JSrteven uit een \Uucie <^jatihouten kiót (9) FEUILLETON ||||||||||||,l|||||||lllllllllllllll,llllllllllllllllllinillllllllll,l,lllllllllllllllllllllll,llllllllin CD /CS I JOH AN FABRICIUS 9 Het allerbelangrijkste heb ik je nu nog niet verteld: ik draag m'n haar anders! Freddie dacht dat het leuk zou staan als ik het van achteren hoog opmaakte, met een scheiding vóór in het midden en dan met pijpekrullen. "Mag ik het doen?" vroeg hij. "Kun jij dat dan?" "Freddie is maitre coiffeur," zei Dick. Nou, wij toen meteen naar de cabine, Louisa natuurlijk ook mee en Dick gaf aanwijzingen: "Nog wat ho ger. Nee, dat is weer te hoog." Je lacht je dood, kind. We hadden een geweldige pret daar in die cabine en ik stond er paf van hoe handig Freddie dat allemaal deed. Hoe vlot hij de kam hanteerde en hoe hij de krullen om zijn vingers draaide, net een echte kapper, ik vertrouwde me helemaal aan hem toe. Ik vind het niet altijd even prettig: zo'n man die aan je haar zit te frutse len, maar bij Freddie wel. Nou, en toen was hij klaar en mocht ik in de spiegel het resultaat zien. Ik was gewoon ver rukt! "En nu ik!" zei Louisa meteen. "Kun je mij ook doen? Maar dan weer anders, hoor, niet precies hetzelfde!" Nou, als zij het niet gezegd had, dan ik wel! Mijn nieuwe coiffure was een succès fou. Ik wachtte al benieuwd af of John er ook iets van zou zeggen. Natuurlijk zag hij het meteen. Hij zei niets, keek me alleen maar zo'n beetje lachend aan, half spottend, maar ook alsof hij dacht: Niet slecht, meisje. Juffrouw Sproeten draaide het hoofd af. Als ze durfde, zou ze Freddie vast vragen of hij haar óók wilde doen. Dat zouden ze allemaal geloof ik wel willen! Maar Freddie heeft een héél exclusieve cliëntèle, zegt hij! Je zult wel denken: ze schrijft wél dat ze met Dick danst en met die jonge Engelse officieren, maar nooit met Freddie. Gisteravond zei ik tegen hem: "En nu wil ik eens met jou." Maar meteen dat hij zijn hand om mijn mid del legde, voelde ik al dat hij niet wist hoe hij dat moest doen. Ik hoef jou niet te vertellen, Loes, hoe afschuwe lijk het is als je je onder het walsen niet stevig in je rug gesteund voelt, zodat je als vrouw onbezorgd achter over kunt leunen en je aan de dans overgeven; ik ken niets zaligers dan zo rond te zwieren tot je ervan duizelt. Maar daar heeft die goeie Freddie geen benul van. Hij zweert dat hij danslessen heeft genomen, maar ik geloof er niet veel van. Daar zit het 'm trouwens niet in. Ik weet zelf niet goed wèt het eigenlijk is, maar ik pas wel op dat ik hem geen tweede keer om een wals vraag. Nee, dan Dick! Die heeft het vanzelf en hij probeert je intussen nog van alles en nog wat in het oor te fluisteren ook! Ik heb het hem nu maar eens stevig gezegd: "Als je daar niet mee ophoudt, ga je maar met een ander dansen. Met Miss Freckles bijvoorbeeld." "Ik wil geen ruzie met John," zegt de schooier dan. Hij had altijd al veel praatjes, maar die getrouwde vrouw, je weet wel, waar hij toen bijna mee betrapt werd, die is met haar man in Cairo achterge bleven, dus nu hoeft hij zich nergens meer zorgen over te maken en kan z'n gang gaan! tussen Gibraltar en Southampton 18 december Nou, in Gibraltar weer van hetzelfde laken een pak: we mochten de wal niet op! Uit de verte konden we naar de beroemde rots kijken en naar het fort met de Engelse vlag in top. "Vroeger waaide daar ons roodwit- blauw," zei de Kolonel bitter, "alwéér iets wat we ons door die vermaledeide Engelsen hebben laten afpikken!" Ik geloof dat hij er het liefste weer met een troep soldaten op af zou zijn ge gaan om er weer de Hollandse vlag te planten - John zal nu wel weer voor een paar dagen bij hem uit de gratie zijn! Louisa is minder haatdragend: die zit alweer achter de paar Engelse of ficieren aan die in Gibraltar aan boord zijn gekomen. Ze probeert het tussen John en mij weer goed te maken, heel lief van haar hoor, maar ik heb er geen be hoefte aan. "Het was ook werkelijk niet erg fijngevoelig van je om dat flesje parfum aan die meid van je te geven. Hoe kón je zoiets doen, Jetje?" zei ze vanmorgen. ('Jetje' is het nu in eens; moet ik nu soms ook "Loetje' zeggen?) "Als een man je zoiets aan biedt, om je te laten zien hoeveel hij om je geeft?" "Dat had hij niet te doen," zei ik, "hij weet dat ik ver loofd ben." "Nou ja, maar daar dacht hij op dat ogenblik misschien niet aan. Hij heeft hem nooit gezien, die Pieter van jou en wat heeft dat nou helemaal te betekenen, zo'n beetje zoutwater liefde? Dat gaat weer in rook op zodra je van het schip af bent! Je doet maar net als een bèbèk, weet je wel, je schudt het uit je veren! Ik zal je eens wat zeggen, kind, een wijze raad: grijp het leven als het je de kans geeft, dat doe ik ook!" Ja, dat weet ik wel: dat zij dat doet, helaas voor haar met niet al te veel succes tot nu toe. "Hou nou alsjeblieft eens op over John," zeg ik, "ik wil zijn naam niet meer horen." "Weet je dat wel zeker?" "Ja, dat weet ik zeker." "Goed, ik hou m'n mond al, je zult mij niet meer over hem horen. Je bent hem trouwens toch al kwijt." "Hoe bedoel je: kwijt?" ben ik ook nog zo stom te vragen. Zij in triomf: "Hij is nu immers helemaal weg van dat Engelse meisje? Die ambassadeursdochter?" Ik wou nog terugzeggen: "Dat doet hij al leen maar om mij te ergeren," maar het leek me verstandiger om mijn me ning verder maar voor mezelf te hou den; ik bedwong me nog net op tijd. Zeg, nou moet ik je nog iets over Koestiah vertellen: die kwam gister morgen ineens weer als Cleopatra de hut binnen; ik viel zowat flauw van het luchtje dat van haar uitstroomde; ik was weer in de souks van Cairo! "Wat is dat, Koestiah? Wat bezielt je in godsnaam? Heb je je nu tóch weer met die minjak wangi ingesmeerd?" Ze keek me hulpeloos aan. "U hebt mij toch gegéven, Non, dat flesje?" "Ja goed, maar niet voor hier aan boord. Later in Batavia geeft het niet meer, als je eens erg lekker wilt ruiken, maar hier wil ik het niet hebben. Be slist niet, hoor je. Je hebt toch wel ge zien hoe boos toewan Djön er over werd?" "Ja, Non." "Goed, ga je dan maar wassen en kom terug als je dat luchtje kwijt bent." "Ja, Non." Maar ze bleef nog staan. Zoiets heb ik nog nooit met haar meegemaakt! "Heb je me niet gehoord, Koestiah?" "Jawel, Non." Nou, eindelijk besloot ze dan maar op te krassen, maar ik kreeg ineens met haar te doen toen ik tranen in haar ogen zag. Louisa lag op haar bed te stikken van het lachen. "Wat heb jij nou weer?" vroeg ik. "Ze doet het om een man," zei Louisa. "Om een man? Om wie dan?" "Weet ik dat? Ik zeg je dat ze verliefd is." Nu moest ik bijna lachen. "Verliefd? Koestiah verliefd?" "Waar om niet? Waarom zou ze niet verliefd kunnen zijn? Waarom jij wel en zij niet?" Daarmee bracht ze me even in de war, want ik wist niet precies hoe ze dat bedoelde, maar ik liet natuurlijk niets merken, ik zei: "Op haar leef tijd?" "Daar is geen leeftijd voor." Ik liet haar toen verder maar praten. Zij wil alles altijd in een romantisch licht zien, zelfs bij mijn goeie ouwe Koestiah! Achteraf begrijp ik het wel: Koestiah heeft zich zo'n beetje als dame willen voordoen tegenover de Engelse stewards en stewardessen, die haar als een wezen van minder soort beschouwen. En daarmee zal ze zich in hun ogen alleen nog maar belache lijker hebben gemaakt. 27 december Ik heb je een paar dagen niet kunnen schrijven door het afschuwelijke weer dat we hadden. Die golf van Biscaje is berucht, zeggen ze, nou, daar kan ik dan nu van meepraten. Ik werd ge woon weer bang, net als die eerste nacht tussen Batavia en Singapore. Zo verschrikkelijk als dat schip tekeer ging! Zeeziek was ik nu niet meer, maar ik bleef toch maar in bed liggen, want je kon nauwelijks op een stoel (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 9