De Overlandpost door Dr. H. J. de Graaf Reizigers die gebruik maakten van de overlandroute en die iets van Egypte wilden zien, maakten gebruik van "het schip van de woestijn". Zij heeft maar een goede dertig jaar geduurd, die overlandpost, om precies te zijn, van 1837 tot 1869. Het was een tussenschakel tussen de vaart om de Kaap en die door het Suez-kanaal, en toch is zij van enige betekenis geweest. Veel had het te maken met het oude wonderland Egypte, dat juist in die periode zich in een vrij achterlijke en treurige toestand bevond. Zo althans beschrijven het de reizigers, die het in die tijd bezochten. Het was echter aan het ontwaken. Napoleon had het kort voor het einde der voorafgaande eeuw ruw wakker ge schud, het was daardoor in beweging gekomen. Het feit, dat de grote veroveraar via het Nijlland Indië had trachten te bereiken, had Europa er met de neus op gedrukt, dat over dit oude land de korste weg naar het verre Indië lag. Maar, de landengte van Suez sloot de Middellandse zee van de Rode zee af, en de laat ste golf, of zee-arm hadden de Arabieren steeds min of meer als hun particuliere vijver beschouwd, waarin de kafirs of ongelovigen niet geduld werden. Maar de stoomboot konden zij er niet meer uit weren. Reeds in vorige tijden waren wel eens brieven of reizigers via het nabije Oosten Indië-waarts gegaan, maar dit waren uitzonderingen b.v. de Nederlandse reiger. De bijdrage van onze medewer ker Dr. H. J. de Graaf, kwam juist te gelegener tijd. Immers, het feuilleton van Johan Fabricius, waarvan de tweede aflevering in dit nummer van Moesson ver schijnt, speelt zich voor een groot deel af op de overland-rou te, die voor de opening van het Suez-kanaal gebruikt werd. Na lezing van dit artikel, waarin Dr. de Graaf de historische omstan digheden waaronder deze route tot stand kwam en de gevolgen ervan voor Indië, behandelt, zal men het feuilleton van iohan Fabricius nog beter kunnen be grijpen en waarderen - Red. Doch in de 19e eeuw, de tijd der grote uitvindingen: stoommachine, stoomwa gen, stoomboot, kende de Europese zucht tot expansie geen grenzen meer. De eerste Europeaan, die de route Eu- ropa-lndië via Egypte poogde op gang te brengen was de Engelse luitenant Thomas Waghorn. Reeds in de jaren 1829-'30 had hij over Egypte een reis van Londen naar Bombay gemaakt en wel in veertig en een halve dag. Daar hij blijkbaar niet de kunst der reclame verstond, bleef deze bijzondere pres tatie bijna onopgemerkt. Maar in de maand januari van het jaar 1835 had hij tot verschillende vooraanstaande personen en belangrijke firma's, die met het Oosten te maken hadden, een rondschrijven gericht, meldende, dat hij van plan was op 5 januari van dat jaar van Londen te vertrekken, Fal mouth aandoen en met de postboot naar Malta reizen. Vandaar zou hij naar Alexandrië reizen en over land Suez bereiken. Daar hoopte hij scheepsge legenheid naar Bombay te vinden. Naar hij verwachtte, zou de reis Lon- den-Bombay in een 70 dagen kunnen volbracht worden. Alle brieven, die men hem wilde toevertrouwen, zou hij daar op het postkantoor bezorgen. Voor elke brief verlangde hij vijf (ou derwetse) shillings... In november van dat jaar hoopte hij de terugreis naar Old England te ondernemen, weer be laden met poststukken. Dat zou hij dan ieder jaar doen en hij heeft het inder daad ook enige jaren volbracht. Dat was dus een brievenpost van twee keer per jaar. Blijkbaar is het een suc ces geworden, ook financieel, want anders had hij het zeker niet voortge zet. Op die reizen maakte hij ook ken nis met de Franse consul in Alexandrië, Ferdinand de Lesseps, met wie hij over de verbindingen tussen West en Oost heeft gesproken, en ook over de wen selijkheid van een kanaal door de landengte van Suez. In zekere zin is Waghorn dus als een voorloper van de grote kanaalgraver te beschouwen en de Lesseps heeft dit ook erkend, door aan de ingang van het Kanaal, te Suez een borstbeeld voor hem op te richten, met een zeer waarderend opschrift. Echter, deze baanbreker was intussen in 1850 arm en miskend te Londen ge storven. In geen geval zou Engeland het initiatief nemen tot het graven van een kanaal door de landengte. Deze eer bleef aan Frankrijk beschoren. Wel heeft Waghorn's initiatief er toe geleid, dat het Britse Gouvernement zijn spoor volgde. Het sloot contracten met de Peninsular Oriental Steam Navigation Company voor een regelmatig post vervoer. Deze maatschappij had in derdaad in 1840 een dienst op Alexan drië geopend, weldra gevolgd door een aansluitende dienst van Suez naar Cal cutta, destijds de hoofdstad van Brits- Indië. Doch wat het postvervoer door Egypte betrof, dit bleef aan Waghorn toevertrouwd en na 1838 droegen de postzakken dan ook het opschrift "Ca re of Mr. Waghorn". Weldra maakten ook haast hebbende reizigers van deze vervoergelegenheid gebruik, de delta en de woestijn trot serende. Het was maar een paar hon derd kilometer. In het begin moest men het "schip der woestijn" bestijgen, doch op den duur verzorgden diligen ces de verbinding tussen Alexandrië en Suez. In april 1848 reed de repa triërende zendingsinspecteur, ds. L. J. van Rhijn van Suez naar Kaïro op de rug van een kameel, dwars door de woestijn "naar echt Oosterschen stijl" en kwam zeer vermoeid en bestoven daar aan, om negen dagen later zich in Boelak, de haven van Kaïro op een stoombootje in te schepen, dat hem langs een der delta-armen naar Alex andrië bracht, waar hem een boot van de Oostenrijkse mail afwachtte. Die rei zen hadden dus wel hun bezwaren, maar ze duurden maanden korter dan de traditionele vaart om de Kaap. Het is echter te begrijpen, dat deze kortere verbinding voor het vrachtvervoer nau welijks van enige betekenis was. Het wachten was op het Kanaal. Het spreekt vanzelf, dat het postverkeer niet bij Calcutta ophield. De P. O. lijn breidde haar verkeersnet over Sin gapore tot China uit, later zelfs tot Japan, en aldus werd ook Singapore ingeschakeld, waar de post van en naar Nederlands Oost-lndië kwam. Ons Indisch Gouvernement sloot met de Britse posterijen contracten ten einde de post van en voor Europa vip Singa pore te verzenden. Zo'n brief via Sin gapore-Suez kostte een 2,maar er moest dan ook een etiket met het opschrift "Landmail" op worden ge plakt. Weldra kwam ook een regeling tot stand voor vervoer via Marseille of Triëst, wat korter was. In 1854 werd het posttarief tot 1,verlaagd en de verzending geschiedde twee maal 's- maands. Er voer een speciaal vaartuig tussen Singapore en Batavia, dat van de Engelse firma Messrs. Maclain Wat son uitging. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 16