PASAR
MAbAM
cvEnancnTGnHm dorhe
Opnieuw een mislukt woordenboek
Nederlands-Indo nes is ch
27.28.29.30 april 1979
de bekende oosterse
jaarmarkt in een tro
pisch dekor en exo
tische sfeer
inl. evenementen-
hal borne b.v.
postbus 144
7600 ak almelo
tel. 05490-650
15/65811/607
48/10872
05409-4121
verbeteren, in het belang van Indone
sië! Men kan geen jurist, linguist of
historicus worden, zonder het Neder
lands minstens passief volkomen te
beheersen. En om de omvangrijke lite
ratuur in het Nederlands over ons Land
en Volk voor komende generaties toe
gankelijk te maken, moeten er veel
meer goede vertalers komen.
Zal men dit mettertijd gaan inzien?
Ik ben èrg optimistisch! O.a. gezien de
houding van de "echte" jongere ge
neratie.
Nederland en Indonesië zijn te lang bij
elkaar geweest om nu uit elkaar te
gaan. Miljoenen Nederlanders hebben
Indonesisch bloed en omgekeerd. We
zijn familie van elkaar en naast de
bloedverwanten zijn er de aanverwan
ten, de vrienden, de kennissen.
Maar het moet van twee kanten komen.
Onlangs waren hier 12 Nederlandse
studenten, die aan daJ.K.I.P. Indone
sisch studeerden. Drie van hen heb ik
leren kennen: Prima mensen! Dit gaat
de goede kant uit!
Men moet zich in Nederland weer veel
meer op Indonesië gaan oriënteren, op
Oost-Azië in het algemeen. Neder
land heeft een geweldige voorsprong
in wetenschappelijke kennis over In
donesië op elk gebied en die kan het
gemakkelijk behouden.
Er is zoveel dat ons samenbindt en
dat moeten we steeds meer gaan in
zien in ons wederzijds belangen
daarom: Lang Leve Moesson! Want
Moesson werkt in die richting!
De oud-assistent-resident Maijor Po
lak, die in Indonesië is gebleven, doet
vanuit Malang bijzonder belangrijk
werk, niet alleen door zijn steun aan
de kleine boeren in zijn omgeving
maar ook door zijn bemoeienissen op
het stuk van de kennis van vreemde
talen, in het bijzonder het Nederlands.
Die vormen een welkome aanvulling
van de zo succesvolle cursussen in
het Nederlands die in enige grote ste
den door de Nederlandse ambassade
worden georganiseerd en steeds gro
ter aantallen belangstellenden trekken.
Bij de inleiding tot zijn schets mag ik
wel de aantekening maken dat zijn er
varing met Bapak Menteri naar ik ver
onderstel een zeldzame uitzondering
vormt. Zowel in 1977 als in 1978 was
ik in Indonesië. Ik logeerde er telkens
bij Indonesische families en kwam nog
al eens in aanraking met prominente
figuren. Niemand maakte ooit bezwaar
tegen het gebruik van het Nederlands
- ik zou bijna zeggen; integendeel! -
Zou dat alleen een hoffelijk gebaar zijn
geweest tegenover een Nederlander
die de moderne Bahasa Indonesia on
voldoende beheerst? Ik geloof het niet!
JHR.
Prof. Wojowasito (hierna: W.) heeft
vorig jaar bij de uitgeverij Ichtiar Baru
in Jakarta een 848 p. tellende Kamus
Umum Belanda-lndonesia uitgegeven,
dat niet "al de elementaire of primaire
aspecten van de Nederlandse bescha
ving" behandelt zoals hij zegt in zijn
voorrede. Het boek is juist mislukt,
omdat W. zich onthouden heeft van
het elementaire idioomwerk en zich is
te buitengegaan aan buitenissige, al
lang niet meer in Nederland gebrui
kelijke woorden, n.l. omdat hij is uit
gegaan van geheel verouderde druk
ken van Nederlandse woordenboeken.
M.a.w. hij negeert het hedendaagse
Nederlands, maar evengoed het he
dendaags Indonesisch, dat hij omzeilt
met langademige omschrijvingen. Het
boek lijkt overhaast in elkaar te zijn
geslagen en krioelt van de wonder
lijkste vertaalfouten. Zo is gagel de
naam van een (in Oost-Nederland
voorkomend) kruid, maar niet de naam
van "een soort thee". Een volksnaam
ervoor is wel: Drentse thee. Haast nog
ernstiger dan al die verkeerd begre
pen Nederlandse woorden is het grote
aantal woorden dat W. met elkaar ver
ward heeft: kermis en kerstmis, aan
varen en aanvoeren, besje en besjes
huis, levensbehoud en levensonder
houd, halssnoer en ketting, wijnstok en
appelboom, standwerker en relletjes-
Door Drs. H. D. van Pernis
schopper, orthodoxie en ouderwets
heid, bordenwasser en bordenwasma
chine, borst (dada) en rondventen (jaja,
d.i. ook het Krama-lnggil woord voor
bost), zeeslag en luchtslag, formule
(rumus) en dalil (argument), rolschaats
en rolstoel, nasi en beras (onder rijste
brij), pacat en lintah (onder bloedzui
ger), enz. enz.
Het is te hopen, dat Schmidgall-Tel-
lings nog niet heeft afgezien van zijn
plan om een Nederlands-Indonesisch
woordenboek te schrijven. Mijn aan
bod hem daarbij naar vermogen te
helpen, geldt nog steeds. Alleen met
veel zelfkritiek (die W. ten enenmale
mist) en met behoedzaamheid ten
aanzien van het Maleise idiomatische
element in het Indonesisch (dat W.
vrijwel geheel negeert) kunnen we bij
dragen tot de ontwikkeling van Indo
nesië (pembangunan), een begrip dat
W. overigens ook niet begrepen heeft.
Wegens het mij door de Redactie ge
stelde bestek moet ik het hierbij laten,
tenzij er lezers zijn die bijv. meer wil
len weten over de elementaire aspec
ten van het Indonesisch, die W. heeft
genegeerd. Rest mij nog te vermelden,
dat het boek, dat ik kreeg via Moes
son, f 64,kost, en dat het geheel
onterecht is gesubsidieerd door het
Koninklijk Instituut voor Taal-, Land
en Volkenkunde in Leiden.
15