JAKARTA, alles is anders, maar alles is er Om eens goed gek te worden van de drukte, hoek Krekot-Pasar Baru is een van de ge schikte punten daarvoor! Maar Pasar Baru, nu in ernstige staat van verval, zal binnenkort schoon en modern herrijzen, zegt men. (foto: Rogier). Door LILIAN DUCELLE Mijn moeder beweerde vroeger, dat ik niet van doeren hield, alleen uit zucht om met iedereen en de hele wereld in de contramine te zijn. Wie hield er nu niet van doerèn? Nou, ik niet, echt waar. De hele wereld kon me niets schelen, maar die slagroom-weëe substantie waarvoor mensen de ogen sloten van genot, joeg mij naar de verste uithoek van de tuin. Waar ik bleef tot iedereen uitgegeten was en alleen de zware lucht die nog uren bleef hangen, herinnerde aan het voor mij onbegrijpelijke eetfestijn. Laat nu toch die grote afkeer van doeren, in deze tijd voor mij een grote zorg minder betekenen. In afwijking tot andere Indonesiëgangers hoef ik mijn reis immers niet uit te kienen voor het tijdstip dat "de doeren rijp is"? Daarnaast heb ik nog heel wat andere zorgen minder: het kan me niets sche len of het droge of natte tijd is, of de vruchten dit jaar slecht zijn, of ik wel naar een goed logeeradres kan. Als ik naar Indonesië ga, ga ik naar mijn ge boorteland waar ik 35 jaar onafgebro ken gewoond heb en in die jaren heb ik droog en nat, warm en snikheet, stof en modder, armoede en welstand, vre de en oorlog, revolutie en opbouw meegemaakt. Al die toestanden hebben mij gemaakt tot wat ik ben (of niet ben geworden), moet ik nu ineens kieskeurig uitzien naar vruchtentijd, air conditioning, mooie wegen, goed transport en altijd schitterende uit zichten? Is dat allemaal werkelijk zo belangrijk als je na zo lange tijd weer "thuis" mag komen! Alles is toch thuis? Jakarta is voor ons onleefbaar gewor den. Met 7 millioen mensen dicht om je heen krioelend, voel je je teveel. Zo gauw mogelijk weg uit die stad, de bergen in, naar Bandoeng of zo. Gelijk hebt u. Maar je zal maar eens wat te doen hebben in Jakarta, of je zal uit nieuwsgierigheid toch maar de moeite nemen er een weekje door te brengen, wat vind je er dat je toch als goede herinnering kan meenemen? Ik herinner me dat, in begin '50, toen Tjalie zijn "Piekerans" voor de Nieuws gier schreef, een journalist-schrijver uit Nederland met Tjalie en het Dja- STBHK# karta dat hij beschreef, wilde kennis maken. "Dat moet iets ongelooflijks zijn", zei hij enthousiast, "ik geniet van uw artikelen!" Dus namen we de man op een avond op sleeptouw. Tja lie had zorgvuldig een paar markante punten uit zijn piekerans gezocht: Glodok, Sawah Besar, Senen, Pasar Baru, Manggarai. We liepen en liepen, de journalist wilde liever niets van de straat eten of drinken, we namen het hem niet kwalijk, maar of hij dan wel goed wilde kijken naar de eetstalletjes en de verkopers en de mensen die er wèl aten en dronken. Na een uur of twee zagen we zijn aandacht volkomen verslappen en toen we een uur verder in een keurig restaurant (om hem een genoegen te doen) uitgebreid aan ta fel gingen, bekende hij dat hij niets gezien had van alles wat Tjalie in zijn Piekerans beschreef. "Hoe in hemels naam, gebruik jij je ogen?" vroeg hij vertwijfeld aan Tjalie. ledereen is verrukt van Rogiers foto's. Wat fotografeert hij? Helemaal geen ongewone dingen. De gewone dingen waar je over struikelt. In Jakarta, Yo- gya, Solo overal. De dingen WILLEN zien is anders dan zien. Op een plaatje door een ander gemaakt, belicht vanuit de juiste hoek, gevrijwaard van bij komstige vervelende dingen als hitte, luchtjes, drukte, is zo'n foto een heer lijke ervaring. Maar kunnen we het met eigen ogen, neus, oren niet meer op brengen de dingen te ontdekken, die het leven - óók in Jakarta - waard maken? Ik hoor altijd hetzelfde koor in dezelf de toonaard: verschrikkelijk dat ver keer, die afschuwelijke gebouwen, die KORT BEZOEK In mei ben ik voor - om precies te zijn - 19 dagen naar Indonesië ge weest. Verspreid over heel Java was dat maar heel weinig tijd om alle punten van mijn werklijstje af te werken. Weinig gelegenheid om bij te komen, maar alleen het zijn in de oude omgeving betekent een ont spanning. Ik heb in Indië altijd veel harder en beter kunnen werken dan hier. Die "dubbele" tropenjaren heb ben voor mij de betekenis van twee maal zo nuttig te zijn geweest. In Indonesië is niets mij vreemd, het is ais het terugkeren in een oud huis met een iets andere inrichting. Poir- rié maakte dezelfde reis mee om te fotograferen en te tekenen. Voor hem was het een weerzien na bijna 30 jaar. Ondanks zijn stoicijnse kalmte zal het tempo voor hem af en toe misschien wel eens teveel zijn ge weest, dat zult u dan wel (of niet) aan de cartoons in de komende tijd kunnen merken. Volgend jaar hopen we een nieuwe bundel van hem te kunnen uitgeven, speciaal gericht op zijn Indonesische indrukken. Er wordt al zoveel en goed over In donesië geschreven, ik zal me dus alleen beperken tot de mensen en met alles wat met hun doen en laten te maken heeft. De 2 dagen Madoera die ik me als even uitblazen gunde, zijn voor mij de mooiste vakantie ge weest die ik me had kunnen dromen. Daarover dus ook meer. L.D. benauwende menigte mensen, de ar moede, al die Indonesische meisjes in Westerse kleding (ook al zo'n dood zonde van het Indonesische volk. In Japan, India, Afrika, China overal mo gen ze jurken dragen, maar in Indone sië moeten ze in sarong-kabaja blijven lopen, dat vindt de belanda zo mooi ziet u). Ik heb me deze keer meer en intensie ver in het leven van Jakarta geworpen dan destijds in '72, ik had eenvoudig meer te doen in de stad. Het Batavia, van tempo doeloe is natuurlijk totaal verdwenen, maar zelfs in de 7 jaar dat ik er niet was, vind ik veel veranderd, verbeterd. Zo heb ik bijvoorbeeld intens genoten van al het groen in en rond de stad. Probeert u eens rijdend door het krankzinnige drukke centrum goed - tussen een appelflauwte en een razer nij door, vanwege een Honda die voor uw taxi schiet en een Colt die plotse ling remt - naar de prachtig aangelegde bossages midden en langs de wegen te kijken. Bloeiende oleander en bou gainville, kambodja, palmen en Kool Banda. Ontdek zelf dat elk huis om ringd is door een pagger van alweer die doordringend lucide Kool Banda, kaladi's en Croton. De huizen hebben dichte hagen van groen, de tuinen zijn misschien minder bloemrijk dan de onze, maar bedenk dat niet alle bloemen in de stad tegen de hitte en de uitlaatgassen kunnen. Zeg niet altijd: "Al die oude mooie huizen hebben ze omver gehaald!" maar kijkt u ook eens naar de prach- 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 4