebeuren van die dagen. De menselijke nieuwsgierigheid in me, die altijd naar boven komt en voor een passend sfeertje zorgt wanneer ik iets krijg waarvan ik de inhoud niet ken en weet, was door een paar verwoede pasargangers uitgeschakeld. De in houd was me bekend. De pasargangers hadden me namelijk een week voor de uitreiking van de pakketten deelgenoot gemaakt van hun sensationele ont dekking dat de Kerstpakketten althans de inhoud daarvan te koop lag op de Pasar Baroe. Voor mij was de lol er wel af maar desondanks was ik na tuurlijk ontzettend blij met m'n pakket. Kerst '46 zei me niet veel. De kerst dagen waren voor mij niet meer dan een paar roodgekleurde cijfers op een kalender: ze vielen alleen op door het anders zijn. Dat de Kerst me niet veel zei lag uiter aard aan me zelf. Ik heb nu eenmaal een aangeboren hekel aan alles wat in massa wordt gepleegd, zelfs feesten. Ik ben meer voor het beslotene, dat van "ouwe jongens onder elkaar". Daarom zei Kerst '47 me veel en veel meer. Dat was een peloton gebeuren. Een onder onsje zogezead. De kerst dagen werden in gepaste gezelligheid doorgebracht in de kantine van ons kampement bij het vliegveld van Tasik- malaja. Geen hapklare feesten maar alles met doe-het-zelf tot stand gebracht. De eerste kerstdag stond in het teken van de ingetogenheid door een kerstver haal en een optreden van het "Groot Mannenkoor" uit het peloton. Op twee man na, die de wacht moesten op knappen was iedereen ingezet in het koor. En zo werd het ene kerstlied na het andere de tropenavond ingezon gen. De laatste regel van een van de kerstliederen die we zongen is me al tijd bij gebleven. Dat was de regel "Haast u naar Bethlehem". Bij het na deren van deze regel zag je de ge zichten met een grijns veranderen en veranderde het "Haast u naar Bethle hem" in "Haast u naar bed met hem". Zeer ongepast natuurlijk, maar wat verwacht u van jonge jongens onder elkaar. De tweede kerstdag stond in het teken van uitbundigheid met 's avonds cabaret. Met zes man hadden we de cabaret- klus op ons genomen. Een lokaaltje van de kampongschool, buiten gehoor afstand van ons toekomstig publiek, gebruikten we als repetitielokaal. Door een paar maanden van enthousiast repeteren stond er op tweede kerst avond een programma op de planken zo gevarieerd dat de gevarieerdheid in de kerstballen er jaloers op kon zijn. We brachten: Sketches, geheel en gedeeltelijk zelf gemaakt; een smartlappenzanger met piano begeleiding; en de topper van de CHRISTMAS CAROL Proberen we niet allemaal met Kerst mis elkaar verhaaltjes te vertellen? Christmas Carols? Ik zal proberen de mijne te vertellen. Een blij Kerstverhaal is het niet. Troosteloos en grauw, net als de mees te winterdagen. Maar ik heb het verdiend, want sprong mijn hart niet blij op, toen mijn man vertelde, dat we zouden vertrekken, dat we Kerstmis "thuis" zouden vie ren. "Thuis" betekende voor hem Holland en ik wist niet hoe dat thuis er uit zou zien. Ik had natuurlijk wel foto's ge zien. Een nette pronkerige kamer met een vrouw opgedirkt in mooie zon dagse kleren, een plichtmatige glim lach voor haar zoon in het verre Indië, die daar getrouwd was met een meisje van het land. De reis op de "Oranje" was één sprookje met overdadige maaltijden, luxe hut, een zwembad en danspartij tjes 's avonds. De welvaartsberg bedwelmde me en avond: drie jongens met een gitaar de Tiga Tani Tani. Een zeer toepasselijke naam want we konden moeilijk in de landelijke omgeving van Tasik met de Havenzangers ten tonele verschijnen. We stonden voor niets. Er werd zelfs een thriller gebracht waar de dertig toeschouwers bij betrokken werden. Op een strookje papier kon het geëerd publiek de naam van de ervoor in aan merking komende moordenaar uit de thriller noteren. De goede oplossing werd beloond met een taart welke geschonken was door een bevriende Chinees uit Tasikmalaja. Wij artiesten prezen ons gelukkig niet voor de taart in aanmerking te komen. Je weet maar nooit wat er in zo'n taart verwerkt is. We waren als de dood voor een voedselvergiftiging. Om het gezellig te houden: De gelukkige win naar is nog steeds kerngezond en ge lukkig. in Bantam werd de Kerst van '48 doorgeworsteld. Het waren lange dagen voor ons met korte legeropdrachten. Eerste kerstdag: Via Serang naar Tji- legon. Tweede kerstdag: vanuit Tjilegon de weg vrijmaken naar Merak en terug keren naar Tjilegon. Een eindeloos gemartel met het weg slepen van bomen en gaten dichten in de weg. De enkeling die het "prettig kerstfeest" in de mond neemt wordt afgesnauwd met "de zenuwen voor je". Laat in de middag is Merak bereikt. Geen sterveling te bekennen. Allen in een overhaaste vlucht verdwenen. Het kielzog van een paar vluchtende sche pen gaat al weer over in dejspiegel- gladde zee voor Merak. Niets beweegt meer. Het is doodstil om je heen. En dan komt er maar een gedachte in je op: "Het is weer even vrede op aarde". J. BLOKKER ik at me vol aan de rijstebreirand. Ik keek er niet overheen, genoot van de zorgeloze dagen die ons dichterbij Holland brachten. In Singapore gingen we even aan land en we kochten cadeautjes voor de ver re familieleden in de grote verlichte warenhuizen, waar van alles te koop was. Ik betastte aarzelend een levensgrote pop aangekleed als Santa Claus met een zwart gezicht en gaf een gilletje van schrik toen de pop bleek te leven en opeens begon te lopen. Ze waren er neergezet om op te letten of er niet gestolen werd. Ik wilde de eerste "witte" Kerst echt beleven. Dus toen in Engeland de eer ste. sneeuw op het dek viel, rende ik naar buiten en viel prompt op m'n neus. Ik was blij dat het sneeuwde, voelde geen kou in mijn eigengebreide vestje. De indische warmte zat nog in mijn hart. Bij aankomst in Holland ging de huis deur open en ze stak de armen uit naar het kind. Ik stond er met lege handen. De zoon werd luidruchtig be groet. Zwagers klopten op zijn schou ders. "Ze ziet er niet eens zo erg Indisch uit," was dan het zogenaamde com pliment voor mij. Ik slikte, probeerde mee te doen, maar ergens schrijnde de pijn. Binnen stond de Kerstboom, groen met schitter- lichtjes en witte watten sneeuw. Ik dacht aan de Kerstboom thuis in In dië, hoe mijn vader hem een avond te voren klaar maakte met heel veel witte watten", want in Holland ligt er dan sneeuw", zei hij. En hier stond dan de eerste Hollandse Kerstboom, die ik zag met witte watten sneeuw. Buiten was het koud, de sneeuw smolt onder je schoenen en er waaide een wind, dwars door je heen. De wind, nam mijn Indische warmte mee. Ach, het viel wel mee, ik zag er niet zo Indisch uit! E.P. 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 32