MET ÉEN SCHOT Poïrrié Aan Surabaya bewaar ik de prettigste herinneringen van mijn jeugd, waar we o.a. in de Stipriaan Luïciusstraat (Patjar Keiing), Kempeesstraat en later in de Prinsesselaan (Sawahan) gewoond hebben. Heel vaak zwommen we in het ri viertje achter de bioscoop bij Patjar Keling, meestal tussen de faecaliën door die een tiental meters verder gelost werden. In Sawahan waar ik nog op de K.E.S. gezeten heb trainden we geregeld op het Don Bosco voetbalterrein, helemaal op het eind van de Prinsesselaan, haast buiten Surabaya in die tijd. Eén voorval uit m'n jeugd zal ik nooit vergeten. Wij waren in die tijd, omstreeks 1942- '43, jongens tussen 12 en 14 jaar, mees ters in het schieten met de katapult. Menige djoan (groene duif) is met een kop of borstschot omlaag gehaald. In warm water ontveerd, ingewanden eruit, met wat asam en zout behan delen en dan ge-goreng tot helemaal krokant, met warme rijst en verse ge- oelekte sambal. Een delikatesse van de eerste orde! Zelfs een glatik werd in z'n vlucht wei eens neergehaald om te laten zien hoe "goed" we waren. Nou in de Jappen- tijd moesten we ook zo nodig "jagen". Lood om kogeltjes te gieten werd meestal van het dak van oude huizen gejat en tot cm ronde kogeltjes ge goten. Tijd van aktie, meestal tussen 2 en 4 uur 's middags als we eigenlijk moesten slapen. In één van de tuinen van die grote huizen langs de Brantas, was dat niet Kajoon, stonden een aan tal waringinbomen waar de djoan zich bij voorkeur ophield, en er was nie mand in de bewuste tuin te bekennen. Wij waren met z'n vieren op twee fietsen, m'n jongere broer Ferry, Frans Jonas, ikzelf en nog een vriend wiens naam ik kwijt ben. En ja hoor, een djoan in het topje van de boom, haast niet zichtbaar, zou door Frans omlaag gehaald worden omdat hij de beste van ons allen was. Het eerste het beste schot was meteen raak, maar toen brak ook de hel los... Want zo'n neerstortende groene duif maakt een hoop herrie bij het vallen langs al die bladeren, grrrzek, grrrzek, grrrzek en dan gedeboek op de grond, ...en op dat zelfde ogenblik sprongen een paar Japanse schildwachten, die in de koelte van de waranda vanwege de hitte midden op de dag, zaten te dut ten, overeind en kwamen wakker ge schrokken al schreeuwend op ons af. Het bleek 't huis te zijn van een hoge Japanse officier. En wat we nou net niet moesten doen, deden we in de paniek-situatie die toen ontstond, we liepen hard weg, sprongen op onze fietsen en zoals dat toen ging "dub- beltrap", dus ook degene die achter op zat meetrappen, en zo hard moge lijk wegfietsen. Maar in onze schrik hadden we buiten de waard, in dit geval de Jap gerekend, die een meester op de fiets is. Ze hadden toch bij hun landing vanuit de lucht, tijdens hun dropping buiten Su rabaya, een vouwfiets bij zich waarmee ze in no-time heel Surabaya bezetten? Dus op die kleine fietsen kwamen ze razend snel dichterbij en toen ge beurde het. Bij het nemen van een bocht slipte onze fiets door de grote vaart die we hadden en we smakten beiden op de grond. Gelukkig had ik nog de tegenwoordigheid van geest om in een fraktie van een seconde, langs de kant van de straat op de grond te gaan zitten (iets wat die Jap pen net niet konden zien, omdat we de hoek om gezeild waren) en net te doen alsof ik er niets mee te maken had, terwijl mijn mede-fietser over de muur (een laag muurtje) sprong en zich in de mandikamer verstopte. Daar hebben ze hem later gegrepen, terwijl ze mij met rust lieten in de veronder stelling dat ik er echt niet bij hoorde. Ferry en Frans Jonas werden enkele straten verder gegrepen en met de no dige meppen links en rechts naar de bewuste officiers-woning gebracht. Toen de kust veilig was kwam ik over- Sorry meneer, ik dacht dat U een Kalong was. eind en via een omweg over Kaliasin kwam ik weer terug aan de andere kant van de kali Brantas, waar ik van uit de overkant het verdere gebeuren kon gadeslaan. De drie gegrepenen werden elk aan een boom vastgebonden, en zo klein als ze toen nog waren, niet zo zuinig afgeranseld met een stuk riem, wat uiteraard gepaard ging met het nodige gebrul. Toen onze Jappen eindelijk uitgeraasd waren kwam de hoge officier op het toneel; naar ik later vernam om te weten te komen wat de jongelui nu eigenlijk in z'n tuin moesten. In eerste instantie dacht hij dat ze in brekers waren en dan zou het er slecht voor ze uitzien. Toen ze hem vertelden dat ze op djoan-jacht waren, keek hij ze aan alsof hij zeggen wou, "vertel dat aan je tante, maar mij maak je zo iets niet wijs." Totdat ze hem met veel moeite uitge lees verder volgende pagina) liiiiiiiiiiliiiiiiillllillllllililllilliliiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiilliliiiiiiiililllillliliilillllillllliiiiliiiililliiiiiiliiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiliilliiiiiiilliiiilllliiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiliiiilllllilllllliiiiliiliiiiiillllilllllliiillliilliiiiliiiiiiiiiii Voordeel van dit vergeldingswapen is, dat er altijd munitie is. Je weet hoe hij meeleeft met Starsky Hutch. Kuituurbarbaar 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 6