Indonesië na "Kenop 15" I J. G.YSSEL DE SCHEPPER I ALLE VERZEKERINGEN 1 De gevolgen van de devaluatie en vrees voor communistische expansie. Een medewerker in Indonesië schrijft ons het volgende over de gevolgen van de devaluatie in november en de indruk, die de recente uitbreiding van de sovjet- Russische invloedssfeer in Indonesië maken. De devaluatie heeft tot dusver niet geleid tot uitbreiding van de export; de vrees voor het communisme neemt toe nu de Ver. Staten niet in staat blijken te zijn, het opdringend communisme in toom te houden. Wij laten nu onze medewerker aan het woord. In "Merdeka" van 23 februari j.l. las ik, dat de Hr. Abdul Latief, voorzitter van de Verg. van Exporteurs, van me ning is, dat de monetaire maatregelen van 15 november anno passato, meer bekend onder het acroniem "Kenop 15" (Keputusan Nopember 15), die hoofdzakelijk bedoeld waren ter sti mulering van de export, tot dusverre niet tot het beoogde doel geleid heb ben. De export is niet toegenomen, zegt hij. En enige tijd geleden verklaar de een andere autoriteit - ik kan me niet meer herinneren wie - dat instede van de export, de import toegenomen was. De Hr. Latief meent dat de oor zaak van de teleurstellende weerklank van "Kenop 15" op exportgebied voornamelijk te wijten is aan de onsta biliteit in de geproduceerde kwaliteit. Een buitenlandse textiel-expert ver klaarde tijdens een bijeenkomst van textielproducenten niet zo lang ge leden, dat men in de welvaartslanden in de eerste plaats niet op de prijzen let als wel op de kwaliteit der te im porteren goederen. Dat lijkt, zo gezien, een beleefde om schrijving van hetzelfde euvel, onsta biliteit van de geproduceerde kwaliteit. Ik vrees, dat sommige producenten zo nu en dan terug vallen op de mentali teit tijdens de japanse bezetting, nl. "de consument moet maar slikken wat wij hem voorzetten". Dat was wel juist in de tijd, dat Indonesia door de Ja panse bamboe-muur afgesloten was van de buitenwereld, maar nu ons land volledig opgenomen is in het in ternationale handels- en industrie-ver keer lijkt mij dat een totale misreke ning. Zeker wat de export betref! Maar m.i. is er meer aan de hand De arealen van thee, koffie, zout, rubber, enz. zijn vermoedelijk nog te klein om de voor export bestemde productie van deze van oudsher bekende en an dere gewassen op korte termijn te doen toenemen. Uitbreiding van die arealen neemt veel tijd in beslag, voor al waar de uitbreiding van de cultuur van rijst en andere voor de bevolking primair benodigde levensmiddelen vóór alles dient te gaan. Overigens kost uitbreiding der produc tie van export-goederen ook veel geld. De kapitaalskracht van producenten is voorlopig nog gering. En allerwege leest men de klacht, dat bank-credie- ten moeilijk te krijgen zijn. Gebrek aan efficient denken en handelen in grote stijl? Te veel bureaucratie? Ik weet het niet. Wel is het duidelijk dat voor snelle verhoging van de export ook snelle verhoging van de productie een eerste vereiste is. Er komt nog wat bij. Door "kenop 15" is de koopkracht van de bevolking als geheel natuurlijk afgenomen. Vooral omdat de regering verhoging van de lonen verboden heeft (inflatie-vrees). Ook de producenten trachten te be zuinigen op privé- en productie-kos ten. Emolumenten, die voorheen in de Indonesische wereld gebruikelijk waren (voorschotten bijvoorbeeld) zijn nu veelal weggevallen. En dat kan steeds nijpender worden, naarmate de geld- omzet in de consumenten-kring af neemt. Ook producenten zijn in be paalde sectoren consumenten. De koopkracht dreigt dus steeds meer af te nemen en de productie-kracht en kwaliteit dus ook. Over het algemeen houden producen ten en tussenhandel zich wel aan de door de regering toegestane limiet van 20 tot 30% prijsverhoging. Maar in dé nabije toekomst, wanneer nieuwe voor raden aan grondstoffen en consump tie-artikelen in het buitenland moeten worden aangekocht, zal dat percenta ge aan toegestane prijsverhoging wel dicht bij de 50% moeten komen en zelfs daarboven, gezien de voortduren de prijs-stijgingen over de hele wereld, als gevolg van de blijkbaar niet te stuiten inflatie. De kleine tussenhan del (groente-, vis- en vleesboeren o.a.) trekken zich overigens nu al heel dikwijls niet veel van de limiet aan. Bij mij rijst de vraag, of de regering op de duur controle op de prijsstop zal kunnen volhouden (om nog maar niet te spreken van de afnemende kwaliteit en in wezen dus goedkopere produc ten, die desondanks mee zullen doen aan de prijsverhogingen bij de origine len en derhalve terecht duurdere pro ductie). Een variant op een welbekend spreekwoord: "Met onwillige honden is het slecht hazen vangen." Beleefd en netjes gezegd, niet? Niet te vergeten, dat de inkomens, vooral van de lagere en middelklasse ambtenaren zwaar, misschien te zwaar, belast zijn. Terwijl de marge in hun salaris toch al nihil was. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU Alg. AssurantiebedrIJf ,,Argo" Kantoor en woonhuis Corn, de Witt- laan 83, Den Haag, Telef. 55 71 72 1 Üïllll!lllllllll!lll!lllllllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllll!lllllll!l!llllllll!llllllllllllllllllllll!l1lllllll]lllll!IIIIIÜÜ Bovendien weren ook de provinciale en gemeentelijke belasting-gaarders zich extra, omdat ook genoemde in stanties de prijsverhoging drastisch voelen. Bijvoorbeeld de personele be- lasting; zelfs ledikanten, stoelen en ta fels moeten op de aangifte-biljetten vermeld worden. Blijkbaar te beschou wen als "luxe", zo goed als kleuren televisie, electrische wasmachines, fri- gidaires en auto's. Het is allemaal begrijpelijk, want ook gemeente en provincie hebben nu meer geld nodig. Maar een beetje overdreven lijkt het toch wel. Vooral op dit ogenblik. Het is m.i. niet onmogelijk, dat door de geestelijke druk van financiële moeilijkheden morele normen verva gen. Misschien moet men de toene ming van moorden en berovingen niet alleen aan physieke overwegingen, maar ook aan psychische kortsluiting toeschrijven. Niet alleen hier, maar ook elders in de wereld. Omdat het gehele wereldbeeld steeds somberder wordt. Maar hier wekt het extra onge rustheid, omdat het volk in feite afkerig is van geweld. Onder normale omstan digheden dan. De bedoeling van de regering is ongetwijfeld goed geweest. De vraag is alleen, of de voorberei ding en de timing wel juist waren. Wat de "timing" betreft, gaat de regering m.i. zeker vrijuit. Want de dreigende situatie van het ogenblik kon ze on mogelijk voorzien. Ook een regering is niet helderziende. Maar dreigend is de toestand zeker. Zonder in een angstpsychose te vervallen, mag toch wel worden vastgesteld, dat door de financiële druk en de algemene ge vaarlijke toestand in de wereld, alleen sterke geesten aan een zekere psy chische verwarring kunnen ontkomen. Laten we die toestand maar eens bekijken. Het communisme is overal in opmars. Alleen totale hegemonie over de ge hele wereld kan de communistische staten in stand houden. Zolang verge lijking tussen de welvaart in demo cratische landen en armoede van com munistisch geregeerde volken bestaat, dreigt voor communistische regeerders het gevaar van onrust onder de bevol king. Dat gevaar moet bezworen wor den en de enige mogelijkheid daartoe is verdwijning van alle democratieën. Dus communistische hegemonie. De gunstige mogelijkheden van het ogen blik om dat doel te bereiken, lijken ruimschoots aanwezig, nu de Ver. Staten schijnbaar op hun retour zijn. In de ogen van het gewone volk doet zich het verschijnsel voor, dat overal waar het communisme toeslaat (Afri kaanse staten, Ethiopië bijvoorbeeld) daar wijken de Ver. Staten terug. Al protesteren ze zwakjes. Achtereenvol gens lieten ze hun bondgenoten in de steek: Zuid-Vietnam, Taiwan, Zuid-Ko- rea, de Shah van Iran. Ik laat in het midden, of die bondgenootschappen (lees verder volgende pagina) 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 4