POIRRIÉ OOSTERHUIS VS. HELSLOOT Met veel belangstelling las ik in "Moesson" het artikel over het boksen in Indié. Toen ik namen las zoals Helsloot, Gla- beek, Dol en Evertsen kwamen her inneringen terug aan de jaren 1946 tot 1948. Ik was toen met de mariniers brigade in Oost Java en bokste in het weltergewicht. Helsloot was een grote naam in de bokserswereld, ook toen nog. Een wed strijd tegen hem durfde ik niet aan want hij was bovendien veel zwaarder dan ik. Maar op verzoek van hem en van an deren bokste ik tegen hem een de monstratie in de marinierskantine op Toendjoengan. Al boksende kreeg ik meer zelfvertrouwen en na de wed strijd zei ik tegen mijn trainer dat Hel sloot wat mij betreft wel kon opkomen. Het antwoord heb ik nooit vergeten: "Als die man éénmaal zijn hand op jouw hoofd had gelegd dan had jij nu een hersenschudding, een hartverzak- king en een paar platvoeten." Nou daar kon ik het mee doen hè? Ik was een aardig amateurtje en bok ste drie ronden per wedstrijd maar een jongere broer van me, die met het 12de regiment infanterie uit Groningen was gekomen, was een echte knokker en bokste zes ronden per wedstrijd. Hij verloor nooit en verdiende 150 gul den per wedstrijd. Hij was altijd een welkome gast bij ons peloton want als hij ons opzocht, we woonden in "hotel Marijke" op de Embong Sawo vlak bij de Kaliasin, dan had hij altijd een tas met blikjes bier en sigaretten bij zich die hij onder ons uitdeelde. Hijzelf rookte niet en dronk niet en liep 's- avonds altijd een paar kilometers op de weg naar Grisee, daar was hij post- commandant bij een van de bruggen. Ach, wat waren we gelukkig in die jaren. We lachten van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Ik hoop dit najaar Java terug te zien. Meer dan dertig jaren zijn voorbij ge gaan sinds we met de "Plancius" weg voeren uit Soerabaja, maar de herinne- ring blijft. j OOSTERHUIS Zojuist bereikte ons het bericht, dat Han Helsloot begin juni in Los Angeles is over leden. "Deze kant Bomber, nog één close-upje voor 't archief". 12 DEAR MOESSON Just a little note to tell you how much I appreciate your fortnightly publica tion. I have been a subscriber for nearly a year now, and my only regret is, that I haven't met Moesson much earlier. I came across "Tong-Tong" last year when I started subscribing the Dutch- Australian-Weekly. Though belonging to the new generation (I was born in 1945) I follow all the stories that took place during or after the World war with great interest. Why Moesson fas cinates me is also the fact, that I was born in Bandoeng and have lived in several other places such as: Jakarta, Surabaya, Malang, Magelang, Yogya- karta and many more. I still understand the Dutch language, though I haven't spoken it for almost 10 years! Dat ik nog een handvol Hollands kan spreken heb ik te danken aan mijn grootouders. Ik durf echter niet al te lang in het Hollands "schrijven" for fear of its "kromness". (U weet toch wel, ons taaltje van "toen vroeger"). But with reading Moesson I hope to be able to improve my Dutch besides enjoying reading it. Dear Moesson, hoe gelukkig ben ik je te hebben ontmoet! Moge uw blad nog vele jaren leven! Met hartelijke groeten van CHRISTINE J. RACHMAD Sydney - Australia HET BOEK VAN SIMAN DEN JAVAAN Heb met belangstelling het artikel van de heer J. NOMES over de Indische Partij in Moesson van 1 maart jl. ge lezen. Daarin vermeldt hij ook dat DD de schrijver is van "Het boek van Si- man den Javaan". Over dit boek en over DD zelf kan men meer lezen in het Verzameld werk van E. DU PERRON, dl. IV en dl. VII (Van Oorschot, Amsterdam, 1959). In deel VII treft men een heel hoofdstuk, ge wijd aan Het Boek van Siman den Ja vaan. Du Perron schrijft o.m.: hoe dit boek, met alle literaire tekortkomingen die het hebben kan, in een produktie die van geroddel en gebeuzel aaneenhangt als de Neder lands-Indische belletrie, een der zeer weinige boeken is, waarin iets gezegd wordt; dat het daarom alleen reeds een ernst bezit en een aandacht ver dient, die aan onze koloniale auteurs, een enkele uitgezonderd, verspild zou zijn En ook: "Goed schrijven is niet altijd literair schrijven, en als men een boeiende manier van zeggen, een meeslepend, want levendig en scherp rhythme als qualiteiten mag aanmerken van schrif tuur, dan schroom ik niet dit boek goed geschreven te noemen. Niet met een multatuliaans, maar met een eigen accent." Voor zover ik weet is in de Oost- Indische spiegel van Rob Nieuwen- huys aan DD en aan zijn boek geen aandacht besteed. Een omissie die ik zeer betreur. HAN VELDHUIJZEN NIET VERGETEN De eerlijkheid gebiedt mij te reageren op het artikel "Het vergeten Bataljon" op pag. 21 van Moesson van 15 mei jl. Sinds 1973 werd ik door het comité Nationale herdenking uitgenodigd de krijgsgevangenen van de Birmalijn te vertegenwoordigen bij de plechtigheid op de Dam op 4 mei. Van de kansel in de Nieuwe Kerk wor den elk jaar ook onze gevallenen in Indië herdacht. Ik herinner mij dat wij len Rabbijn Soetendorp in '74 in zijn toespraak uitgebreid aandacht aan In dië besteedde. In 1974 mocht ik een "Birmaweduwe" aanwijzen, die na H M. de Koningin voor alle gevallenen een krans mocht leggen namens alle nabestaanden. Julie van Kempen maakt namens de vrou wenkampen in Indië deel uit van het Comité Nationale herdenking. Ver schillende malen heeft zij op 4 mei een krans gelegd op de Dam, in mei '79 samen met haar broer, een oud Birmaspitter, over uit Australië. H. K. ENGEL N.B. Ook dit jaar legde de Stichting Ned. Slachtoffers Japanse Vrouwen kampen een krans bij het monument op de Dam. Een opvallende, schitte rende krans in fel oranje, bloemen èn lint. Het is misschien goed lezers nogmaals op het bestaan van deze Stichting te wijzen, die door middel van een uit gegeven brochure en komende publi caties over haar activiteiten de onder linge band tussen lotgenoten onder houdt. U kunt schrijven naar Julie H. van Kempen, vice-voorzitter, Socrates- laan 4, Zeist, tel. 03404-1 40 21 of 1 37 47. De brochure kunt u bestellen bij de Stichting, zelfde adres, giro 1482243. OUDE BIOSCOPEN IN SOERABAIA Met veel plezier en belangstelling heb ik het artikel van J. A. Grashuis gele zen over oude bioscopen in Soerabaia (Moesson nr. 18). In Soerabaia hadden twee van mijn ooms in de jaren 1913- 1914 ook bioscopen: Vardon Biograph en de Johannes Biograph. Indertijd heb ik al die bioscopen bezocht. Ook in Semarang en Solo had een van mijn ooms, de heer Manook bioscopen, ook was daar de Manook's Carnaval Show. V. BOLDY (lees verder volgende pagina onderaan)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 12