POIRRIÉ Wandelen naar Tandjong Per ah Het deel van de Perak-Boulevard, dat "Lovers' Lane" werd genoemd. Haven vol bedrijvigheid, kruiers af en aan rennend, vertrekkende en aan komende passagiers, sommige nog kersvers totok, geen syllabe verstaand de taal van Indië. Ik herinner mij nog heel goed, dat we in de grote vakanties vaak naar Perak wandelden. Ja mensen, inderdaad, wan delden, want die moeder van ons liet ons méér dan eens van die "afstands marsen" maken tot kéék jouw voeten. Eerst maakten we "wandelmarsen" met de familie Hiele, die in Grote Kalongan woonde, maar toen zij naar Salatiga verhuisden, gingen wij met ons vijven, onze gezinshulp (want baboe mag niet meer zeggen toch) incluis. We woonden vóór de 2e wereldoorlog in de Kippensteeg (Krembangan), nou iedere Soerabaiaan zal dus wel weten, hoe ver gaans dat is tot de haven. Langs Sampoerna-bioscoop ging 't meestal, want eerst moesten wij bij een Chinese djamoeverkoopster djampé oesoes drinken, 't Smaakte wel vies, maar ik had 't liever, dan die vieze castorolie, die we, mijn zus en ik vóór ieder nieuw schooljaar te slikken kre gen. Als de djampé oesoes opgedronken was, kregen we van de vrouw een stukje manisan, om de smaak weg te werken. Mammie kocht dan nog wat manisan pala en satroe asem voor on derweg en voor thuis. Verder ging het dah langs Perak-Bou- levard naar ons doel: de haven. Mach tig zeg, al die grote schepen en de bedrijvigheid. Leuk al dat gedoe en gewemel. De thuisreis werd altijd met de kósóng of taxi gedaan, want terug lópen brach ten wij echt niet meer op. Eten hoefden we thuis niet meer, want overal ontmoette je diverse wande lende gaarkeukens. We kleedden ons om, dan voeten wassen en ons verfris sen. Vóór 't naar bed gaan werden mijn zus, pleegzus en ik, om beurten met beras kentjoor ge-bóböh door onze mammie. Als 'n blok vielen we daarna in slaap, om de volgende morgen fris en fit op te staan. De wandelingen maakten we 's middags tot ongeveer 6 uur, half 7. In de jaren '46-'47 gingen mijn vrien dinnen en ik, wanneer we eerder van school vrijaf kregen, vaak liften naar Perak-Boulevard, iets verder dan de "grens". Meestal moesten we 'n pasje aanvragen, maar soms konden we "bróbös". Er groeiden aan de kant van de Bou levard njamploongbomen en de bloe men roken heel lekker. Ze hielden 't in de vaas ook lang uit, vandaar dat we er gek op waren. Els, die de langste van de groep was, klom met gemak in diverse bomen (om de beurt dan), plukte de bloemen en gooide ze naar ons toe. Een keer gebeurde 't op de terugweg, dat we een lift kregen. Een luxe wagen stopte en wie schetste onze verbazing, toen een hoge ome ons vriendelijk bevel gaf in te stappen. Daarentegen keek zijn chauffeur, die een Indische jongen was, zuur. We voelden ons in 't begin heel klein tegenover onze gast heer, maar die stelde ons dadelijk op ons gemak en vroeg ons, op welke school en in welke klas we zaten en wat we op Perak deden. Om beurten, elkaar telkens in de rede vallend na tuurlijk, vertelden we over de mooie, witte boemen. Het rook inderdaad zo heerlijk, dat mijnheer van ieder van ons een takje vroeg, om er zijn vrouw mee te verrassen. Toen vroeg hij lachend aan ons: "Weten jullie eigenlijk wel, met wie jullie meerijden?" De een dacht: "Een kapitein", een andere ver onderstelde "een admiraal", of "een Schout bij nacht". Iedere keer schudde mijnheer lachend zijn hoofd. "Hebben jullie thuis de krant?" vroeg hij, "dan zie je op de voorpagina mijn functie, niet mijn naam". En toen we hem vra gend aankeken, zei hij: "Jullie kunnen aan je ouders en vriendinnen vertellen, dat jullie met de havenmeester meege reden hebben". Alle jeetjes zeg, met de havenmeester, dat was zéker iets, dat je niet iedere dag tegen kwam. Daarna gaf hij die Indische jongen op dracht ons iedere keer een lift te ge ven, wanneer we die nodig hadden. Maar U gelooft 't of niet: 't bleef bij die ene rit, want de jongeman zagen we in geen velden en wegen meer. We kwamen toch wel, waar we wezen wilden. J. BOOGAARD-STANEKE "Japie is zóóó vreselijk trots, weet je, ik heb alleen maar gezegd, dat hij op een wandelende angkloeng lijkt." GOEDKOPE RONDREIZEN NAAR: INDONESIA - THAILAND MEXICO - PERU CHINA - EGYPTE - ISRAËL Inlichtingen ma. t/m vrij. van 10 tot 20 uur. tel. 020-22 72 65 Postbus 17081 - Amsterdam-C. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 17