BIJDRAGEN TOT EEN KENSCHETS
ANTWOORD AAN DE VIJAND99 (1942)
I.llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Van Starkenborgh verloor zijn geloof in de uiteindelijke overwinning niet.
In het middelpunt van de "Bijdrage tot een kenschets" van de laatste landvoogd
in Nederlands Indië (zie de aankondiging in ons nummer van 1 maart) staat het
"Antwoord aan de vijand" van Van Starkenborgh, uitgegeven door prof Van
der Wal. Wat behelst dit document, dat tot dusver slechts in kleine kring be
kend was, maar nu toegankelijk is gemaakt voor een ruimer publiek?
bezochten. De collecte die de volgen
de dag werd gehouden bracht ruim
12.000,— op.
In Bronbeek leven de oud-KNIL-ers te
midden van voorwerpen uit Indonesië,
Nieuw-Guinea en de West, schilde
rijen, antiek, oorlogstuig als indertijd
buitgemaakte monsterkanonnen, vaan
dels en relikwieën als sabels, unifor
men en medailles van reeds lang tot
stof vergane officieren. Er komen per
jaar ca. 15.0000 mensen kijken naar
deze unieke collectie. Deze mensen
vervullen een belangrijke functie, na
melijk het contact tussen bewoners en
de buitenwereld. Vele van de oud-
gasten zijn namelijk altijd wel te vinden
voor het vertellen van sterke verhalen
"van vroeger in Indië". De Bronbekers
voelen zich "senang" temidden van
oude kameraden, met wie ze in het
Maleis kunnen praten over het vroe
gere Nederlands-lndië. Vaak lopen ze
nog in hun schitterende, ouderwetse
uniformen. Dit is echter geen verplich
ting. Het eten is aangepast aan de
smaak van de inwoners, dikwijls In
dische gerechten.
Ik ben niet uitvoerig ingegaan op dat
gene wat er in het museum allemaal te
zien is, want hierover kunt u lezen in
de keurig verzorgde brochure "Mu
seum Bronbeek Arnhem", die te koop
is in het museum en zeer zeker de
moeite waard is om aan te schaffen
als handleiding bij het bekijken van
alles wat er te zien is. Het museum is
zelfs een bezoek waard voor mensen
die niet veel van militaire zaken af
weten, omdat ook een expositie ge
geven. wordt van nijverheidsartikelen.
Het geheel ademt een heel bijzondere
sfeer. Iets zeer aparts, wat geen enkel
museum kent, is het mondelinge con
tact dat met de inwoners van Bronbeek
gelegd kan worden en waarover ik het
reeds heb gehad.
Laten we hopen dat Bronbeek nog een
lang leven beschoren zal zijn, al was
het alleen als museum, lang nadat de
laatste Bronbeker gestorven zal zijn...
Geraadpleegde literatuur
1. Bronbeek Museum, Ede, zonder jaar;
2. Egmond, J. van, Voormaals en he
den, Album van Arnhem's omstreken,
Arnhem ca. 1859, blz. 1 -3, Bronbeek;
3. Markus, A., Arnhem omstreeks het
midden der vorige eeuw, Arnhem,
1907, blz. 501;
4. Stempher, A. S., Nog 's sjouwen
door oud Arnhem, Arnhem 1969, blz.
123.;
5. D. J. v.d. Ven, Ons mooie Gelder
land, Amsterdam 1923, blz. 134-139;
6. Haagsche Courant, Diverse knip
sels; 7. Het Vaderland, Diverse knip
sels.
Na zijn gevangenneming in 1942 kreeg
de landvoogd van de Japanse usurpa
tors opdracht - of bevel - om "naar
waarheid" een overzicht op te stellen
van "de belangrijkste politieke en di
plomatieke kwesties van 1939 tot nu
(mei 1942) in het bijzonder de herinne
ringen aan het verloop der betrekkin
gen tussen Japan en Nederlands Indië"
en over zijn "inzichten daarna betref
fende den oorlog in Groot Azië en den
tweeden wereldoorlog".
De landvoogd voldeed aan deze op
dracht. Het stuk is gedateerd Batavia,
juni 1942. Het bevat de visie van de
landvoogd op de ontwikkeling van de
betrekkingen met Japan in de laatste
periode van de vrede en ook zijn ver
wachtingen wat betreft het verder ver
loop van de oorlog. Het zal zijn Japan
se lastgevers weinig genoegen hebben
gedaan dat Van Starkenborgh ook in
die donkerste dagen van de oorlog
geen ogenblik twijfelde aan de uitein
delijke overwinning van de geallieer
den en dat ook rechtuit zei. Wij nemen
uit de slotparagraaf van zijn brief
aan de vijand een en ander over:
"De oorlog in Oost-Azië en die in Eu
ropa, ofschoon territoriaal zonder on
derling verband gevoerd, staan tot el
kaar in vanzelfsprekende samenhang.
Zonder den oorlog in Europa zouden
voorname staatkundige, militaire en
maritieme mogelijkheden en bereke
ningen die tot den strijd in Oost-Azië
geleid hebben, zich niet hebben voor
gedaan en zou deze strijd wellicht niet
zijn onstaan. Ook het verder verloop
van den Europeeschen oorlog zal
noodwendig de ontwikkeling van den
Oost-Aziatischen strijd blijven beïn
vloeden, al ware het slechts omdat de
mate van krachtsontwikkeling van En
geland en Amerika in Oost-Azië me
de afhankelijk is van hun succes of
tegenslagen in Europa.
Ondergeteekende blijft de overtuiging
toegedaan, dat de Europeesche strijd
uiteindelijk niet anders dan ongunstig
voor Duitschland verloopen kan sinds
de Russische legers de Duitsche blij
ken te kunnen weerstaan. Er staat een
zoodanig overwicht aan menschen en
hulpbronnen van alle soort aan de zij
de der Gallieerden, dat zij in staat
moeten zijn Duitschland met Italië tot
volstrekte uitputting te brengen en
nog zeer aanzienlijke, in tijdsverloop
toenemende, strijdkrachten tegen Ja
pan in te zetten.
De aanvankelijke, met sterke organisa
tie en opmerkelijke stootkracht verkre
gen, Japansche successen behoeft men
in hun strategische en internationaal-
politieke beteekenis geenszins te on
derschatten om het inzicht te behou
den, dat de potentieele, allengs tot re
aliteit zich ontplooiende, Engelsch-
Amerikaansche krachtsinspanning het
overwicht ook op het Oost-Aziatisch
strijdtooneel ten slotte aan die zijde
brengen zal. Indien de strijd aldaar
langer dan in Europa duren mocht, zul
len de werkelijke machtsverhoudingen
in Azië zich des te sneller manifestee
ren kunnen.
Dat het Britsche Rijk, Amerika of Chi
na bereid zouden zijn den oorlog te
beëindigen alvorens hun krachten tot
volle gelding gekomen zijn en dat een
vrede zou gesloten worden op den
grondslag van de Duitsche veroverin
gen in Europa en de Japansche suc
cessen in Oost-Azië, komt onderge
teekende niet aannemelijk voor. Hij
blijft dus de verwachting koesteren,
dat de wensch, die bij hem als goed
vaderlander vanzelfsprekend is, in ver
vulling zal gaan en aan het einde van
deze ontzettende wereldramp een vrij
Nederland herrijzen zal, wederom in
staatkundige eenheid met Indië ver
bonden.
Als goed wereldburger blijft hij tevens
oprecht verlangen, dat het doenlijk
moge blijken na zooveel oorlog en
nameloos lijden soluties in te leiden,
die een alom meer bevredigende inter
nationale samenleving het aanzien ge
ven zullen. Ondanks de indrukwekken
de moeilijkheden, die in den weg zullen
staan, mag een poging in die richting
niet achterwege blijven.
Sinds 9 Maart j.l. is de ontwikkeling
van zaken odg. onbekend. Zijn ver
wachtingen nopens den afloop van den
wereldstrijd kunnen zich derhalve al
leen baseeren op vóór dien datum ver
worven inzichten."
VAN JHR. MR. A. W. L. TJARDA VAN STARKENBORGH STACHOUWER
f 27,50 plus porto 1,70
BOEKHANDEL MOESSON
telefoon 070 - 54 55 00
15